Vragen en antwoorden: Europese Green Deal: nieuwe EU-bosstrategie voor 2030

Met dank overgenomen van Europese Commissie (EC) i, gepubliceerd op vrijdag 16 juli 2021, 12:00.

Wat is de nieuwe EU-bosstrategie voor na 2020?

Het bos is een essentiële bondgenoot in de strijd tegen de klimaatverandering en het verlies aan biodiversiteit: het fungeert als koolstofput en vermindert de gevolgen van de klimaatverandering, bijvoorbeeld door steden af te koelen, ons tegen zware overstromingen te beschermen en de gevolgen van droogte te beperken.

Het bos is een waardevol ecosysteem en de habitat van het overgrote deel van Europa's biodiversiteit; de ecosysteemdiensten van het bos dragen tot onze gezondheid en ons welzijn bij door waterregulering, levering van voedsel, geneesmiddelen en materialen, rampenrisicovermindering en -beheersing, bodemstabilisering en erosiebestrijding, en lucht- en waterzuivering. Het bos is een plek voor recreatie, ontspanning en leren, alsmede om in levensonderhoud te voorzien.

De nieuwe EU-bosstrategie voor 2030 is een van de vlaggenschipinitiatieven van de Europese Green Deal die voortbouwt op de EU-biodiversiteitsstrategie voor 2030 en betrekking heeft op alle verschillende functies van bossen. De strategie draagt bij tot de verwezenlijking van de EU-doelstelling om in 2030 de broeikasgasemissies met ten minste 55 % te verminderen en in 2050 klimaatneutraliteit te bereiken, en tot de toezegging van de EU om de verwijderingen door natuurlijke koolstofputten overeenkomstig de klimaatwet te verbeteren.

In de strategie worden een visie en concrete acties vastgesteld om de kwantiteit en kwaliteit van het bos in de EU te vergroten en de bescherming, het herstel en de veerkracht ervan te versterken. Het is de bedoeling het bos in Europa aan nieuwe omstandigheden, extreme weersomstandigheden en grote onzekerheid als gevolg van de klimaatverandering aan te passen. Dit is een voorwaarde om het bos in staat te stellen de sociaaleconomische functies ervan te blijven vervullen en voor levendige plattelandsgebieden en een bloeiende plattelandsbevolking te zorgen.

De bevordering van de meest biodiversiteits- en klimaatvriendelijke bosbeheerpraktijken zal hand in hand en in synergie gaan met de ondersteuning van een sterke en duurzame houtverwerkende bio-economie. De houtsector vertegenwoordigt 20 % van de productieondernemingen in de EU, voorziet in 3,6 miljoen banen en heeft een jaaromzet van 640 miljard euro. In de strategie wordt opgeroepen hout in overeenstemming met het cascadebeginsel optimaal te gebruiken en wordt voorrang gegeven aan houtproducten die hun fossiele tegenhangers kunnen vervangen, met bijzondere aandacht voor houtproducten met een lange levensduur. Het is ook de bedoeling om de niet op hout gebaseerde bossector te stimuleren, waaronder het ecotoerisme.

In de strategie wordt nogmaals gewezen op de noodzaak en de inzet om de laatste resterende oude en oerbossen in de EU strikt te beschermen. Hoewel dit slechts een klein deel van het bos in de EU omvat, zal dit ertoe bijdragen dat de belangrijkste reservoirs van biodiversiteit en belangrijke koolstofvoorraden voor toekomstige generaties in goede staat worden gehouden. In de strategie zijn ook maatregelen vastgesteld om het concept van duurzaam bosbeheer voor aspecten in verband met het klimaat en biodiversiteit te versterken, worden de klimaat- en biodiversiteitsvriendelijkste bosbeheermethoden gestimuleerd en is gepland bindende natuurhersteldoelstellingen voor het bos vast te stellen in de binnenkort verwachte EU-wetgeving inzake herstel van de natuur, zoals aangekondigd in de EU-biodiversiteitsstrategie voor 2030.

De strategie voorziet ook in de ontwikkeling van betalingsregelingen voor boseigenaren en -beheerders voor het verlenen van ecosysteemdiensten, bijvoorbeeld door delen van hun bossen intact te houden. In de strategie worden lidstaten onder meer opgeroepen om in het kader van het gemeenschappelijk landbouwbeleid (GLB) betalingsregelingen op te zetten voor ecosysteemdiensten door boseigenaren en -beheerders om de kosten en gederfde inkomsten te dekken. Ook worden de lidstaten opgeroepen de uitrol van koolstoflandbouwpraktijken te versnellen, bijvoorbeeld via de ecoregelingen van het GLB inzake boslandbouw of interventies op het gebied van plattelandsontwikkeling. In de “van boer tot bord”-strategie is een specifiek initiatief voor koolstoflandbouw aangekondigd, dat eind 2021 door de Commissie zal worden gepresenteerd; hiermee zal een nieuw groen bedrijfsmodel worden bevorderd dat klimaat- en milieuvriendelijke maatregelen van grondbeheerders, waaronder bosbeheerders en boseigenaren, beloont op basis van de klimaatvoordelen die zij bieden. In nauwe samenwerking met de lidstaten en met belanghebbenden op bosgebied zullen richtsnoeren voor bosbouw met respect voor de natuur worden ontwikkeld en de naleving van die richtsnoeren zal via een vrijwillig certificeringssysteem worden gestimuleerd.

Er wordt ook een reeks facilitators voorgesteld, voor diensten variërend van onderzoek en opleiding tot begeleiding en advies. Zij zullen de juiste omstandigheden creëren om de toestand van het bos in de EU te verbeteren. Bovendien zal de geactualiseerde governancestructuur voor het bos lidstaten, boseigenaren en -beheerders, de bedrijfstak, de academische wereld en het maatschappelijk middenveld een meer inclusieve ruimte bieden om de toekomst van het bos in de EU te bespreken en deze waardevolle troeven voor de komende generaties in stand te houden.

De strategie gaat vergezeld van een routekaart voor het tegen 2030 in de EU planten van ten minste drie miljard extra bomen, met volledige inachtneming van de ecologische beginselen.

Om een volledig en vergelijkbaar beeld te krijgen van de toestand, de evolutie en de verwachte toekomstige ontwikkelingen van het bos in de EU, wordt in de bosstrategie een wetgevingsvoorstel aangekondigd voor de bewaking, rapportage en gegevensverzameling betreffende het bos in de EU. Een geharmoniseerd gegevensverzamelingssysteem in de EU, in combinatie met strategische planning op het niveau van de lidstaten, is van het grootste belang om ervoor te zorgen dat het bos, zoals op EU-niveau overeengekomen, de vele functies ervan op het gebied van klimaat, biodiversiteit en economie kan vervullen.

Last but not least versterkt de Commissie handhavingsmaatregelen om ervoor te zorgen dat de EU-lidstaten de EU-wetgeving op het gebied van bosbescherming en het in de handel brengen van hout toepassen.

Wat is de toestand van de bossen in de EU?

Momenteel bestaat 43,5 % van het landoppervlak van de EU — bijna 182 miljoen hectare — uit bos en andere beboste grond. Hoewel veel lacunes in de gegevens nog moeten worden opgevuld, is het duidelijk dat de Europese bossen onder toenemende druk staan. Dit is deels het gevolg van natuurlijke processen, maar ook van toegenomen menselijke activiteit en druk, waaronder de vraag naar biomassa, klimaatverandering, lucht- en waterverontreiniging, verstedelijking, versnippering van het landschap en verlies van habitats en biodiversiteit. Het bosareaal is de laatste decennia dankzij natuurlijke processen, bebossing, duurzaam beheer en actief herstel groter geworden, maar tegelijkertijd is de bedekking met bomen versneld verkleind en laat de staat van instandhouding van het bos te wensen over, en dat geldt ook voor de 27 % van het bosgebied in de EU dat een beschermde status heeft en het gezondst zou moeten zijn.

Klimaatverandering is een bijzonder ernstige risicofactor voor het bos in Europa en de wereld. De opwarming van de aarde is al zo sterk geweest dat dit tot veranderingen in boshabitats heeft geleid, en de afgelopen jaren zijn grote bosgebieden in de EU door ongekende schorskeverplagen, ernstige droogte en nieuwe bosbrandpatronen getroffen. Naar verwachting zal de situatie verder verslechteren en nemen de risico's voor de levering van andere vitale ecosysteemdiensten door het bos toe.

Daarom is het dringend noodzakelijk om negatieve trends om te buigen en nieuwe en meer biodiversiteitsvriendelijke bosbeheer-, bebossings- en herstelpraktijken toe te passen die de veerkracht van het bos versterken en het bos aan de klimaatverandering aanpassen. Er moet ook worden gewaarborgd dat de houtvoorziening in synergie met de verbetering van de staat van instandhouding van Europese en mondiale bossen plaatsvindt. Hout met een hoge ecologische waarde mag niet worden gebruikt en de houtverwerkende bio-economie moet binnen de grenzen van duurzaamheid blijven en met de klimaat- en biodiversiteitsdoelstellingen van de EU voor 2030 en 2050 verenigbaar zijn.

Zal de strategie de houtkap in de EU terugdringen?

Doel van de strategie is ervoor te zorgen dat het bos in de EU de komende decennia groeit en gezond en veerkrachtig is. De strategie moet ervoor zorgen dat hout optimaal wordt gebruikt, in overeenstemming met het cascadebeginsel, dat de houtkap binnen de duurzaamheidsgrenzen blijft en dat de vereisten van de Europese klimaatwet en de doelstelling van klimaatneutraliteit tegen 2050 worden nageleefd, zoals door alle EU-lidstaten overeengekomen. Het is duidelijk dat hout, in het licht van de klimaatdoelstellingen van de EU voor 2030 en 2050, geen onbeperkte hulpbron is en daar moeten de lidstaten rekening mee houden. Zoals in recente wetenschappelijke studies wordt aangegeven, is het onwaarschijnlijk dat de potentiële extra voordelen van geoogste houtproducten en vervanging van materialen tot 2050 de vermindering van de nettoboskoolstofput als gevolg van de toegenomen houtkap zullen compenseren. De lidstaten moeten aandacht aan dit risico besteden; het valt uit hoofde van de relevante toepasselijke wetgeving namelijk onder hun verantwoordelijkheid.

Hoe gaat de Commissie ervoor zorgen dat er drie miljard bomen extra worden aangeplant?

Bij het planten en kweken van extra bomen moeten de ecologische beginselen die bevorderlijk zijn voor de biodiversiteit in acht worden genomen en moet op toekomstige klimaatomstandigheden worden geanticipeerd. Dat betekent dat in bossen, in boslandbouw- en stedelijke gebieden de juiste boom op de juiste plaats en voor het juiste doel moet worden aangeplant. De toezegging van drie miljard bomen extra zal met een plannings- en monitoringsysteem voor de lange termijn worden uitgevoerd om te waarborgen dat de bomen niet alleen worden aangeplant, maar ook in de loop der tijd kunnen groeien en in een veranderend klimaat goed kunnen gedijen. De rol van de Commissie zal erin bestaan de vooruitgang te vergemakkelijken, te motiveren, te tellen en te monitoren.

Het succes van de toezegging zal in hoge mate afhangen van lokale initiatieven. Particulieren, verenigingen, bedrijven en overheidsinstanties zoals steden en regio's worden aangemoedigd aan het initiatief deel te nemen. In samenwerking met andere relevante initiatieven, zoals het klimaatpact of de “Onderwijs voor klimaat”-coalitie, zal de Commissie de toezegging promoten en burgers en scholen mobiliseren. In de routekaart voor drie miljard bomen worden de voorwaarden gespecificeerd waaronder bomen als “extra” meetellen.

Voor de financiering van zaailingen, personeelskosten voor aanplant, voorbereiding van de grond en nazorg zullen enkele financieringsmechanismen van de EU voor cofinanciering beschikbaar worden gesteld, zoals het LIFE-programma, de fondsen voor het cohesiebeleid en het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling. Ook de financiering door de particuliere sector zal een belangrijke rol spelen. Horizon Europa zal het initiatief ondersteunen door de wetenschappelijke kennis over herstel, bebossing en herbebossing te verbeteren.

Via een website en een interactieve online kaart met een geïntegreerd “Waar is mijn boom?”-loket die de Commissie samen met het Europees Milieuagentschap heeft ontwikkeld, zullen Europese burgers de voortgang en het planten van de bomen kunnen volgen.

Hoe zal de strategie bosbouwers en boseigenaren ondersteunen?

Particuliere boseigenaren en -beheerders, met name van kleine bedrijven, zijn vaak voor hun levensonderhoud rechtstreeks van het bos afhankelijk. De andere voordelen, met name de levering van ecosysteemdiensten, worden zelden of nooit beloond. Daar moet verandering in komen. De geraamde waarde van alle geoogste, niet op hout gebaseerde producten in Europa bedraagt 19,5 miljard euro per jaar, met een aanzienlijk groeipotentieel.

Boseigenaren en -beheerders hebben prikkels en financiële stimulansen nodig om ook ecosysteemdiensten te kunnen leveren in de vorm van bosbescherming en -herstel en om de veerkracht van hun bos te vergroten door de meest klimaat- en biodiversiteitsvriendelijke bosbeheerpraktijken toe te passen. Dit is met name van belang in delen van Europa die eerder en harder door de klimaatverandering zijn geraakt dan verwacht en waar plattelandsgebieden als gevolg van bosrampen zijn getroffen door verlies van inkomen, van middelen van bestaan en zelfs van levens.

Het nieuwe GLB (voor 2023-2027) biedt meer flexibiliteit om bosgerelateerde interventies op basis van nationale behoeften en specifieke kenmerken op te zetten, alsook om de bureaucratie te verminderen, waarbij de Europese Green Deal, het nationale bosbeleid en de milieu- en klimaatwetgeving van de EU met elkaar in verband worden gebracht en een synergetische benadering wordt gewaarborgd. De aanbevelingen aan de lidstaten betreffende de strategische GLB-plannen voor de periode 2023-2027 hebben de nodige aandacht voor het bos aangemoedigd. In de bosstrategie worden lidstaten voorts opgeroepen om onder andere in het kader van het GLB betalingsregelingen voor ecosysteemdienstverlening door boseigenaren en -beheerders op te zetten en via dit en andere overheidsinstrumenten de uitrol van koolstoflandbouwpraktijken te versnellen.

De strategie voorziet ook in opleiding gedurende het hele leven en advies om bosbouwers te ondersteunen bij hun inspanningen om tot duurzaam bosbeheer te komen en het bos aan de klimaatverandering aan te passen. De Commissie stelt voor om de belangrijkste vereiste vaardigheden op het gebied van bosbouw in kaart te brengen en beoogt opleidingsprogramma's op te zetten om de vraag naar en het aanbod van banen op elkaar af te stemmen.

Tot slot zal de Commissie met de lidstaten samenwerken om de rol van de bosbouw in het Europees Partnerschap voor innovatie, voor de productiviteit en duurzaamheid in de landbouw te versterken. Het doel is de toepassing van innovaties te versnellen, kennisuitwisseling, samenwerking, onderwijs, opleiding en advies ter ondersteuning van duurzame bosbeheerpraktijken te bevorderen en het sociaaleconomische en ecologische potentieel van het bos in plattelandsgebieden te ontsluiten.

De onderzoeksmissie op het gebied van bodemgezondheid en voedsel in het kader van Horizon Europa zal een krachtig instrument zijn om een solide en aan de locatie aangepast herstel van het bos en de bodem te ondersteunen.

Wat is de rol van de bio-economie in de bosstrategie?

Duurzaam ruwhout en duurzame niet op hout gebaseerde materialen en producten zijn essentieel voor de transitie van de EU naar een duurzame klimaatneutrale economie. De bosstrategie heeft tot doel de volledige duurzame bio-economie van het bos te stimuleren, zodat deze in synergie met de ambitieuze klimaat- en biodiversiteitsdoelstellingen van de EU werkt.

Wat hout betreft, moet de EU zich op innovatieve producten richten en haar focus van kortdurend naar langdurend gebruik van hout verleggen. Hoe langer de levensduur van het product, des te geringer zijn de gevolgen voor het klimaat, aangezien duurzaam geproduceerde houtproducten met een lange levensduur kunnen bijdragen aan de verwijdering van koolstof door de daarin opgenomen koolstof.

Met name de bouwsector biedt een enorme mogelijkheid om meer hout te gebruiken en op fossiele materialen gebaseerde tegenhangers te vervangen, zodat onze gebouwde omgeving deel gaat uitmaken van onze koolstofput, aangezien het hout dat de koolstof opslaat, zal worden behouden en hergebruikt. Met het initiatief nieuw Europees Bauhaus zal steun worden verleend aan innovatieve projecten op het gebied van houtbouw. Daarnaast zal de Commissie een routekaart voor 2050 ontwikkelen om de koolstofemissies gedurende de hele levenscyclus in gebouwen te verminderen, evenals een methodologie om de klimaatvoordelen van houtproducten en andere bouwmaterialen te kwantificeren.

Ook voor houtproducten met een korte levensduur is een rol weggelegd, met name bij het vervangen van de tegenhangers op fossiele basis. Voor hout dat zowel voor de productie van producten met een korte levensduur als voor de energieproductie wordt gebruikt, moet echter het soort hout worden ingezet dat ongeschikt is voor materialen en producten met een lange levensduur, en secundaire houtachtige biomassa zoals bijproducten van zagerijen, residuen en gerecycleerde materialen.

In overeenstemming met het nieuwe EU-actieplan voor de circulaire economie moet prioriteit worden gegeven aan een betere benutting, hergebruik en recycling van alle houtproducten, in plaats van de houtkap in het bos te vergroten. Een verbeterde circulariteit van producten biedt de mogelijkheid om alle producten op basis van hout voor de diverse gebruiksdoeleinden langer in de economie te houden.

In de strategie wordt er niet alleen op gewezen hoe belangrijk de op hout gebaseerde bio-economie is, maar ook hoe belangrijk het is de niet op hout gebaseerde bio-economie, waaronder recreatie en ecotoerisme, te bevorderen om inkomsten op het platteland te diversifiëren en tegelijkertijd voordelen voor het klimaat en de biodiversiteit te genereren.

Voor de toenemende, multifunctionele rol die het bos bij de transitie naar een duurzame en klimaatneutrale toekomst zal spelen, is een groter scala aan vaardigheden nodig. Er zal behoefte zijn aan deskundigen op het gebied van betere praktijken voor duurzaam bosbeheer en bebossing, architecten, ingenieurs en ontwerpers, voedingsdeskundigen, gegevensspecialisten, chemici en facilitators van ecotoerisme. Er zullen ondersteunende instrumenten worden gecreëerd voor de ontwikkeling van de benodigde nieuwe vaardigheden.

Hoe wordt in de strategie voorgesteld om de bosbewaking en -informatie in de EU te verbeteren?

Er is in het algemeen behoefte aan meer, betere en vergelijkbare gegevens over de Europese bossen en de manier waarop zij worden beheerd. Momenteel bestaan er geen uitgebreide rapportagevereisten en vindt er onvoldoende planning voor het bos plaats waarbij op een gecoördineerde wijze de multifunctionaliteit van het bos in de EU zou worden aangepakt en hiervan een volledig beeld zou worden gegeven, met name wat betreft de beperking van en de aanpassing aan de klimaatverandering, de ecologische toestand van het bos, de preventie en bestrijding van schade aan het bos, en de vraag naar en het aanbod van biomassa uit het bos voor verschillende sociaaleconomische doeleinden.

Dit leidt tot een situatie waarin enerzijds de lidstaten, onder meer in de Europese klimaatwet, zijn overeengekomen om bij de transitie van de EU naar een klimaatneutrale economie in grote mate op het bos en op de op het bos gebaseerde bio-economie te vertrouwen. Anderzijds zijn er verschillende versnipperde monitoring- en rapportagemechanismen, maar geen strategisch kader waarin deze mechanismen worden samengebracht en het mogelijk wordt gemaakt om uitvoerig en samen met de lidstaten te laten zien dat de EU op de goede weg is en dat het bos daadwerkelijk verschillende behoeften en functies kan vervullen.

Om deze lacunes en zwakke punten aan te pakken, zal de Commissie een EU-wetgevingskader voor waarneming, rapportage en gegevensverzameling betreffende het bos voorstellen om de algemene toestand, de ontwikkeling, het beheer en het gebruik van het bos en de rijkdommen ervan in de EU op talrijke gebieden te vergelijken. In dit kader zal gebruik worden gemaakt van teledetectietechnologieën en geospatiale gegevens die in monitoring op de grond geïntegreerd zijn, wat de nauwkeurigheid van de monitoring zal verbeteren, alsook van strategische plannen voor het bos die op basis van een gemeenschappelijke algemene structuur en gemeenschappelijke algemene elementen door bevoegde nationale of, indien van toepassing, regionale autoriteiten zullen worden opgesteld.

Het Europees informatiesysteem voor bossen (FISE, Forest Information System for Europe) is momenteel het enige toegangspunt voor gegevens en informatie ter ondersteuning van bosgerelateerd beleid in Europa en draagt nu al bij tot de bewaking van de Europese bossen op basis van gegevens en informatie uit de lidstaten van de EU en de EER. Met het nieuwe EU-bosbewakingskader wordt het FISE verder versterkt en wordt op de infrastructuur ervan voortgebouwd.

Hoe waarborgt de strategie de naleving van het subsidiariteitsbeginsel?

Wat de bossen betreft, is er een duidelijk evenwicht tussen de bevoegdheden van de EU en die van de lidstaten. De EU beschikt over een reeks bevoegdheden op het gebied van bossen die met de lidstaten worden gedeeld, waaronder klimaat, milieu en landbouw, die de Unie met inachtneming van het subsidiariteitsbeginsel heeft uitgeoefend. Al in 1999 heeft het Hof van Justitie van de EU bevestigd dat bosbescherming onder de milieurechtsgrondslag van de EU valt. De Commissie heeft deze bevoegdheid op het gebied van bossen en bosbouw in verschillende gevallen uitgeoefend, bijvoorbeeld met de habitatrichtlijn, de houtverordening, de verordening inzake landgebruik en verandering in landgebruik en bosbouw op het gebied van het klimaatbeleid en de richtlijn hernieuwbare energie.

Bij de uitoefening van deze bevoegdheden werkt de Commissie nauw samen met de bevoegde autoriteiten van de lidstaten en alle belanghebbenden, met volledige inachtneming van het subsidiariteitsbeginsel.

Hoe zijn de belanghebbenden bij het opstellen van deze strategie betrokken?

Tijdens de voorbereiding van de strategie is een groot aantal raadplegingsactiviteiten uitgevoerd. Er heeft een raadpleging over de routekaart plaatsgevonden en er is via de website van de Europese Commissie een openbare raadpleging in alle officiële talen van de EU gehouden, waarop meer dan 19 000 reacties zijn ontvangen. Er hebben tevens gerichte raadplegingen plaatsgevonden van de bevoegde autoriteiten van de EU-lidstaten die verantwoordelijk zijn voor bosbouw, van de houtsector, ngo's, de academische wereld en internationale organisaties. Er is ook rekening gehouden met de evaluatie van de huidige bosstrategie van de EU en andere bosgerelateerde beleidsmaatregelen (bv. biodiversiteit, plattelandsontwikkeling). Daarnaast is rekening gehouden met relevante input van de andere EU-instellingen. Daarbij ging het onder meer om relevante conclusies van de Raad (bv. over de evaluatie van de EU-bosstrategie en over de nieuwe biodiversiteitsstrategie) en recente resoluties van het Europees Parlement over het bos.

De resultaten van het raadplegingsproces zijn samengevat in een werkdocument van de diensten van de Commissie bij de strategie.

Wat doet de Commissie om ontbossing buiten de EU te voorkomen?

De Commissie onderkent volledig dat de uitdagingen voor de bossen eigenlijk de hele wereld betreffen. Enerzijds richt de Commissie zich met deze strategie op de EU, anderzijds blijft zij zich volledig inzetten voor de uitvoering van de mededeling uit 2019 om de bossen wereldwijd te beschermen en te herstellen. Een van de toezeggingen waaraan de Commissie momenteel werkt, is nieuwe wetgeving om door de EU veroorzaakte ontbossing en bosdegradatie aan te pakken, en het voorstel moet later dit jaar worden aangenomen. Het doel is te voorkomen dat producten en goederen die ontbossing veroorzaken, op de EU-markt worden verkocht.

Nadere informatie

Persbericht

EU-bosstrategie voor 2030