Kamerdebat over de Staat van de EU: stemming overwegend pro-Europees
DEN HAAG (PDC i) - Tweede Kamerleden en Nederlandse Europarlementariërs gingen gisteren in debat met demissionair minister-president Rutte i en minister Kaag i van Buitenlandse Zaken over de staat van de Europese Unie. Dit plenaire debat vond plaats naar aanleiding van het rapport over de Staat van de Europese Unie 2021, dat afgelopen april door het kabinet werd gepresenteerd. Dit jaarlijkse document blikt terug op de belangrijkste Europese ontwikkelingen van het afgelopen jaar en introduceert de visie van de regering ten aanzien van verschillende onderwerpen uit het werkprogramma van de Europese Commissie.
Aan het debat over de Staat van de Europese Unie namen traditiegetrouw, naast de Tweede Kamerleden, ook Nederlandse Europarlementariërs deel. Gewoonlijk mogen zij geen interrupties plaatsen, maar Kamervoorzitter Bergkamp week van dit gebruik af door de Europarlementariërs de mogelijkheid te bieden om ‘een enkele feitelijke vraag’ te stellen.
Tijdens het debat werd onder andere gesproken over de Conferentie over de Toekomst van Europa i, Europese integratie, de geopolitieke slagvaardigheid van de EU, arbeidsmigratie, en het Europese klimaat-en landbouwbeleid. Opvallend hierin was de pro-Europese insteek die naar voren werd gebracht door CDA-EP-lid, Esther de Lange i en haar VVD collega Malik Azmani i. Beiden benadrukten het belang van de Europese Unie en riepen op tot een meer actiever houding van de regering in de Europese context.
Aan het einde van het debat werden verschillende moties ingediend. De motie van Sjoerd Sjoerdsma i (D66) om het OESO-voorstel voor een minimumwinstbelastingtarief zo snel mogelijk om te zetten in een EU-richtlijn, werd mede-ondertekend door de fracties van het CDA i, GroenLinks i en PvdA i. Kati Piri i (PvdA) verzocht de regering om in te zetten op een verhoging van dit tarief van 15% naar 21%, maar de steun voor dit verzoek was geringer.
Sjoerdsma’s motie over het opheffen van de unanimiteit voor het Europese buitenlandbeleid kon wel rekenen op steun van een groot gedeelte van de Kamer (CDA, VVD, GroenLinks en PvdA). Hetzelfde gold voor de motie van Laurens Dassen i (Volt) die de regering verzocht om zich uit te spreken tegen de recente anti-lhbti-wetgeving van de Hongaarse regering. Rutte zegde toe zijn Hongaarse ambtgenoot volgende week tijdens de Europese top aan te spreken op zijn handelen en minister Kaag zal gezamenlijk met haar Belgische en Luxemburgse collega’s de Hongaarse regering aanspreken.
Bron: Tweede Kamer