Vragen en antwoorden - Richtlijn over televisie- en radioprogramma's
Wat waren de uitdagingen voor online uitzending en doorgifte van televisie- en radioprogramma's die met de richtlijn over televisie- en radioprogramma's worden aangepakt?
Omroeporganisaties bieden hun programma's steeds vaker online aan (live, dus tegelijk met de traditionele uitzending, maar ook achteraf, denk bijvoorbeeld aan terugkijk-tv, uitzending gemist, enz.). Maar zulke programma's zijn online vaak niet beschikbaar in andere EU-landen, ook al is er daar belangstelling voor. Vaak is het namelijk erg omslachtig om de rechten voor zulke uitzendingen te regelen: omroepen moeten toestemming krijgen van verschillende rechthebbenden en voor verschillende categorieën auteursrechtelijk beschermde content, en dat apart voor elk land waar de uitzending online beschikbaar zal zijn.
Zogenaamde doorgiftediensten bieden pakketten van radio- en tv-zenders aan. Daarvoor gebruiken ze steeds vaker andere technologieën dan de kabel (bijvoorbeeld IPTV), maar met de vorige regels konden ze de uitzendrechten alleen makkelijk vereffenen voor doorgifte via de kabel. Voor aanbieders van doorgiftediensten die andere technologieën gebruiken (bijv. satelliet, IPTV, DVB-T, T-DAB, mobiele netwerken, internet), boden die regels dus geen oplossing. De regels omtrent uitzendrechten waren zelfs zo complex, dat het voor zulke aanbieders moeilijk werd om programma's uit andere EU-landen aan te bieden.
Hoe kan de nieuwe richtlijn over televisie- en radioprogramma's het aanbod aan radio- en tv-programma's uit andere landen verruimen?
De nieuwe richtlijn over televisie- en radioprogramma's pakt de bovenstaande problemen met de vereffening van auteursrechten op twee manieren aan:
-
-Het beginsel van het "land van oorsprong” wordt ingevoerd: een omroep hoeft de rechten voor programma's die online worden aangeboden (hetzij live, hetzij achteraf via uitzending gemist, terugkijk-tv enz.) alleen te vereffenen voor het land waar de omroep zijn hoofdkantoor heeft, en dus niet voor alle landen waar de omroep de uitzending wil aanbieden. De vergoeding die de omroep aan de rechthebbenden betaalt, moet wel in verhouding staan tot het aantal kijkers en luisteraars. Dankzij dit oorsprongslandbeginsel wordt het voor omroepen makkelijker om bepaalde programma's (alle radioprogramma's, nieuws- en actualiteitenprogramma's op tv, en onafhankelijke omroepproducties in eigen beheer) ook in andere EU-landen online aan te bieden. Uiteindelijk betekent dit voor de consument een breder kijk- en luisteraanbod online van omroepen uit de hele EU. Zo wordt het voor taalminderheden of Europeanen die in een ander EU-land wonen, makkelijker om programma's in hun moedertaal te volgen.
-
-Het systeem van verplicht collectief beheer, dat tot dusver alleen voor uitzendingen via de kabel gold, wordt uitgebreid tot doorgiftediensten via andere systemen, zoals IPTV, de satelliet, DVB-T, DAB-T en onlinetechnologie. Zo kunnen aanbieders de nodige rechten veel eenvoudiger vereffenen met de omroepen waarvan ze uitzendingen doorgeven en met organisaties voor collectief beheer, d.w.z. organisaties die een groot aantal rechthebbenden gezamenlijk vertegenwoordigen, in plaats van met allerlei individuele rechthebbenden (zoals componisten of programmamakers). Tegelijkertijd zorgt dit systeem ervoor dat de rechten van alle betrokken rechthebbenden worden gerespecteerd. Door de nieuwe regels kunnen doorgiftediensten hun klanten nog meer zenders uit de hele Europese Unie aanbieden. Wil bijvoorbeeld een Belgische aanbieder zijn klanten met IPTV in België een groter pakket aanbieden met zenders uit veel meer verschillende EU-landen, dan wordt het nu makkelijker om de rechten voor die zenders te vereffenen.
Het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie hebben in het voorjaar van 2019 groen licht gegeven voor de nieuwe richtlijn over televisie- en radioprogramma's. De uiterste termijn voor de omzetting van de nieuwe regels door de lidstaten is maandag 7 juni 2021.
Voor welke diensten geldt het oorsprongslandbeginsel?
Het oorsprongslandbeginsel geldt voor omroepen die online programma's beschikbaar stellen die ook op de traditionele manier worden uitgezonden.
Het gaat dus om programma's die tijdens de gewone uitzending online te volgen zijn ("simulcasting"), programma's die na de eerste uitzending nog een beperkte tijd online te beluisteren en/of te bekijken zijn (uitgesteld kijken, terugkijk-tv, uitzending gemist enz.), en content die de oorspronkelijke uitzending aanvult, verrijkt of uitbreidt (denk aan previews of extra's zoals een making-of).
Het oorsprongslandbeginsel geldt niet voor video-on-demand (VOD).
Wat voor programma's vallen onder het oorsprongslandbeginsel?
Het oorsprongslandbeginsel geldt voor alle radioprogramma's, voor nieuws- en actualiteitenprogramma's op tv, en voor onafhankelijke omroepproducties in eigen beheer.
Het oorsprongslandbeginsel is dus niet van toepassing op televisieproducties die zijn gekocht van derden of door de omroep zijn besteld bij onafhankelijke producenten. Ook televisie-uitzendingen van sportevenementen vallen er niet onder.
Zijn omroepen verplicht om zulke programma's in andere landen online aan te bieden?
Nee. Het oorsprongslandbeginsel is een hulpmiddel voor omroepen die hun programma's graag online in andere EU-landen beschikbaar willen maken, maar geen enkele omroep is daartoe verplicht.
Welke doorgiftediensten kunnen van het systeem van verplicht collectief beheer profiteren?
Kabelmaatschappijen profiteren nu al van dit verplicht collectief beheer in het kader van de bestaande satelliet- en kabelrichtlijn (Richtlijn 93/83/EEG). Dankzij de nieuwe richtlijn kunnen ook aanbieders die andere technologieën gebruiken (bijv. satelliet, IPTV, mobiele netwerken, internet) de uitzendrechten voor radio- en tv-programma's uit andere EU-landen op deze manier vereffenen. Doorgiftediensten via internet vallen onder de nieuwe regels mits de programma's worden aangeboden in een beheerde omgeving, d.w.z. beveiligd en uitsluitend voor aangemelde gebruikers.
De regels inzake verplicht collectief beheer zijn niet van toepassing op de doorgifte van content waarvan omroepen de rechten bezitten. In zulke gevallen verlenen omroepen rechtstreeks licenties aan aanbieders van doorgiftediensten, zoals ook al gebeurt bij kabelmaatschappijen in het kader van de satelliet- en kabelrichtlijn.
Wat is "directe injectie"? Welke nieuwe regels bevat de richtlijn?
Directe injectie is een proces dat omroepen steeds vaker gebruiken om hun programma's aan het publiek door te geven. Ze zenden hun programma's dan niet meer zelf rechtstreeks uit via de ether of de kabel, maar geven ze door aan distributeurs, die de content op hun beurt aanbieden aan het publiek.
De richtlijn verduidelijkt dat dit moet worden beschouwd als één enkele handeling van communicatie die omroep en distributeur samen verzorgen en waarvoor zij de toestemming van de rechthebbenden nodig hebben. Deze nieuwe regel zorgt ervoor dat houders van rechten naar behoren worden vergoed wanneer hun werken worden gebruikt in programma's die worden uitgezonden via directe injectie.
Meer informatie
Deze vragen en antwoorden zijn een update van Vragen en antwoorden - Richtlijn over televisie- en radioprogramma's, gepubliceerd op 28 maart 2019.
Persbericht: Nieuwe EU-auteursrechtenregels die ten goede komen aan makers, bedrijven en consumenten vanaf nu van toepassing
Factsheet: Betere toegang tot audiovisuele programma's in de hele EU