Europese klimaatwet: Raad en Parlement bereiken voorlopig akkoord
De onderhandelaars van de Raad i en het Europees Parlement i hebben een voorlopig politiek akkoord bereikt waarmee in wetgeving wordt vastgelegd dat de EU in 2050 klimaatneutraal moet zijn en de collectieve netto-emissies van broeikasgassen (emissies na aftrek van verwijderingen) in 2030 ten minste 55 % lager moeten zijn ten opzichte van het niveau van 1990.
Wij zijn zeer opgetogen over het voorlopige akkoord van vandaag. De Europese klimaatwet is "de wet der wetten" die het kader vastlegt voor de EU-klimaatwetgeving van de komende 30 jaar. De EU is vastbesloten om uiterlijk in 2050 klimaatneutraal te zijn en we kunnen er trots op zijn dat we vandaag een ambitieuze klimaatdoelstelling hebben vastgelegd die door iedereen wordt gesteund. Met dit akkoord sturen we - kort voor de klimaattop van de wereldleiders op 22 april - een krachtig signaal de wereld in en effenen we het pad voor de Commissie om in juni haar klimaatpakket "Fit for 55" voor te stellen.
João Pedro Matos Fernandes, minister van Milieubeheer en Klimaatactie
Wat het streefcijfer voor 2030 betreft werden de onderhandelaars het erover eens dat prioriteit moet worden gegeven aan emissiereducties boven verwijderingen. Om ervoor te zorgen dat er tot 2030 voldoende inspanningen worden geleverd om emissies te verminderen en te voorkomen, voerden ze een plafond van 225 miljoen ton CO2-equivalent in voor het aandeel van verwijderingen in het nettostreefcijfer. Ook moet de Unie proberen om uiterlijk in 2030 tot meer nettokoolstofputten te komen.
Ook wordt er een Europese wetenschappelijke adviesraad inzake klimaatverandering ingesteld, met 15 senior wetenschappelijke deskundigen van verschillende nationaliteiten, waarvan maximaal 2 leden dezelfde nationaliteit bezitten, met een ambtstermijn van 4 jaar. Deze onafhankelijke raad moet onder meer wetenschappelijk advies geven en verslag uitbrengen over EU-maatregelen, klimaatstreefcijfers en indicatieve begrotingen voor broeikasgassen en de vraag of die stroken met de Europese klimaatwet en de internationale verbintenissen van de EU in het kader van de Overeenkomst van Parijs.
De Commissie zal indien nodig een tussentijdse klimaatdoelstelling voor 2040 zal voorstellen, uiterlijk 6 maanden na de eerste algemene inventarisatie in het kader van de Overeenkomst van Parijs. Ze zal tegelijkertijd een indicatieve broeikasgasbegroting in de Unie voor de periode 2030-2050 publiceren, samen met de onderliggende methode. Die begroting wordt gedefinieerd als de indicatieve totale hoeveelheid netto-broeikasgas-emissies (uitgedrukt als CO2-equivalent, met afzonderlijke informatie over emissies en verwijderingen) die voor die periode verwacht wordt zonder dat de verbintenissen van de Unie in het kader van de Overeenkomst van Parijs in het gedrang komen.
De onderhandelaars kwamen ook overeen dat de Commissie in gesprek zal gaan met de economische sectoren die ervoor kiezen vrijwillige indicatieve routekaarten op te stellen voor het behalen van de EU-doelstelling van klimaatneutraliteit in 2050. De Commissie zal het opstellen van die routekaarten monitoren, de dialoog op EU-niveau bevorderen en beste praktijken uitwisselen met de relevante belanghebbenden.
In het voorlopige akkoord is ook een ambitieuze doelstelling voor de EU opgenomen om na 2050 naar negatieve emissies te streven.
Het voorlopige politieke akkoord moet nog worden goedgekeurd door de Raad en het Parlement voordat de formele vaststellingsprocedure kan worden gestart. Het voorlopige akkoord werd gesloten door het Portugese voorzitterschap van de Raad en de vertegenwoordigers van het Europees Parlement, op basis van de mandaten van hun respectieve instellingen.
De tekst van het akkoord volgt nog.
Achtergrond
De Europese Raad i schaarde zich in zijn conclusies van 12 december 2019 achter de doelstelling om in 2050 een klimaatneutrale EU tot stand te brengen, in overeenstemming met de doelstellingen van de Overeenkomst van Parijs. De leiders erkenden daarbij de noodzaak van een faciliterend kader dat alle lidstaten helpt met adequate instrumenten, stimulansen, steun en investeringen om een kostenefficiënte, rechtvaardige en tevens sociaal evenwichtige en faire transitie te waarborgen. Bij het bepalen van de startpunten moeten de nationale omstandigheden in aanmerking worden genomen.
Op 4 maart 2020 presenteerde de Europese Commissie i haar voorstel voor een Europese klimaatwet, een belangrijk onderdeel van de Europese Green Deal. Op 17 september 2020 keurde de Commissie een wijziging van dat voorstel goed: het voorgestelde EU-emissiereductiestreefcijfer voor 2030 bedraagt nu ten minste 55%. Daarnaast publiceerde de Commissie een mededeling over het klimaatdoelstellingsplan voor 2030, samen met een uitgebreide effectbeoordeling.
Op 10 en 11 december schaarde de Europese Raad zich in zijn conclusies achter een bindende EU-doelstelling van een nettoreductie in de EU van uitgestoten broeikasgassen van ten minste 55% in 2030 ten opzichte van 1990.
De Raad nam op 17 december 2020 zijn algemene oriëntatie (voorlopig standpunt) aan. Vervolgens hielden de Raad en het Europees Parlement een reeks trialogen om een akkoord over de definitieve tekst te bereiken.
Conclusies van de Europese Raad, 10-11 december 2020 (persmededeling, 11 december 2020)
Conclusies van de Europese Raad, 15-16 oktober 2020 (persmededeling, 16 oktober 2020)
Conclusies van de Europese Raad, 12 december 2019 (persmededeling, 12 december 2019)
Gewijzigd voorstel van de Europese Commissie
Klimaatverandering: wat onderneemt de EU? (achtergrondinformatie)