Vragen en antwoorden over de partnerschapsovereenkomst EU/Afrika-Caribisch gebied-Stille Oceaan

Met dank overgenomen van Europese Commissie (EC) i, gepubliceerd op donderdag 15 april 2021.

Wat is het partnerschap EU/Afrika-Caribisch gebied-Stille Oceaan en waarover gaat het?

Het ACS-EU-partnerschap is een van de oudste en meest omvattende kaders voor samenwerking tussen de EU en partnerlanden. Het verenigt meer dan 1,5 miljard mensen over vier continenten. Meer in het bijzonder verbindt het partnerschap de EU met 79 landen in Afrika, het Caribisch gebied en de Stille Oceaan. Onze samenwerking is breed en gebaseerd op de waarden en ambities die de EU en de ACS-landen i dichter bij elkaar brengen. De afgelopen jaren is het partnerschap gericht op de uitbanning van armoede en op inclusieve duurzame ontwikkeling in de ACS-landen. Ons optreden is toegespitst op drie belangrijke gebieden: politieke dialoog, ontwikkelingssamenwerking en handel.

Waarom een nieuwe partnerschapsovereenkomst?

Het huidige rechtskader voor het partnerschap, de Overeenkomst van Cotonou, werd in 2000 ondertekend voor een periode van twintig jaar en zou op 29 februari 2020 aflopen. Daarom zijn de onderhandelingen over een nieuwe partnerschapsovereenkomst die in de plaats moet komen van de Overeenkomst van Cotonou (vandaar de benaming “post-Cotonou”) in september 2018 van start gegaan. Intussen is de toepassing van de Overeenkomst van Cotonou verlengd tot en met 30 november 2021.

Bovendien was het moment aangebroken om lering te trekken uit onze samenwerking en om het nieuwe ACS-EU-partnerschap aan te passen aan de nieuwe realiteiten en ambities. De wereld is ingrijpend veranderd sinds de Overeenkomst van Cotonou twintig jaar geleden werd vastgesteld, en dat geldt ook voor de EU en haar partners. Dit betekende een herdefiniëring van onze doelstellingen en het formuleren van nieuwe ambities om in te spelen op de nieuwe behoeften en uitdagingen. De onderhandelingen werden gevoerd in overeenstemming met de EU-onderhandelingsrichtsnoeren die de Raad in juni 2018 heeft vastgesteld. Opgemerkt zij dat de ACS-groep van staten in april 2020 een internationale organisatie is geworden, de Organisatie van staten in Afrika, het Caribisch gebied en de Stille Oceaan (OACPS).

Wat zijn de nieuwe prioriteiten?

Met de opening van dit nieuwe hoofdstuk zal onze samenwerking meer politiek zijn en toegespitst worden op grotere ambities op lokaal, nationaal, regionaal en internationaal niveau. Om dit tot stand te brengen, is de nieuwe overeenkomst gebaseerd op zes prioritaire gebieden om de belangrijkste vraagstukken in de komende decennia aan te pakken. Het gaat daarbij om:

  • Mensenrechten, democratie en bestuur in mensgerichte en op rechten gebaseerde samenlevingen
  • Vrede en veiligheid
  • Menselijke en sociale ontwikkeling
  • Milieuduurzaamheid en klimaatverandering
  • Inclusieve duurzame economische groei en ontwikkeling
  • Migratie en mobiliteit

Daarnaast zijn er specifieke regionale prioriteiten die hieronder nader worden beschreven.

Wat zijn de belangrijkste voordelen van de nieuwe overeenkomst?

  • Een nieuwe “3 + 1”-structuur om de betrekkingen van de EU met elke regio te versterken, met behoud van alle voordelen van het overkoepelende OACPS-EU-kader. De overeenkomst bestaat uit een gemeenschappelijke basis voor alle landen, waarin de waarden en prioriteiten worden vastgesteld, samen met drie regionale protocollen (Afrika, Caribisch gebied, Stille Oceaan), die zijn toegesneden op de behoeften en dynamiek van elke regio. Dit maakt een ongekende regionale focus mogelijk. De regionale protocollen zullen hun eigen specifieke bestuursstructuur hebben om de betrekkingen met de EU en de verschillende regio's te beheren en te sturen, onder meer via gemengde parlementaire commissies. Er zal ook een overkoepelend gezamenlijk OACPS-EU-kader worden ingesteld, met een sterke parlementaire dimensie.
  • Een moderner en politiek partnerschap. In de nieuwe overeenkomst zal meer nadruk worden gelegd op samenwerking in internationale fora en op het opbouwen van allianties op het wereldtoneel. Dit is met name van belang omdat de EU en haar lidstaten en de leden van de OACPS samen meer dan de helft van de zetels in de Verenigde Naties vertegenwoordigen. Zo kunnen zij daadwerkelijk verandering teweegbrengen, waarbij zij samenwerken aan gemeenschappelijke doelstellingen en tegelijkertijd het multilateralisme versterken, waarin de EU en haar lidstaten geloven. Met deze nieuwe ambities gaan we duidelijk verder dan de traditionele ontwikkelingsdimensie.
  • Mondiale oplossingen voor mondiale uitdagingen. De nieuwe overeenkomst zal de capaciteit van de OACPS-EU versterken om samen op te treden tegen uitdagingen op het gebied van milieu en klimaatverandering. Dit geldt ook voor andere kwesties met een mondiale dimensie, zoals migratie en mobiliteit, maar ook voor vrede en veiligheid, waar nauwere samenwerking nodig is. De nieuwe overeenkomst zal een krachtig instrument zijn om vooruitgang te boeken bij de verwezenlijking van de Agenda 2030 van de VN en de duurzameontwikkelingsdoelstellingen (SDG's).
  • Hernieuwde aandacht voor klimaatverandering en ecologische duurzaamheid op een aantal gebieden, hetgeen een weerspiegeling is van de inspanningen van de EU en de OACPS voor een betere bescherming van mens en milieu. De partners zijn brede verbintenissen aangegaan en zullen een belangrijke rol spelen bij de uitvoering van de Overeenkomst van Parijs.
  • Bijzondere aandacht voor duurzame, inclusieve groei en werkgelegenheid, met name gericht op investeringen en de ontwikkeling van de particuliere sector.
  • Partnerschapsdialoog. De nieuwe overeenkomst zal in aanzienlijke mate ruimte bieden voor dialoog om kwesties van gemeenschappelijk belang aan te pakken op alle gebieden die onder het partnerschap vallen, en ook daarbuiten. De partnerschapsdialoog zal een van de belangrijkste instrumenten zijn om gemeenschappelijke belangen te verwezenlijken.

Wanneer treedt de nieuwe overeenkomst in werking en voor welke termijn?

De parafering van de tekst door de hoofdonderhandelaars markeert het einde van de onderhandelingen en is het moment waarop de tekst openbaar wordt gemaakt, maar er moeten nog verscheidene stappen worden gezet voordat de overeenkomst in werking kan treden. De partijen moeten hun interne goedkeuringsprocedures afronden. Aan EU-zijde moet de Raad van de EU zijn goedkeuring hechten aan de ondertekening, de voorlopige toepassing en de sluiting van de overeenkomst. Daartoe zal de Commissie eerst voorstellen voor besluiten van de Raad moeten vaststellen. Deze voorstellen zullen samen met de uit de onderhandelingen voortgekomen tekst die in alle EU-talen is vertaald, in de komende weken aan de Raad worden toegezonden. De Raad neemt pas een besluit over de sluiting na goedkeuring door het Europees Parlement, zoals bepaald in artikel 218, lid 6, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU). Dit proces duurt over het algemeen enkele maanden.

De overeenkomst zal ook aan de OACPS-zijde moeten worden goedgekeurd en geratificeerd, overeenkomstig de interne procedures van de OACPS-staten. De overeenkomst treedt pas in werking na ratificatie door een minimumaantal partijen (quorum).

De nieuwe partnerschapsovereenkomst wordt gesloten voor een initiële periode van twintig jaar.

Wat zijn de specifieke prioriteiten ten aanzien van Afrika?

Afrika ondergaat belangrijke veranderingen, krijgt nieuwe economische vooruitzichten en heeft de jongste wereldbevolking. Het continent staat voor een aantal uitdagingen, waaronder een toenemende door de natuur en door de mens veroorzaakte klimaatdruk. Tegen deze achtergrond zijn de belangrijkste kwesties die de komende jaren in het kader van het protocol Afrika-EU moeten worden aangepakt:

  • inclusieve, duurzame economische groei en ontwikkeling, waarbij de aandacht uitgaat naar het verbeteren van menselijk kapitaal en vaardigheden, het investeringsklimaat, intellectuele eigendom, de blauwe economie en de winnings- en verwerkende industrieën;
  • menselijke en sociale ontwikkeling, met nu meer nadruk op het aanpakken van ongelijkheden en sociale cohesie, en op de noodzaak van waardig werk. Verdere bevordering van de rechten van vrouwen en kinderen, culturele waarden en kennis, en bijstand aan mensen met een handicap behoren eveneens tot de prioriteiten;
  • milieu, beheer van natuurlijke hulpbronnen en klimaatverandering, met bijzondere aandacht voor beter landbeheer, behoud en herstel van biodiversiteit en ecosystemen, betere oceaangovernance en met nadruk op de circulaire economie;
  • vrede en veiligheid, een centrale kwestie om andere wederzijdse prioriteiten te kunnen verwezenlijken. Regionale en multilaterale samenwerking staan centraal in het partnerschap op dit gebied, met toezeggingen om samen te werken aan de vreedzame oplossing van conflicten en de bestrijding van georganiseerde misdaad, terrorisme, gewelddadig extremisme en de toenemende dreiging van cybercriminaliteit;
  • mensenrechten, democratie en bestuur, met name gendergelijkheid, rechtsstaat, justitie en goed financieel bestuur;
  • migratie en mobiliteit zijn een belangrijk thema, dat nu meer aandacht krijgt dan in het verleden het geval was. Onze evenwichtige, alomvattende en coherente aanpak houdt rekening met legale migratie en mobiliteit, de diaspora en geldovermakingen, maar ook met de noodzaak om irreguliere migratie, migrantensmokkel en mensenhandel aan te pakken in overeenstemming met het internationaal recht, met inbegrip van het internationaal recht inzake de mensenrechten.

Wat is het verband tussen de nieuwe partnerschapsovereenkomst, de Afrikaans-Europese alliantie voor duurzame investeringen en banen en de voorgestelde brede strategie met Afrika?

Al deze initiatieven gaan hand in hand. De nieuwe partnerschapsovereenkomst vormt het rechtskader voor de betrekkingen tussen de EU en Afrika ten zuiden van de Sahara, terwijl de Afrikaans-Europese alliantie voor duurzame investeringen en banen en de gezamenlijke mededeling met als titel “Naar een brede strategie met Afrika” politieke en economische strategieën zijn. Zij zijn cruciale elementen om uitvoering te geven aan de verklaring van de top van Abidjan tussen de Afrikaanse Unie en de Europese Unie.

De Afrikaans-Europese alliantie voor duurzame investeringen en banen heeft tot doel beide continenten nader tot elkaar te brengen door een aanzienlijke toename van particuliere investeringen van zowel Europeanen als Afrikanen, een verbetering van het ondernemingsklimaat, de bevordering van het handelsverkeer en de werkgelegenheid en ondersteuning van onderwijs en vaardigheden waarbij zowel Europeanen als Afrikanen gebaat zijn. De alliantie zal derhalve bijdragen aan de economische agenda van het regionale protocol voor Afrika in de nieuwe overeenkomst met de Afrikaanse leden van de OACPS.

De gezamenlijke mededeling met als titel “Naar een alomvattende strategie met Afrika” vormt onze basis voor de ontwikkeling van gezamenlijke prioriteiten met Afrikaanse partners tijdens de volgende top van de AU en de EU. De EU en de Afrikaanse partners zullen de op deze top overeen te komen prioriteiten uitvoeren en tegelijkertijd de betrekkingen tussen de EU en Afrika versterken.

Wat zijn de specifieke prioriteiten ten aanzien van het Caribisch Gebied?

De komende jaren zullen voor het Caribisch gebied cruciaal zijn voor het voorkomen van, het anticiperen op en de aanpassing aan de gevolgen van de klimaatverandering, die een enorme impact hebben op de regio en haar bevolking. Een even belangrijke uitdaging zal zijn om de vruchten te plukken van het duurzame gebruik van de oceaan- en zeerijkdommen, ook bekend als de “blauwe economie”, om het groeipotentieel van de regio te benutten en ongelijkheden terug te dringen.

Het protocol tussen het Caribisch gebied en de EU beoogt niet alleen het politieke partnerschap te versterken, maar ook tastbare resultaten te boeken op belangrijke gebieden van gemeenschappelijk belang, zoals:

  • verdiepen van de economische betrekkingen, bevorderen van transformatie en diversificatie, ondersteunen van inclusieve en duurzame economische groei en ontwikkeling, door middel van handel, investeringen en ontwikkeling van de particuliere sector en duurzame industrialisering, met aandacht voor sleutelsectoren zoals de blauwe economie en connectiviteit, alsook nieuwe bronnen van groei;
  • verbeteren van de ecologische duurzaamheid en klimaatbestendigheid, door de klimaatverandering te matigen en zich eraan aan te passen, en tegelijkertijd een duurzaam beheer van natuurlijke hulpbronnen nastreven, de aantasting van het milieu ombuigen en het rampenbeheer versterken;
  • opbouwen van inclusieve, vreedzame en veilige samenlevingen, met bijzondere aandacht voor de bevordering van de mensenrechten, gendergelijkheid, justitie en bestuur, met inbegrip van financieel bestuur, en burgerveiligheid;
  • investeren in menselijke en sociale ontwikkeling, aanpakken van armoede en toenemende ongelijkheid, migratie in goede banen leiden, de kennis, ondernemersvaardigheden en investeringen van de diaspora benutten en ervoor zorgen dat niemand aan zijn lot wordt overgelaten.

Naast de erkenning en bevordering van regionale integratie en samenwerking, wordt in het protocol bijzondere aandacht besteed aan Haïti als het enige minst ontwikkelde land in het Caribisch gebied, teneinde de structurele zwakheden van het land aan te pakken.

De komende jaren zullen de partners zich ook inzetten voor het versterken van de banden tussen het Caribisch gebied en de landen en gebieden overzee van de EU.

Wat zijn de specifieke prioriteiten ten aanzien van de regio van de Stille Oceaan?

Duurzame ontwikkeling van de blauwe economie is van het grootste belang voor de regio van de Stille Oceaan, die bestaat uit een groot aantal eilanden en diverse mariene ecosystemen. De bescherming van deze eilanden en ecosystemen en hun biodiversiteit is zowel belangrijk voor de economie als voor de mensen die in het gebied wonen, in het bijzonder omdat de regio kwetsbaar is voor natuurrampen.

In het kader van het protocol EU-Stille Oceaan zullen de EU en de leden van de OACPS uit de regio van de Stille Oceaan samenwerken om het politieke partnerschap te versterken en de oceanen en zeeën te beschermen tegen diverse bedreigingen, waaronder klimaatverandering, verzuring en koraalverbleking, overexploitatie en illegale, ongemelde en ongereglementeerde visserij. Andere prioriteiten zijn:

  • verbetering van milieu- en klimaatweerbaarheid, waarbij wordt gestreefd naar een duurzaam beheer van natuurlijke hulpbronnen;
  • opbouw van democratische, vreedzame en op rechten gebaseerde maatschappijen, op grond van de rechtsstaat en goed bestuur, en vooruitgang inzake gendergelijkheid en financieel goed bestuur;
  • steun voor inclusieve en duurzame economische groei door gedegen investeringen en de ontwikkeling van de particuliere sector, met bijzondere aandacht voor de blauwe economie en een verbeterde connectiviteit;
  • versterking van de oceaangovernance en de instandhouding en het duurzame beheer van de mariene biologische rijkdommen;
  • investeringen in menselijke en sociale ontwikkeling, aanpak van ongelijkheden en sociale uitsluiting, met speciale aandacht voor jeugdzaken en de economische, sociale en politieke emancipatie van vrouwen en meisjes.

Gezien de ernstige dreiging die uitgaat van de klimaatverandering en het aanzienlijke risico dat kleine insulaire ontwikkelingslanden lopen, bevestigen de EU en de OACPS-staten uit de regio van de Stille Oceaan hun doelstelling om tegen 2050 koolstofneutraliteit te bereiken. Voort zullen de banden tussen de regio van de Stille Oceaan en de landen en gebieden overzee van de EU worden aangehaald.

Hoe zal de overeenkomst bijdragen tot de bescherming van de mensenrechten?

Mensenrechten staan centraal in de betrekkingen van de EU met partnerlanden en het partnerschap van de EU met leden van de OACPS vormt hierop geen uitzondering. De nieuwe overeenkomst is een duidelijke bevestiging van de gezamenlijke vastberadenheid van de EU en de OACPS om de mensenrechten, de fundamentele vrijheden en de democratische beginselen te beschermen, te bevorderen en na te leven, en de rechtsstaat en goed bestuur te versterken, in overeenstemming met het Handvest van de Verenigde Naties, de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens en het internationaal recht. Zodra de nieuwe overeenkomst van kracht is, zal zij:

  • de verbintenissen op het gebied van gendergelijkheid versterken, onder meer door ervoor te zorgen dat meisjes en vrouwen gelijke toegang hebben tot kansen en volledig deelnemen aan alle aspecten van het leven, op voet van gelijkheid met jongens en mannen;
  • de rechten van jongeren en kinderen beter beschermen en ervoor zorgen dat hun behoeften worden erkend;
  • de dialoog over de doodstraf bevorderen, en tegelijkertijd ervoor zorgen dat een eerlijke rechtsgang en internationaal overeengekomen minimumnormen in acht worden genomen wanneer de doodstraf nog wordt toegepast.

Naast de handhaving van het beginsel van gelijkheid en non-discriminatie op alle gronden, waaronder geslacht, etnische of sociale afkomst, godsdienst of overtuiging, politieke of andere denkbeelden, handicap, leeftijd of andere status, zal de nieuwe overeenkomst de EU en de OCAPS verplichten racisme, rassendiscriminatie, vreemdelingenhaat en aanverwante onverdraagzaamheid en alle vormen van geweld te bestrijden.

De nieuwe overeenkomst zal ook de erkenning en bevordering van het recht van inheemse volken bevorderen, in overeenstemming met de Verklaring van de Verenigde Naties van 2007 over de rechten van inheemse volken.

Hoe zal de overeenkomst bijdragen tot vrede en veiligheid?

De partners erkennen dat vrede, stabiliteit en veiligheid, met inbegrip van menselijke veiligheid en veerkracht, essentieel zijn voor duurzame ontwikkeling en welvaart. Via de nieuwe overeenkomst streven de EU en de leden van de OACPS naar een alomvattende en geïntegreerde aanpak van conflicten en crises en pakken zij de diepere oorzaken daarvan aan. De partners zullen samenwerken om de verspreiding van massavernietigingswapens tegen te gaan en alle ernstige misdrijven aanpakken die de internationale gemeenschap aangaan. Samen zullen de EU en de leden van de OACPS een groot aantal vraagstukken aanpakken, waaronder maritieme veiligheid, nieuwe of zich uitbreidende bedreigingen voor de veiligheid, zoals terrorisme en de financiering ervan, gewelddadig extremisme en aanverwante factoren, georganiseerde misdaad, proliferatie van massavernietigingswapens, piraterij en mensenhandel, drugs, wapens en andere illegale goederen, cybercriminaliteit en bedreigingen voor cyberbeveiliging.

De partners erkennen het belang van een goed functionerend Internationaal Strafhof en herhalen dat zij vastbesloten zijn volledig samen te werken met verschillende strafrechtelijke mechanismen, waaronder het Internationaal Strafhof. De overeenkomst zal ook de samenwerking op het gebied van rechtshandhaving faciliteren.

Hoe zal de overeenkomst bijdragen tot menselijke ontwikkeling en sociale bescherming?

Om iedereen eerlijke kansen te bieden, bevat de overeenkomst alomvattende verbintenissen inzake duurzame ontwikkeling, geïnspireerd op de Agenda 2030 van de VN en de duurzameontwikkelingsdoelstellingen. De partners erkennen het belang van het aanpakken van ongelijkheden en van de nieuwe demografische kansen en uitdagingen. Er zal bijzondere aandacht worden besteed aan vrouwen en meisjes, jongeren, kinderen en de meest kwetsbare en kansarme personen. De overeenkomst bestrijkt verschillende gebieden, gaande van betere socialebeschermingsstelsels en -diensten, zoals onderwijs en gezondheidszorg, toegang tot water en sanitaire voorzieningen, tot voedselzekerheid, betere voeding en meer sociale samenhang. In de overeenkomst wordt ook het verband erkend tussen cultuur en duurzame ontwikkeling en de noodzaak om de actieve participatie van vrouwen en jongeren in verschillende geledingen van de samenleving te bevorderen. Het bevorderen van gelijke toegang tot werkgelegenheid en waardig werk voor iedereen zal cruciaal zijn, aangezien menselijke ontwikkeling hand in hand gaat met economische ontwikkeling.

In het kader van de nieuwe overeenkomst ondernemen de partners maatregelen met het oog op gendergelijkheid en de economische emancipatie van vrouwen, met inachtneming van de seksuele en reproductieve gezondheid en rechten. Alle partijen zetten zich in voor de volledige en doeltreffende tenuitvoerlegging van het actieprogramma van Peking en het actieprogramma van de Internationale Conferentie over Bevolking en Ontwikkeling en de resultaten van hun toetsingsconferenties. Elke regio is verantwoordelijk voor de uitvoering ervan, in het licht van de verbintenissen die zijn aangegaan in het kader van hun respectieve regionale beleidskaders.

Hoe zal de overeenkomst bijdragen tot duurzame economische groei en ontwikkeling en het handelsverkeer tussen de EU en de leden van de OACPS doen toenemen?

De partners zullen samen de noodzakelijke voorwaarden voor een structurele economische transformatie scheppen, om de transitie naar groenere economieën tot stand te brengen en te ondersteunen. Met de nieuwe overeenkomst nemen de EU en de leden van de OACPS passende maatregelen om waardig werk voor iedereen te creëren en de sociaal-economische positie van vrouwen, gemarginaliseerde groepen en jongeren te versterken.

De nieuwe overeenkomst bevat belangrijke verbintenissen, onder meer met betrekking tot:

  • het mobiliseren van duurzame en verantwoorde investeringen, waarbij een gunstig investeringsklimaat tot stand wordt gebracht en het belang wordt bevestigd van de nodige rechtszekerheid ter bevordering van economische groei, transformatie, en ondernemerschap;
  • samenwerking op het gebied van wetenschap, technologie, innovatie, onderzoek, handel en industrialisering;
  • de ontwikkeling van kennismaatschappijen, infrastructuurconnectiviteit en digitale instrumenten en bevorderen van de digitalisering;
  • verbeteren van het concurrentievermogen en intensiveren van de inspanningen op het gebied van technisch en beroepsonderwijs en -opleiding
  • bevorderen van de dialoog tussen de overheid en de particuliere sector en samenwerken met alle belanghebbenden.

Om het handels- en ondernemingsklimaat te verbeteren en te ondersteunen, zullen de partners handelsbelemmeringen aanpakken, met inbegrip van niet-tarifaire maatregelen, en de kosten van de handel verlagen. De kaderbepalingen inzake normen, mededingingsbeleid en intellectuele-eigendomsrechten zijn aangepast aan de huidige realiteit, en er is een nieuwe gezamenlijke verbintenis opgenomen voor transparante, concurrerende en voorspelbare systemen voor overheidsopdrachten. Met deze toevoegingen wordt een toename en verduurzaming van de handel bevorderd en worden de betrokken partners beter ondersteund. Bovendien heeft de nieuwe overeenkomst sterke sociale, milieu- en klimaatdimensies. Zij benadrukt met name het belang van de integratie van duurzame ontwikkeling in de handelssamenwerking, met inachtneming van de mensenrechten en de fundamentele arbeidsnormen.

Wat gebeurt er met de economische partnerschapsovereenkomsten (EPO's)?

De economische partnerschapsovereenkomsten (EPO's) zijn op zichzelf staande internationale overeenkomsten. Zij blijven geldig en de nieuwe overeenkomst zorgt voor de koppeling met de EPO's, met name wat betreft de algemene beginselen en het streven naar inclusieve, duurzame economische groei en ontwikkeling.

Hoe zal de overeenkomst bijdragen tot de bescherming van het milieu?

De EU en OACPS-partners streven ernaar milieuduurzaamheid, de strijd tegen klimaatverandering en ecologisch duurzame groei in al hun beleidsmaatregelen, plannen en investeringen te integreren. De nieuwe overeenkomst biedt de partners de middelen om beter samen te werken om de doelstellingen van het Raamverdrag van de Verenigde Naties inzake klimaatverandering en de Klimaatovereenkomst van Parijs te verwezenlijken. De partners hebben zich met name ertoe verbonden de algemene doelstelling te verwezenlijken om de opwarming van de aarde tot minder dan twee graden te beperken.

Bovendien wordt in de nieuwe overeenkomst duidelijk erop gewezen dat dringend actie moet worden ondernemen om klimaatverandering te voorkomen, de gevolgen ervan aan te pakken, en onverwijld en gecoördineerd samen te werken op internationaal, regionaal, interregionaal en nationaal niveau, om het mondiale antwoord op de klimaatverandering te versterken. Dit geldt ook voor zeeën en oceanen, en de EU en de leden van de OACPS zullen de oceaangovernance versterken en tegelijkertijd de toenemende druk waarmee de zeeën en oceanen en hun ecosystemen worden geconfronteerd, aanpakken.

Hoe zullen beide partijen samenwerken op het gebied van migratie en mobiliteit?

Migratie is een wereldwijd verschijnsel dat mondiale oplossingen vergt. De partners streven naar een evenwichtige, coherente en alomvattende aanpak op basis van de beginselen van solidariteit, partnerschap en gedeelde verantwoordelijkheid. De nieuwe overeenkomst heeft betrekking opalle facetten en dimensies van migratie en mobiliteit, waarbij de partners erkennen dat er behoefte is aan nauwere samenwerking om een doeltreffend beheer van migratie te waarborgen.

Voortbouwend op artikel 13 van de Overeenkomst van Cotonou wordt in de nieuwe verbintenissen een evenwicht gevonden tussen de noodzaak om het internationaal recht volledig in acht te nemen, en de even belangrijke noodzaak om de waardigheid en de mensenrechten van alle vluchtelingen en migranten te eerbiedigen.

In overeenstemming met het nieuwe migratie- en asielpact van de EU wordt in de overeenkomst erkend dat migratie en mobiliteit positieve effecten kunnen hebben wanneer zij goed worden beheerd en dat de negatieve effecten en onderliggende oorzaken van irreguliere migratie moeten worden aangepakt. Dit impliceert samenwerking met partners op verschillende gebieden, van vrede en veiligheid, mensenrechten, uitbanning van armoede, onderwijs om kansen te bieden en ondersteuning van partners bij de ontwikkeling van doeltreffende capaciteit voor migratiebeheer.

Het verbeteren van de samenwerking op het gebied van terugkeer en overname van irreguliere migranten is een cruciaal onderdeel van de nieuwe overeenkomst en de alomvattende aanpak van migratiebeheer. Bij de overeenkomst is een bijlage gevoegd met operationele bepalingen inzake terugkeer en overname.

Het partnerschap verbindt een groot aantal mensen en partners, hoe zal de overeenkomst hun betrokkenheid aanmoedigen?

De EU en de leden van de OACPS erkennen de belangrijke rol van diverse partners in pluralistische en inclusieve samenlevingen. Met de nieuwe overeenkomst wordt een multistakeholderbenadering nagestreefd, zodat een brede waaier van actoren, waaronder parlementen, lokale overheden, het maatschappelijk middenveld en de particuliere sector, actief bij de partnerschapsdialoog en samenwerking kan worden betrokken.

Zowel in de gemeenschappelijke grondslag van de overeenkomst als in de regionale protocollen zijn verschillende verwijzingen opgenomen om ervoor te zorgen dat relevante actoren en organisaties indien nodig worden geïnformeerd, geraadpleegd en betrokken.

Daarnaast wordt met nieuwe overeenkomst ernaar gestreefd de actieve participatie van jongeren in de samenleving te bevorderen, onder meer bij de ontwikkeling, uitvoering en follow-up van beleid dat hen aangaat.

Zal de Paritaire Parlementaire Vergadering blijven bestaan?

De overeenkomst voorziet in een versterkte parlementaire dimensie. Een Paritaire Parlementaire Vergadering OACPS-EU zal deel uitmaken van het institutionele kader van de overeenkomst en eenmaal per jaar bijeenkomen. Deze Vergaderging zal bestaan uit leden van de drie regionale Paritaire Parlementaire Vergaderingen (Afrika-EU, Caribisch gebied-EU, Stille Oceaan-EU), die op hun beurt als raadgevende organen met name voorafgaand aan de vergaderingen van de bevoegde regionale Raad van Ministers zullen bijeenkomen.

Hoeveel financiële middelen trekt de EU uit voor de overeenkomst?

In tegenstelling tot de Overeenkomst van Cotonou wordt voor de nieuwe overeenkomst niet voorzien in een specifiek fonds. Het Europees Ontwikkelingsfonds is thans opgenomen in de begroting van de Unie voor de periode 2021-2027. Alle partners stappen af van een ontwikkelingsbenadering en verbinden zich ertoe zowel financiële als niet-financiële middelen vrij te maken om de doelstellingen van de overeenkomst te verwezenlijken.

De EU zal in voorkomend geval financiële steun verlenen met behulp van haar toepasselijke uitgaveninstrumenten. Voor de periode 2021-2027 en in het kader van het meerjarig financieel kader (MFK) zal de samenwerking met de staten in Afrika, het Caribisch gebied en de Stille Oceaan worden gefinancierd uit de EU-begroting en via het voorgestelde instrument voor nabuurschapsbeleid, ontwikkeling en internationale samenwerking, beter bekend als NDICI - “Europa als wereldspeler”. De details kunnen pas worden ingevuld na de formele goedkeuring van het NDICI en de afronding van de programmering.

De post-Cotonou-partnerschapsovereenkomst wordt gesloten voor een initiële periode van 20 jaar. Daarom zal de overeenkomst in deze periode onder het toepassingsgebied van diverse uitgaveninstrumenten vallen.

Nadere informatie

Nieuwe partnerschapsovereenkomst EU/Afrika - Caribisch gebied - Stille Oceaan


1.

Relevante EU dossiers