Na een weekend bezinnen: reacties op de formatiechaos

dinsdag 6 april 2021, Caelesta Braun, Jan Schinkelshoek, Aalt Willem Heringa, en Bert van den Braak. Samengesteld door Douwe Roest

DEN HAAG (PDC i) - Snel op elkaar volgende ontwikkelingen schudden vorige week het Binnenhof op, met als eindpunt een debat dat tot diep in de nacht doorging en bekeken werd door anderhalf miljoen Nederlanders. Voorlopige uitslag: het schorsen van de taken van de verkenners, een beslissing om een informateur met meer afstand tot de politiek aan te stellen, en een motie van afkeuring tegen een demissionair premier die maar ternauwernood een motie van wantrouwen wist te overleven.

Na tijd voor bezinning tijdens het paasweekend vroeg het Montesquieu Instituut aan verschillende experts, wetenschappers en politieke commentatoren om hun reactie op de ontwikkelingen rondom de formatie.

Inhoudsopgave van deze pagina:

1.

Een lakmoesproef voor het belang van macht & tegenmacht

Prof. dr. Caelesta Braun

Zowel de kern van het Tweede Kamerdebat van afgelopen donderdag als de verschillende publieke reacties na afloop zijn met twee woorden samen te vatten: macht corrumpeert. De noodzaak om checks & balances voldoende te faciliteren en institutionaliseren is nog eens onder een vergrootglas komen te liggen. Voor een goed functionerend en rechtvaardig politiek-bestuurlijk systeem zijn checks & balances onmisbaar. Niet alleen in de verhouding tussen regering en parlement, ook in de politiek-ambtelijke verhoudingen en in de samenwerking met maatschappelijke partners. In een politiek-bestuurlijk systeem waar ruimte is voor voldoende checks & balances, zullen blinde vlekken minder snel gaan woekeren. Verantwoording over fiasco's en successen zal sneller en beter afgelegd worden met meer oog voor het noodzakelijk lerend vermogen in plaats van het opwerpen van verdedigingslinies voor individuele politiek verantwoordelijken. Het (lange-termijn) resultaat is effectievere besluitvorming, betere uitvoering, en meer draagvlak voor de democratische rechtsstaat. De komende periode wordt daarmee een lakmoesproef voor de Tweede Kamer(leden). In hoeverre wordt de veelvuldig herhaalde term macht & tegenmacht daadwerkelijk serieus genomen of zal het slechts een holle frase blijken te zijn?


Prof. dr. Caelesta Braun is als hoogleraar verbonden aan het Instituut Bestuurskunde van de Universiteit Leiden.

2.

De Wet van Murphy overheerste

Prof. dr. Bert van den Braak

Iedere crisis heeft zijn eigen eigenaardigheden, maar de huidige is wel bijzonder vreemd. De Wet van Murphy overheerste. De verkiezingsuitslag was - dat was vaker zo - gecompliceerd, maar bood niettemin perspectieven op een vrij vlotte formatie. Nagenoeg alle fractievoorzitters stemden in het eerste overleg met de Kamervoorzitter in met een voortrekkersrol van VVD en D66. Ongetwijfeld met de gedachte dat die twee partijen het 'motorblok' zullen vormen. De vraag is nu: waarom twee verkenners, maar die vraag werd toen blijkbaar nauwelijks gesteld.

Het overhaaste vertrek van verkenner Ollongren - uit de verklaring in het debat bleek haar begrijpelijke paniek - en het fotograferen van een notitie zijn zo uniek, dat het daaraan verbinden van conclusies merkwaardig zou zijn. De woorden 'Pieter Omtzigt, functie elders' wakkerden een smeulend vuurtje aan. Rutte had toch eigenlijk afgestraft moeten worden voor het kinderopvangtoeslag-drama. De kiezers deden dat niet en nu zagen sommige partijen alsnog een kans. Frame werd: Rutte wilde af van het lastige Kamerlid Pieter Omtzigt. Dat het Kamerlid zelf over zijn eigen politieke toekomst gaat, was blijkbaar een gedachte die bij niemand opkwam.

Toegeven moet uiteraard worden dat de reactie van Rutte en zijn falende geheugen niet hielpen dat beeld te corrigeren. De naam Omtzigt is ongetwijfeld gevallen, maar gezien de situatie in het CDA was dat begrijpelijk en ook niet 'verboden'. Het was immers Hoekstra die opperde dat Omtzigt misschien bewindsman kon worden.

Het is jammer dat er geen sprake was van echte bezinning en dat de ChristenUnie de zaak compliceerde. Wie nuchter kijkt, zal beseffen dat het een relletje om niks is. Een minister-president kan niemand wegwerken en in relatie tot een uitslag mag beste over personen worden gesproken. Als dat nu als eerste eens erkend zou worden, dan is er al veel gewonnen.


Prof. dr. Bert van den Braak is onderzoeker bij PDC en hoogleraar parlementaire geschiedenis aan de Universiteit van Maastricht.

3.

Toch nog een bestuurlijke vernieuwing

Jan Schinkelshoek

Geluk bij een ongeluk: Tweede Kamer gaat kabinetsformatie beter regelen.

4.

Functie elders...

Jan Schinkelshoek

Het is tijd om over alle verontwaardiging heen te stappen en het bij de doorstart van de kabinetsformatie als de wiedeweerga over personen te hebben. Zonder gene, zonder scrupules, zonder hypocrisie.

Jan Schinkelshoek, voormalig lid van de Tweede Kamer [CDA], is adviseur van het Montesquieu Instituut.

5.

Welke lessen kunnen we leren?

Prof. Aalt Willem Heringa

DEN HAAG (PDC i) - Er is veel te zeggen over de formatie en over het debat op nota bene 1 april. En dan is er meteen het commentaar van deze en gene dat de formatie maar weer terug naar het staatshoofd moet, of dat er te weinig of geen regels zijn. Maar laten we weer teruggaan naar waar het allemaal mee begon: met de foto van het papier dat verkenner Ollongren onder de arm hield. Die slordigheid lag niet aan het feit dat de Tweede Kamer de formatie nu zelf bestiert, of dat er geen regels zijn.

Prof. Aalt Willem Heringa is hoogleraar vergelijkend constitutioneel en administratief recht aan de Universiteit Maastricht