Commissie verlengt transparantie- en vergunningmechanisme voor export COVID-19-vaccins
De Commissie heeft vandaag het transparantie- en vergunningmechanisme voor de export van COVID-19-vaccins tot eind juni verlengd. Zij heeft hiertoe besloten nu de vertragingen bij een deel van de leveringen van vaccins aan de EU aanhouden.
Uitvoerend vicevoorzitter en commissaris voor Handel Valdis Dombrovskis zei hierover: “In de eerste weken waarin dit instrument werd toegepast, is gebleken dat de door velen gevreesde verstoring van de handel is uitgebleven. Sinds de invoering van de maatregel zijn vergunningen voor leveringen naar meer dan 30 landen verleend. Eens te meer blijkt dat de EU zelfs in een zeer kritieke gezondheidssituatie aanzienlijke inspanningen doet om een betrouwbare en verantwoordelijke handelspartner te zijn.”
Stella Kyriakides i, commissaris voor Gezondheid en Voedselveiligheid, zei het volgende: “Wij verwachten van de ondernemingen waarmee wij een contract hebben gesloten, dat zij hun verplichtingen jegens de EU-burgers nakomen. Geheel in lijn met ons engagement voor wereldwijde solidariteit exporteert de EU zeer aanzienlijke hoeveelheden COVID-19-vaccins. Toch houden niet alle ondernemingen zich aan hun afspraken met de EU, hoewel zij een aanbetaling hebben ontvangen om voldoende vaccins te kunnen produceren. Wij zullen erop aandringen dat zij hun verplichtingen nakomen, en wij zullen met de ondernemingen blijven samenwerken om de productie in Europa zo snel mogelijk op te voeren.”
EU wereldwijd nummer één als leverancier van COVID-19-vaccins
De EU blijft wereldwijd de grootste leverancier van vaccins. In de zes weken dat dit mechanisme nu functioneert, zijn 249 aanvragen voor de uitvoer van in totaal 34 090 267 doses naar 31 verschillende landen* ingewilligd, aangezien deze de nakoming van de contractuele verplichtingen tussen de EU en de vaccinproducenten niet in gevaar brachten. Slechts één aanvraag werd niet toegewezen. Tot de belangrijkste uitvoerbestemmingen behoren het Verenigd Koninkrijk (ongeveer 9,1 miljoen doses), Canada (3,9 miljoen), Mexico (3,1 miljoen), Japan (2,7 miljoen), Saudi-Arabië (1,4 miljoen), Hongkong (1,3 miljoen), Singapore (1 miljoen), de Verenigde Staten (1 miljoen), Chili (0,9 miljoen) en Maleisië (0,8 miljoen).
Het mechanisme voor uitvoervergunningen
Het mechanisme voor uitvoervergunningen is alleen van toepassing op de export door ondernemingen waarmee de EU aankoopovereenkomsten heeft gesloten. Op grond van deze aankoopovereenkomsten zijn de vaccinproducenten verplicht de EU-lidstaten een vooraf overeengekomen hoeveelheid vaccins te leveren. Het mechanisme maakt de uitvoer van COVID-19-vaccins naar landen buiten de EU afhankelijk van een vergunning.
De nieuwe verordening verlengt de looptijd van dit mechanisme, dat oorspronkelijk op 30 januari 2021 in werking is getreden en tot en met 12 maart 2021 zou lopen, tot eind juni 2021. Ook wordt de procedure eenvoudiger, doordat het mogelijk wordt één enkele aanvraag in te dienen voor de uitvoer naar verschillende eindontvangers in hetzelfde land. Daarnaast zorgt de nieuwe verordening voor duidelijkheid door de douanecodes te vermelden van de werkzame stoffen waarop de maatregel betrekking heeft.
De maatregel is specifiek, evenredig, transparant en tijdelijk. Hij is volledig in overeenstemming met de internationale verbintenissen van de EU in het kader van de Wereldhandelsorganisatie en de G20, en in overeenstemming met wat de EU heeft voorgesteld binnen het handels- en gezondheidsinitiatief van de WTO. Met het oog op het belang dat de EU hecht aan internationale solidariteit, heeft zij vaccinleveringen in het kader van humanitaire hulp of voor landen in het kader van de Covax-faciliteit van dit mechanisme uitgesloten, evenals leveringen aan onze buurlanden.**
Over de vaccinstrategie van de EU
De Europese Commissie heeft op 17 juni een Europese strategie gepresenteerd om de ontwikkeling, productie en uitrol van doeltreffende en veilige vaccins tegen COVID-19 te versnellen. Als tegenprestatie voor het recht om binnen een bepaalde termijn een bepaald aantal vaccindoses aan te kopen, financiert de Commissie door middel van vroegtijdige aankoopovereenkomsten (Advance Purchase Agreements) een deel van de aanloopkosten van de vaccinproducenten. De verstrekte financiering wordt beschouwd als een aanbetaling op de vaccins die daadwerkelijk door de lidstaten worden aangekocht. De aankoopovereenkomst is dus een vroegtijdige risicobeperkende investering met als tegenprestatie een bindende toezegging van de onderneming om reeds in een vroeg stadium met de productie te beginnen, zelfs voordat zij een vergunning voor het in de handel brengen heeft gekregen. Dit moet een snelle en constante levering mogelijk maken zodra de vergunning is verleend.
Tot dusver heeft de Commissie met zes ondernemingen (AstraZeneca, Sanofi-GSK, Janssen Pharmaceutica NV, BioNtech-Pfizer, CureVac en Moderna) aankoopovereenkomsten gesloten, waarmee zij zich heeft verzekerd van de toegang tot maximaal 2,6 miljard doses. De onderhandelingen met nog eens twee ondernemingen zijn in een vergevorderd stadium. De vier contracten met de ondernemingen waarvan de vaccins reeds een voorwaardelijke vergunning voor het in de handel brengen hebben gekregen, zijn goed voor meer dan 1,6 miljard doses.
Meer informatie
Uitvoeringsverordening van de Commissie en bijlage
Persbericht over het oorspronkelijk vastgestelde mechanisme
-
*Argentinië, Australië, Bahrein, Brazilië, Canada, Chili, China, Colombia, Costa Rica, Dominicaanse Republiek, Ecuador, Hongkong, Japan, Koeweit, Macau, Maleisië, Mexico, Nieuw-Zeeland, Oman, Panama, Peru, Qatar, Republiek Korea, Saudi-Arabië, Singapore, Turkije, Uruguay, Verenigde Arabische Emiraten, Verenigd Koninkrijk, Verenigde Staten en Zuid-Afrika.
** Van de maatregel uitgesloten landen: landen en economieën die dicht bij de EU liggen, zoals de EVA-landen of de landen van de Westelijke Balkan, die een proces van verregaande integratie met de Unie zijn gestart, maar ook landen en gebieden die voor de levering afhankelijk zijn van de EU: Albanië, Andorra, Bosnië en Herzegovina, de Faeröer, IJsland, Kosovo, Liechtenstein, Montenegro, Noord-Macedonië, Noorwegen, San Marino, Servië, Vaticaanstad, Zwitserland alsmede de landen en gebieden overzee die zijn vermeld in bijlage II bij het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en uitvoer naar Büsingen, Helgoland, Livigno, Ceuta en Melilla; voorts de 92 lage- en middeninkomenslanden op de “Covax Advance Market Commitment list”: Afghanistan, Algerije, Angola, Bangladesh, Benin, Bhutan, Bolivia, Burkina Faso, Burundi, Cambodja, Centraal-Afrikaanse Republiek, Comoren, Democratische Republiek Congo, Djibouti, Dominica, Egypte, El Salvador, Eritrea, Eswatini, Ethiopië, Fiji, Filipijnen, Gambia, Ghana, Grenada, Guinee, Guinee-Bissau, Guyana, Haïti, Honduras, India, Indonesië, Ivoorkust, Jemen, Kaapverdië, Kameroen, Kenia, Kirgizië, Kiribati, Kosovo, Laos, Lesotho, Liberia, Madagaskar, Malawi, Maldiven, Mali, Marokko, Marshalleilanden, Mauritanië, Micronesia, Moldavië, Mongolië, Mozambique, Myanmar/Birma, Nepal, Nicaragua, Niger, Nigeria, Noord-Korea, Oekraïne, Oezbekistan, Oost-Timor, Pakistan, Papoea-Nieuw-Guinea, Rwanda, Saint Lucia, Saint Vincent en de Grenadines, Salomonseilanden, Samoa, Sao Tomé en Principe, Senegal, Sierra Leone, Somalië, Sri Lanka, Sudan, Syrië, Tadzjikistan, Tanzania, Togo, Tonga, Tsjaad, Tunesië, Tuvalu, Uganda, Vanuatu, Vietnam, Westelijke Jordaanoever en Gazastrook, Zambia, Zimbabwe, Zuid-Sudan.***
*** Lijst bijgewerkt op 12 maart 2021 om 13.00 uur.