De Brexit: nu echt verder zonder het Verenigd Koninkrijk

maandag 25 januari 2021, Prof.Mr. Aalt Willem Heringa i

Eind 2020 lukte het op de valreep nog net: een (handels)overeenkomst tussen de EU en het VK over de wederzijdse relaties: visserij, level playing field en handel. Een geheel keiharde Brexit is het dus niet geworden, maar ook geen zachte landing. Boris Johnson kan op zijn conto schrijven dat er een Brexit is en dat deze minder hard is geworden dan gevreesd.

De Tweede Kamer

Het meeste gerommel kwam nog uit de Tweede Kamer: enige onvrede (het proces werd zelfs ondemocratisch genoemd) dat de overeenkomst niet ordentelijk in en door de Tweede Kamer kon worden behandeld. Die wrevel verbaast mij. Bovendien kan de Tweede Kamer met enig zelfinzicht deze kritiek ook aan zichzelf wijten.

Het volgende is namelijk het geval. De gesloten overeenkomst is een handelsovereenkomst en dat soort overeenkomsten zijn de exclusieve competentie van de EU. Het mandaat ervoor komt van de Commissie en de nationale regeringen, die zijn verenigd in de Raad. De instemming met zo'n verdrag ligt bij het (democratisch verkozen) Europees Parlement i. Kortom, zoals dat in het jargon heet: dubbele legitimiteit: via het Europees Parlement en via de nationale ministers die verantwoording afleggen aan hun eigen nationale parlement.

Dat, als zo’n overeenkomst er nog zou komen, de instemming op het laatste nippertje zou zijn, was niet lastig te voorspellen. Het is namelijk iets dat wel vaker voorkomt binnen de EU met grote dossiers. En dus had de Tweede Kamer met de regering in een eerder stadium afspraken moeten maken over hoe men wenste te worden ingelicht, voorgelicht en gekend. Daar zijn precedenten voor: dat gebeurde eerder ten aanzien van CETA, en ook ten aanzien van ESM i. Over beide dossiers zijn destijds afspraken gemaakt hoe en wanneer de Tweede Kamer wenste te worden ingelicht en beloofde de regering niet te handelen voordat één en ander met de Tweede Kamer was besproken.

Ondemocratisch was het proces dus niet, maar wel was er een onvrede die men ook vooral op zichzelf had moeten richten.

De gesloten overeenkomst

Natuurlijk zijn er bij zo’n op het laatste nippertje gemaakte tekst, met als streven om niet niet een overeenkomst te hebben, allerlei belangen onder de tafel verdwenen of uitgeruild of genegeerd. En wie weet, volgen er in de toekomst nog verdere handelsovereenkomsten op deelgebieden, als de gemoederen wat zijn bedaard.

Visserij, als relatief kleine sector, zij het met een grote symboliek, voelt zich aan beide zijden wat stiefmoederlijk behandeld. Erasmus studentenuitwisseling is zo’n ander thema dat in het niet valt bij de grote economische thema’s maar tussen wal en schip is gevallen, ondanks dat het een goedkoop en zeer waardevol programma is. Spijtig, vooral ook voor de Britse studenten; een opportuniteit voor Engelstalige Europese universiteiten, die die kansen moeten grijpen om know how en economische activiteit en universiteiten als banenmotoren en aanjagers van innovatie te laten groeien.

Op het punt van de Covid-19 konden we wel meteen zien wat effecten van niet-lidmaatschap van de EU kunnen zijn: een aantal vaccinaties werden eerder vrijgegeven voor het VK, dan door en binnen de EU.

Impact van de Brexit

De impact van de Brexit is binnen het VK uiteraard nog lang niet te overzien: niet op economisch vlak en ook niet ten aanzien van economische bedrijvigheid: eenn en ander staat nu uiteraard in het licht van corona. De pandemie kan dus ook als afleider dienen. Maar wat als beide effecten gaan optellen?

Constitutioneel is uiteraard een grote vraag naar de samenstelling van het VK nu de open grens tussen Noord-Ierland en Ierland gevolgen zal hebben, gevoegd aan de zeegrens tussen Noord-Ierland en Groot-Brittannië. Wat zullen daarvan de Noord-Ierse effecten zijn? En nog iets anders: wat zal er ten aanzien van Schotland gebeuren, vooral als bij de eerstvolgende verkiezingen de SNP haar sterke meerderheid zal behouden of versterken? Westminster behoudt de zeggenschap over de vraag of er weer een (bindend) onafhankelijkheidsreferendum gaat worden gehouden. En ook of en hoe er gaat worden tegemoetgekomen aan Schotse wensen om de devolution verder uit te breiden.

Kortom: de Brexit is voltooid, we gaan in de EU verder zonder het Verenigd Koninkrijk, maar de nasleep zal ons nog wel even bezighouden.


Aalt Willem Heringa is hoogleraar vergelijkend staats- en bestuursrecht aan de Universiteit Maastricht.