Asiel: meer solidariteit tussen lidstaten en fondsen naar landen aan frontlinie

Met dank overgenomen van Europees Parlement (EP) i, gepubliceerd op donderdag 17 december 2020.

Tot ergernis van het EP zorgt de huidige asielwetgeving niet voor eerlijke verdeling van verantwoordelijkheden tussen lidstaten of snelle toegang tot procedures.

Volgens Europarlementariërs legt de Dublin III-verordening van 2013 een “onevenredige verantwoordelijkheid op een minderheid van de lidstaten, met name wanneer er grote aantallen aankomsten plaatsvinden”.

Een plenaire resolutie beoordeelt de wet die bepaalt welke lidstaat een asielaanvraag moet behandelen. Europarlementariërs roepen op tot een op solidariteit gebaseerd mechanisme, om het fundamentele recht op asiel in de EU en de gelijke verdeling van de verantwoordelijkheid tussen lidstaten te waarborgen. De tekst wordt aangenomen met 448 stemmen voor, 98 stemmen tegen en 149 onthoudingen.

Het Parlement vraagt om eerlijkere regels, en stelt dat de criteria die bepalen welk land verantwoording draagt onjuist worden toegepast - vooral het “eerste land van binnenkomst”-criterium wordt in excessieve mate gebruikt. Door ineffectieve overdrachten neemt de druk op bepaalde landen toe, zoals Griekenland, Italië, Malta, Cyprus en Spanje.

Europarlementariërs betreuren dat de Raad, in tegenstelling tot het Parlement, geen standpunt heeft ingenomen over het voorstel van 2016 om de Dublin-verordening te hervormen. Hierdoor blijft de Unie achter met “dezelfde reeks regels die ondoeltreffend bleken te zijn” bij het omgaan met grote aantallen van aankomsten. Ad-hoc overeenkomsten over herplaatsing kunnen niet ter vervanging dienen van een geharmoniseerd en duurzaam Gemeenschappelijk Europees Asielstelsel. Europarlementariërs eisen meer middelen voor frontlinielanden zolang de Dublin-regels niet worden hervormd.

Kloof en tekortkomingen in de terugkeerrichtlijn

Het Parlement heeft een tweede resolutie aangenomen over de uitvoering van de huidige richtlijn inzake terugkeer, met 512 stemmen voor, 134 stemmen tegen en 49 onthoudingen. Europarlementariërs benadrukken dat “een effectief terugkeerbeleid een van de sleutelelementen is van een goed functionerend EU-asiel- en migratiebeleid. Ook merkt men op dat het aantal afgedwongen terugkeerbesluiten sinds 2015 afneemt, wat niet noodzakelijkerwijs te wijten is aan de afname van onregelmatige aankomsten.

Het Parlement merkt echter op dat de doeltreffendheid van het terugkeerbeleid van de EU niet alleen moet worden gemeten in termen van terugkeerpercentages. Ook de duurzaamheid van het beleid en de vraag of fundamentele rechten, waarborgen en procedurele garanties naar behoren worden toegepast bij het terugkeren van illegaal verblijvende onderdanen van derde landen moet in overweging worden genomen.

Volgens Europarlementariërs moeten lidstaten voldoende personeel toewijzen en voldoende training verzorgen aan de verantwoordelijke autoriteiten; waar mogelijk moet prioriteit worden gegeven aan vrijwillige terugkeer. Ze herhalen dat minderjarigen zonder begeleiding niet mogen worden teruggestuurd, tenzij kan worden bewezen dat dit in hun eigen belang is.

De Commissie Burgerlijke Vrijheden behandelt momenteel het voorstel van de Europese Commissie uit 2018 om de bestaande Terugkeerrichtlijn te wijzigen.