Commissie stelt vangstmogelijkheden in de Atlantische Oceaan en de Noordzee voor 2021 voor
De Commissie heeft vandaag haar voorstel voor vangstbeperkingen in de Atlantische Oceaan en de Noordzee bekendgemaakt. Op de Raadszitting van 15 en 16 december stellen de EU-ministers van Visserij op basis van dit voorstel de definitieve vangstbeperkingen vast, die dan gelden vanaf 1 januari 2021.
Het voorstel van de Europese Commissie voor 2021 bevat 23 TAC's (total allowable catches of totale toegestane vangsten). Op basis van wetenschappelijk advies stelt de Commissie voor om het vangstquotum voor 13 bestanden te verlagen en om dat voor horsmakreel in de Iberische wateren en tong in het Kattegat met respectievelijk 5 en 12% te verhogen. De vangstmogelijkheden, ook wel TAC's genoemd, worden vastgelegd in de vorm van quota voor de meeste Europese commerciële visbestanden. Ze zorgen ervoor dat de bestanden gezond blijven of naar een gezonde toestand kunnen terugkeren en dat het welzijn van de vissers wordt verzekerd. In het kader van het gemeenschappelijk visserijbeleid (GVB) zijn de lidstaten wettelijk verplicht de visbestanden op een duurzaam niveau te beheren.
Virginijus Sinkevičius i, commissaris voor Milieu, Oceanen en Visserij: “Het voorstel van vandaag laat zien hoeveel belang we hechten aan het behoud van de biodiversiteit op zee, die zo belangrijk is voor welvarende kustgemeenschappen. Wetenschappers zeggen ons dat de vangstlimieten voor veel van onze bestanden op een lager niveau moeten worden vastgesteld, en wij volgen hun advies. Verantwoorde vangstbeperkingen houden onze ecosystemen gezond en onze visserijsector rendabel, zelfs in geval van verlagingen op korte termijn. Dit is ook bij onderhandelingen met onze internationale partners ons belangrijkste uitgangspunt.”
Meer informatie over het voorstel
Vier TAC's worden gedelegeerd aan een lidstaat. Voor vier TAC's wordt afgeweken van het kalenderjaar (bv. voor ansjovis en sprot): zij zijn al vastgesteld voor de periode tot juni 2021 of het wetenschappelijk advies is pas volgend jaar beschikbaar.
De Commissie stelt ook voor de bestaande vrijwaringsmaatregelen voort te zetten om ervoor te zorgen dat het kabeljauwbestand in het Kattegat weer een gezond niveau bereikt. Naar aanleiding van het advies van de Internationale Raad voor het onderzoek van de zee (ICES) om geen gerichte visserij op dit bestand uit te voeren, stelt de Commissie een vangstquotum voor uitsluitend bijvangsten voor. De vissers in het gebied moeten selectief vistuig gebruiken om bijvangsten van kabeljauw te beperken of te voorkomen, of elektronische monitoring om illegale teruggooi van vis te voorkomen.
Het voorstel van vandaag heeft ook betrekking op de TAC's die zullen worden vastgesteld samen met derde landen, zoals het Verenigd Koninkrijk en Noorwegen, of door regionale organisaties voor visserijbeheer (ROVB's). Over veel van deze bestanden wordt nog internationaal overleg gevoerd en ook over het toekomstig partnerschap tussen de EU en het VK, onder meer wat betreft visserij, wordt nog onderhandeld. In afwachting van het resultaat van de onderhandelingen worden de betreffende TAC's vermeld als “pro memorie”.
In de EU is al aanzienlijke vooruitgang geboekt op het gebied van duurzame visserij. In 2020 zijn 62 van de 78 TAC's vastgesteld op een niveau dat de biomassa van de betrokken bestanden gezond kan houden, terwijl ook rekening wordt gehouden met socio-economische factoren (“maximale duurzame opbrengst” of MDO). In 2009 waren dat er slechts 5 van de 35. Ondanks een lagere visserijactiviteit in de eerste maanden van de COVID-19-pandemie laten voorlopige resultaten zien dat de visserijsector winstgevend blijft, met een geraamde brutowinst van 1,5 miljard euro in 2020.
Het voorstel van de Commissie is gebaseerd op wetenschappelijk advies van de Internationale Raad voor het Onderzoek van de Zee (ICES). Voor bestanden waarvoor een volledige wetenschappelijke beoordeling beschikbaar is, stelt de Commissie vangstniveaus voor die in overeenstemming zijn met de maximale duurzame opbrengst (MDO). Als voor een bestand minder gegevens beschikbaar zijn, baseert de Commissie zich op het voorzorgsadvies van de ICES.
In gevallen waarin de ICES een nulvangst adviseert, stelt de Commissie ofwel een klein vangstquotum voor dat het mogelijk maakt verder gegevens te verzamelen in het kader van wetenschappelijke visserij, ofwel alleen een TAC voor bijvangsten. Zo kan, in overeenstemming met de bepalingen van het gemeenschappelijk visserijbeleid en de toepasselijke meerjarige beheersplannen, verstikking van de visserij worden voorkomen en kan verder gericht worden gevist op gezonde bestanden.
Meer informatie
Zie de tabellen hieronder met nadere informatie over de vandaag gepresenteerde voorstellen voor de Atlantische Oceaan en de Noordzee. NB: Al die TAC's worden in de tabellen van het voorstel aangegeven als “p.m.” (pro memorie). De juiste cijfers worden in het voorstel opgenomen zodra later dit jaar het wetenschappelijk advies beschikbaar komt en het desbetreffende overleg is afgerond. De Commissie zal die updates publiceren door middel van zogenaamde non-papers, in aansluiting op de recente toezegging voor meer transparantie bij de vaststelling van de vangstmogelijkheden. In de onderstaande tabellen staan alleen de EU-bestanden die niet met derde landen worden gedeeld. De TAC-waarden worden afgerond op de dichtstbijzijnde volledige ton.
De belanghebbenden zijn geraadpleegd op basis van het raadplegingsdocument van de Commissie.
Tabel 1: voorgestelde TAC's (totale toegestane vangsten)
Gewone naam |
Wetenschappelijke naam |
TAC-gebied |
Voorstel TAC 2021 (in ton) |
Voorgestelde wijziging TAC 2021 t.o.v. 2020 |
Toelichting |
Zeeduivel |
Lophiidae |
8c, 9 en 10; wateren van de Unie van Cecaf 34.1.1 |
3 672 |
-13%* |
De TAC omvat twee soorten zeeduivel, een met MDO-advies en een met voorzorgsadvies. De Commissie stelt voor de TAC vast te stellen in overeenstemming met het wetenschappelijk advies, door de cijfers van het wetenschappelijk advies te combineren en een bepaald percentage aan deze TAC toe te wijzen. Er is een de-minimishoeveelheid in mindering gebracht. |
Heek |
Merluccius merluccius |
8c, 9 en 10; wateren van de Unie van Cecaf 34.1.1 |
7 825 |
-13%* |
De Commissie stelt voor de TAC te verlagen in overeenstemming met het wetenschappelijk advies. Er is een de-minimishoeveelheid in mindering gebracht. |
Horsmakrelen |
Trachurus spp. |
9 |
128 627 |
+5%* |
De Commissie stelt voor de TAC met 10% te verhogen in overeenstemming met het ICES-advies voor de MDO-puntwaarde. Er is een de-minimishoeveelheid in mindering gebracht. |
Scharretongen |
Lepidorhombus spp. |
8c, 9 en 10; wateren van de Unie van Cecaf 34.1.1 |
2 158 |
-11%* |
De TAC omvat twee soorten. De Commissie stelt voor de TAC vast te stellen in overeenstemming met het MDO-advies voor de twee soorten. Er is een de-minimishoeveelheid in mindering gebracht. |
Langoustine |
Nephrops norvegicus |
8c |
2,4 |
-11% |
De Commissie stelt voor de TAC vast te stellen in overeenstemming met het ICES-advies voor wetenschappelijke visserij. |
Schol |
Pleuronectes platessa |
Kattegat |
719 |
-69%* |
De Commissie stelt voor de TAC in overeenstemming met het ICES-advies vast te stellen op de MDO-puntwaarde. Er is een de-minimishoeveelheid in mindering gebracht. |
Schol |
Pleuronectes platessa |
7b en 7c |
19 |
-74 % |
De Commissie stelt voor de TAC te verlagen in overeenstemming met het wetenschappelijk advies. |
Schol |
Pleuronectes platessa |
8, 9 en 10; wateren van de Unie van Cecaf 34.1.1 |
155 |
-44% |
De Commissie stelt voor de TAC te verlagen in overeenstemming met het wetenschappelijk advies. |
Witte koolvis |
Pollachius pollachius |
8a, 8b, 8d en 8e |
1 037 |
-30% |
De Commissie stelt voor de TAC met 30% te verlagen, in de richting van het wetenschappelijk advies. |
Witte koolvis |
Pollachius pollachius |
8c |
166 |
-20% |
De Commissie stelt voor de TAC met 20 % te verlagen, in de richting van het wetenschappelijk advies. |
Witte koolvis |
Pollachius pollachius |
9 en 10; wateren van de Unie van Cecaf 34.1.1 |
203 |
-20% |
De Commissie stelt voor de TAC met 20 % te verlagen, in de richting van het wetenschappelijk advies. |
Tong |
Solea solea |
3a; wateren van de Unie van de deelsectoren 22-24 |
596 |
+12% |
De Commissie stelt voor de TAC met 12% te verhogen in overeenstemming met het wetenschappelijk advies voor de MDO-puntwaarde. |
Tong |
Solea solea |
7b en 7c |
34 |
-20% |
De Commissie stelt voor de TAC met 20 % te verlagen, in de richting van het wetenschappelijk advies. |
Tong |
Solea solea |
8a en 8b |
3 483 |
-8%* |
De Commissie stelt voor de TAC vast te stellen in overeenstemming met het wetenschappelijk advies voor de MDO-puntwaarde. Er is een de-minimishoeveelheid in mindering gebracht. |
Tongen |
Solea spp. |
8c, 8d, 8e, 9 en 10; wateren van de Unie van Cecaf 34.1.1 |
502 |
-42% |
De Commissie stelt voor de TAC te verlagen in overeenstemming met het wetenschappelijk advies. |
-
*Voor TAC's met een de-minimisverlaging in het kader van de aanlandingsverplichting is de vergelijking gemaakt op basis van de quota van de Unie.
Tabel 2: Bestanden waarvoor de vaststelling van de TAC's (totale toegestane vangsten) aan een lidstaat is gedelegeerd
Gewone naam |
Wetenschappelijke naam |
TAC-gebied |
Gedelegeerd aan |
Horsmakrelen |
Trachurus spp. |
Wateren van de Unie van Cecaf (Canarische Eilanden) |
Spanje |
Horsmakrelen |
Trachurus spp. |
Wateren van de Unie van Cecaf (Madeira) |
Portugal |
Horsmakrelen |
Trachurus spp. |
10, wateren van de Unie van Cecaf (Azoren) |
Portugal |
Peneïdegarnalen |
Penaeus spp. |
Frans-Guyana |
Frankrijk |
Tabel 3: Andere bestanden die onder het huidige voorstel vallen en waarvoor geen vermelding “pro memorie” is opgenomen
Gewone naam |
Wetenschappelijke naam |
TAC-gebied |
Opmerking |
Zandspieringen en geassocieerde bijvangsten |
Ammodytes spp. |
Wateren van de Unie van 2a, 3a en 4 |
In afwachting van wetenschappelijk advies in 2021 |
Ansjovis |
Engraulis encrasicolus |
9 en 10; wateren van de Unie van Cecaf 34.1.1 |
Al vastgesteld voor de periode van 1 juli 2020 tot en met 30 juni 2021. |
Sprot en geassocieerde bijvangsten |
Sprattus sprattus |
3a |
Al vastgesteld voor de periode van 1 juli 2020 tot en met 30 juni 2021. |
Sprot en geassocieerde bijvangsten |
Sprattus sprattus |
Wateren van de Unie van 2a en 4 |
Al vastgesteld voor de periode van 1 juli 2020 tot en met 30 juni 2021. |