Europese politici, let op: Bulgaarse democratie op een kantelpunt!
Al meer dan 100 dagen wordt er in Bulgarije gedemonstreerd voor meer democratie. De demonstranten eisen het aftreden van het derde kabinet Borisov i, gevormd door een coalitie van GERB (Burgers voor Europese Ontwikkeling van Bulgarije) en de ‘Verenigde Patriotten’, een extreemrechtse partij. Een zeer gemengd gezelschap van activisten, studenten en veel burgers uit de groeiende Bulgaarse middenklasse proberen met grote demonstraties, maar ook met kleinere acties, de uitholling van de Bulgaarse democratie tegen te gaan.
Volgens de demonstranten, onder wie een aantal vooraanstaande politicologen, sociologen en intellectuelen, staat de jonge Bulgaarse democratie op het spel. Volgens hen ondermijnen recente ontwikkelingen de democratische instellingen en de Bulgaarse rechtsstaat, die nu lijken te verworden tot lege omhulsels met vage informele praktijken. De ministeriële verantwoordelijkheid van de premier en ministers is verwaterd, waardoor de gang naar het parlement een uitzondering is geworden. De rol van andere pilaren van de democratie dreigt te worden geminimaliseerd door de premier die de staat van het nationale wegnetwerk belangrijker vindt dan de internationale delegatie van Reporters zonder grenzen die indringende vragen stellen over de afnemende onafhankelijkheid van de media in Bulgarije.
De ‘bot-maar-vriendelijke’ stijl van Borisov en zijn sporadische pogingen corruptie in eigen land te bestrijden, ook wanneer zijn Europese partners hem hieraan herinneren, zijn in het afgelopen jaar verworden tot een permanente vorm van doofheid voor welke kritiek dan ook. De oligarchen achter Borisov schromen nu niet meer het overheidsapparaat te gebruiken voor de openlijke intimidatie van tegenstanders. Peevski, een Kamerlid voor de Beweging voor Rechten en Vrijheden (Bulgaarse afkorting: DPS), de partij die de Bulgaarse Turken vertegenwoordigt, heeft achter de schermen een sleutelrol in de aanstelling van ministers in Borisov’s huidige kabinet. Ondanks het feit dat DPS als partij helemaal geen lid is van de huidige regeringscoalitie. Borisov heeft die rol recent bevestigd met zijn uitspraak dat hij ‘de ministers van Peevski’ heeft ontslagen als reactie op de aanhoudende protesten.
De ingrijpende invloed van oligarchen op de Bulgaarse politiek is niet zozeer ‘corruptie’ (alhoewel het wel tot vormen van corruptie kan leiden), maar beter aan te duiden met de Engelstalige term ‘state capture’. De aanstelling van een nieuwe hoofdaanklager, die meer bekend is om zijn politieke loyaliteit dan zijn kennis van de Grondwet, heeft geleid tot acties tegen critici van de huidige regering via het Openbaar Ministerie. Recente werkbezoeken van hoofdaanklagers uit Rusland (de ‘beroemde’ aanklager Chaika, waarover de Russische oppositieleider Navalny één van zijn YouTube-filmpjes heeft gemaakt) en Azerbeidzjan beloven op dit punt weinig goeds.
Deze zomer heeft de leider van de oppositiecoalitie Democratisch Bulgarije (een stemverbinding tussen de Groenen en ‘Da Bulgaria’), Hristo Ivanov, een mooi voorbeeld van ‘state capture’ onder de aandacht van een breed publiek gebracht. De centrale rol hierbij is weggelegd voor Ahmed Dogan, de oprichter en erevoorzitter van de DPS en in Bulgarije zeer invloedrijk. Dogan had zijn intrek genomen in een zomerhuis aan de Bulgaarse Zwarte Zeekust waarbij hij ook het aanliggende strand in bezit had genomen. Volgens de Grondwet zijn stranden publiek bezit en dus voor iedereen toegankelijk. Ivanov probeerde op het strand voor het huis te landen en filmde de reactie van de bewaking. Nu bleek dat, nog afgezien van het feit dat de bewaking vond dat hij daar niet mocht zijn, die bewaking in handen was van de nationale veiligheidsdienst. Dogan had geen politieke functie meer en heeft daar ook geen recht op. Toen de President van Bulgarije, Rumen Radev, zich daarover kritisch uitliet, volgde er de volgende dag een gewapende actie van een team van het OM tegen de presidentiële adviseurs.
Deze en andere incidenten maken voor velen duidelijk dat sprake is van het wegglijden van de democratische orde en het eroderen van de rechtsstaat. Hoewel aanvankelijk studenten en oudere aanhangers van de Socialistische partij met President Radev in actie kwamen, komen de demonstraten nu uit een breder publiek. Ongeacht de duur van de protesten geeft de regering nog maar weinig blijk te willen luisteren of af te treden. Dit in contrast met Borisov’s eerdere gevoeligheid voor publieke opinie. Het probleem lijkt te zijn dat de oligarchen achter Borisov geen legitieme uitweg hebben, aangezien hun rol en bezit vooral afhankelijk is geworden van het kunnen controleren van de staatsinstellingen.
De internationale dimensie van het aanhoudende conflict kwam na de zomer toen de regering en leden van Dogan’s partij een campagne van desinformatie begonnen om daarmee de steun van partijgenoten in het Europees Parlement te winnen. Dat werd duidelijk uit tweets van bijvoorbeeld Hans van Baalen i, voorzitter van de ALDE-groep, en Manfred Weber i, de voormalige voorzitter van de EVP, waarin zij hun steun voor respectievelijk Dogan en Borisov uitspreken. Die tweets hebben tot een storm van kritische reacties op social media geleid. Van politieke commentatoren tot verontwaardigde burgers: velen hebben reacties gestuurd over de ondermijnende rol van Dogan’s DPS in de Bulgaarse politieke stelsel. Dat ligt overigens niet aan zijn achterban: die bestaat uit de hardwerkende klasse die meer politieke steun kan gebruiken als inwoners van de minst economisch ontwikkelde regio’s van Bulgarije. Het gaat vooral om de wijze waarop de leiding hun stemmen gebruikt om aan de macht te blijven. Daarbij kan het contrast niet groter zijn tussen de ‘weelde’ van de oligarchen, verweven met de top, en de armoede van de achterban.
De angst van vooral de jongere generatie, die een belangrijk deel van de Bulgaarse protesten heeft gedragen, is dat met de opkomst van een door oligarchen gedomineerde regering, gesteund door een ‘behulpzame’ hoofdaanklager, de Bulgaarse democratie op een kantelpunt staat. Na de recente kritische Resolutie van het Europese Parlement, moeten alle Europese partners, ook binnen de Europese Raad, kritischer worden over hun steun aan Borisov en zijn regering. De Bulgaarse democratie is nu nog te redden, mede omdat mensen nu de straat op gaan. Volgend jaar kan dat te laat zijn.
Prof. dr. Antoaneta Dimitrova is hoogleraar comparative governance aan de Universiteit Leiden.