Verkeersveiligheidsstatistieken 2019: wat schuilt er achter de cijfers?

Met dank overgenomen van Europese Commissie (EC) i, gepubliceerd op donderdag 11 juni 2020.

Inhoudsopgave van deze pagina:

1.

1. Evolutie van het aantal dodelijke slachtoffers in de periode 2010-2019

In de hele EU is het aantal dodelijke slachtoffers in 2019 met 2 % gedaald

In 2019 werden in de 27 EU-lidstaten naar schatting 22 800 dodelijke slachtoffers geteld in het wegverkeer. Dat zijn er bijna 7 000 minder dan in 2010, een daling van 23 %. In vergelijking met 2018 is het aantal gedaald met 2 %. Hoewel de daling aanhoudt, is die in de meeste landen sinds 2013 minder uitgesproken. De EU-doelstelling om het aantal dodelijke slachtoffers in het wegverkeer tegen 2020 te halveren ten opzichte van 2010, zal niet worden gehaald (zie grafiek 1). Toch kan 2020 nog een positieve uitschieter worden. Uit de eerste cijfers blijkt dat het aantal dodelijke slachtoffers in het wegverkeer aanzienlijk zal dalen door de maatregelen tegen corona, maar niet voldoende om de doelstelling te halen.

(Zie bijlage met grafiek 1: daling van het aantal dodelijke slachtoffers in het wegverkeer in de EU)

De sterftecijfers in het wegverkeer liggen dichter bij elkaar, maar de verschillen tussen sommige landen blijven groot

Achter het EU-gemiddelde van 51 verkeersdoden per miljoen inwoners gaan grote verschillen tussen de lidstaten schuil. Hoewel de kloof tussen de lidstaten sinds 2000 aanzienlijk is verkleind, vallen er verhoudingsgewijs in het slechtst presterende land nog altijd viermaal meer verkeersdoden dan in het best presterende land.

Op basis van de voorlopige cijfers voor 2019 zijn de best presterende landen Zweden (22 doden per miljoen inwoners) en Ierland (29). In Roemenië (96 doden per miljoen inwoners), Bulgarije (89) en Polen (77) was het sterftecijfer in 2019 het hoogst.

Slechts twee landen telden meer dan 80 verkeersdoden per miljoen inwoners, tegenover zeven in 2010. In de helft van alle lidstaten bedroeg het sterftecijfer minder dan 50, in tien landen was dat minder dan 40.

In totaal telden acht lidstaten in 2019 minder verkeersdoden dan ooit: Kroatië, Finland, Frankrijk, Duitsland, Griekenland, Letland, Luxemburg en Zweden.

(Zie bijlage met grafiek 2: evolutie van het aantal dodelijke slachtoffers in het wegverkeer per miljoen inwoners per land in de periode 2010-2019)

In een derde van de lidstaten is het aantal verkeersdoden sinds 2010 met 30 % of meer gedaald

In de hele EU is het aantal dodelijke slachtoffers in 2019 met 2 % gedaald. In Zweden (-32 %), Finland (-14 %) en Letland (-12 %) is de daling ten opzichte van 2018 het grootst. De landen met minder dan 100 dodelijke slachtoffers per jaar worden daarbij niet meegeteld omdat zij gevoeliger zijn voor grote jaarlijkse schommelingen. Zelfs in landen met meer dan 100 dodelijke slachtoffers kunnen de cijfers aanzienlijk schommelen. Zo steeg in Zweden het cijfer in 2018 met 28 %, om vervolgens in 2019 met 32 % te dalen. Denemarken kende daarentegen een opvallende stijging van 20 %. Ook in Slowakije (+7 %), Litouwen (+6 %) en België (+6 %) was er een kleine stijging.

Als we kijken naar de periode 2010-2019, is het aantal dodelijke slachtoffers op de Europese wegen met gemiddeld 23 % gedaald. De EU-doelstelling voor de periode 2010-2020 is 50 % minder verkeersdoden. In een derde van de lidstaten is het aantal dodelijke slachtoffers in het wegverkeer sinds 2010 met 30 % of meer gedaald. Griekenland kende de grootste daling (-45 %). Opvallend is dat de daling groter dan gemiddeld was in Griekenland, Spanje, Portugal en Ierland (voormalige of huidige cohesielanden) en in Estland, Letland en Litouwen (de drie Baltische staten). Zie grafiek 2 en deel 4 voor gegevens per land.

Gevolgen van de brexit

In de gezamenlijke cijfers voor de EU wordt het Verenigd Koninkrijk niet meer meegeteld. Het absolute aantal dodelijke slachtoffers in de Unie daalt daardoor wel, maar het sterftecijfer per miljoen inwoners stijgt, omdat het VK relatief goed scoort op het gebied van verkeersveiligheid. Als het VK zou worden meegeteld, zou het gemiddelde aantal verkeersslachtoffers per miljoen inwoners in 2019 in de EU niet 51, maar 48 bedragen. Voor 2010 zou het sterftecijfer niet 67, maar 63 slachtoffers per miljoen inwoners bedragen.

2.

2. Gedetailleerde statistieken over dodelijke slachtoffers in het wegverkeer

Voor 2019 beschikken we nog niet over gedetailleerde cijfers die zijn uitgesplitst volgens het soort weg, het soort vervoer, de leeftijd en het soort slachtoffer. De volgende gegevens zijn gebaseerd op een analyse van de verkeersveiligheidsstatistieken tot en met 2018.

Bijna 40 % van de dodelijke verkeersongevallen gebeurt in stedelijke gebieden

In 2018 vond 53 % van de dodelijke verkeersongevallen plaats op plattelandswegen, tegenover 38 % in stedelijke gebieden en 9 % op snelwegen. In de hele EU zijn in 2018 ongeveer 20 mensen per 1 miljoen inwoners omgekomen op wegen in stedelijke gebieden Het sterftecijfer verschilt aanzienlijk van lidstaat tot lidstaat: in de meeste landen in het noorden en westen van de EU ligt dat cijfer onder het EU-gemiddelde. In Bulgarije, Kroatië, Cyprus, Griekenland, Malta, Polen, Portugal en Roemenië komen daarentegen meer mensen om in stedelijke gebieden dan op het platteland.

(Zie bijlage met grafiek 3: percentage verkeersdoden in de EU per soort weg, 2018)

Wie zijn de slachtoffers?

70 % van het aantal verkeersdoden in stedelijke gebieden zijn kwetsbare weggebruikers

Inzittenden van auto's (bestuurders en passagiers) vertegenwoordigen 45 % van alle verkeersdoden. Voetgangers en gebruikers van tweewielers maken respectievelijk 21 % en 26 % van het totale aantal dodelijke slachtoffers uit.

(Zie bijlage met grafiek 4: percentage verkeersdoden in de EU per soort vervoer, 2018)

In stedelijke gebieden doen zich andere ongevallen voor dan op plattelandswegen en snelwegen. In stedelijke gebieden vormen voetgangers (geen inzittenden van een auto) de grootste groep slachtoffers: bijna 40 % van de dodelijke slachtoffers zijn voetgangers, 12 % zijn fietsers en 18 % zijn gebruikers van gemotoriseerde tweewielers. Kwetsbare weggebruikers maken dus 70 % van het totale aantal dodelijke slachtoffers in stedelijke gebieden uit. Buiten stedelijke gebieden is dat 32 %.

In de hele EU zijn drie van de vier doden op de weg mannen (76 %). Alle lidstaten vertonen een soortgelijk patroon, dat sinds 2010 relatief ongewijzigd bleef.

(Zie bijlage met grafiek 5: percentage verkeersdoden op stedelijke wegen in de EU per soort vervoer, 2018)

In 2018 zijn in stedelijke gebieden aanzienlijk minder inzittenden van auto's om het leven gekomen dan in 2010, maar voor fietsers is de situatie slechter geworden

Terwijl het aantal dodelijke slachtoffers tussen 2010 en 2018 over de hele lijn daalde (gemiddeld met 21 %), daalden de cijfers voor autobestuurders en passagiers relatief sneller (met 26 %). Het aantal dodelijke slachtoffers onder de fietsers daalde in dezelfde periode maar met 5 %.

Als we alleen naar stedelijke gebieden kijken, steeg het aantal dodelijke slachtoffers onder de fietsers in feite met 1 % tussen 2010 en 2018. Ook het aantal dodelijke slachtoffers onder de voetgangers daalde in stedelijke gebieden relatief langzamer (met 18 %) dan het totale aantal verkeersslachtoffers.

Voor elke persoon die bij een verkeersongeval om het leven komt, lopen vijf mensen een ernstig letsel op waarvan zij de rest van hun leven de gevolgen ondervinden. Zwaargewonden kosten de samenleving vaak veel geld door de langdurige revalidatie en zorg. De meeste zwaargewonden zijn kwetsbare weggebruikers, d.w.z. voetgangers, fietsers en bestuurders van gemotoriseerde tweewielers. In stedelijke gebieden is het aandeel van kwetsbare weggebruikers nog groter.

Meer dan een kwart van alle dodelijke slachtoffers zijn ouderen, hoewel er verhoudingsgewijs meer jongeren sterven in het verkeer

In 2018 vertegenwoordigden mensen van 65 jaar en ouder 28 % van alle verkeersdoden. Dat cijfer stijgt tot 38 % als alleen wordt gekeken naar stedelijke wegen. In die leeftijdsgroep zijn vooral voetgangers bijzonder kwetsbaar. Zij maken 58 % uit van alle voetgangers die omkomen op stedelijke wegen.

12 % van alle dodelijke slachtoffers op de wegen in de EU is tussen 18 en 24 jaar oud, hoewel die leeftijdsgroep maar 8 % van de bevolking uitmaakt. Jongeren zijn dus onevenredig meer bij een dodelijke ongeval betrokken. De meeste jongeren die bij een verkeersongeval om het leven kwamen (64 %), waren bestuurder of inzittende van een auto; slechts 8 % was voetganger.

(Zie bijlage met grafiek 6: percentage verkeersdoden in de EU per leeftijdsgroep, 2018)

3.

Het aantal jonge slachtoffers is tussen 2010 en 2018 sterk gedaald, maar onder ouderen is het aantal dodelijke slachtoffers licht gestegen

In het algemeen stijgt de gemiddelde leeftijd van de verkeersslachtoffers in de EU: in 2018 vertegenwoordigden mensen van 65 jaar en ouder 28 % van het totale aantal dodelijke slachtoffers, tegenover 22 % in 2010. In de periode 2010-2018 steeg het aantal verkeersslachtoffers van 65 jaar en ouder met 2 %. Het aantal dodelijke slachtoffers in de leeftijdsgroep van 18 tot 24 jaar daalde daarentegen met 43 %.

4.

3. Welke recente stappen zijn er op Europees en internationaal niveau gezet om de verkeersveiligheid te verhogen?

Op EU-niveau

In mei 2018 heeft de Commissie als onderdeel van het pakket “Europa in beweging” de contouren geschetst van een beleidskader voor verkeersveiligheid voor de periode 2021-2030 en van een strategisch actieplan voor verkeersveiligheid. Daarin zijn ambitieuze plannen opgenomen op het vlak van verkeersveiligheidsgovernance, subsidiëring, infrastructuur, voertuigen, veilig weggebruik, noodrespons, nieuwe uitdagingen en de mondiale dimensie. In juni 2019 heeft de Commissie nadere informatie gepubliceerd over de wijze waarop zij haar actieplan in de praktijk wil brengen.

Het actieplan bevestigt de langetermijndoelstelling van de EU om het aantal doden en zwaargewonden in het wegvervoer tegen 2050 tot bijna nul te herleiden. Volgens de nieuwe tussentijdse doelstellingen, die beantwoorden aan de verklaring van Valletta van 2017 van de ministers van vervoer, moet het aantal doden en zwaargewonden in het verkeer tussen 2020 en 2030 met 50 % dalen.

Enkele acties zijn reeds uitgevoerd:

  • De bijgewerkte algemene verordening inzake de veiligheid van voertuigen, die in november 2019 is vastgesteld, bevat nieuwe veiligheidsvoorschriften om weggebruikers zowel binnen als buiten een voertuig beter te beschermen. Motorvoertuigen worden uitgerust met nieuwe, geavanceerde systemen zoals intelligente snelheidsondersteuning; geavanceerde noodremsystemen en rijstrookassistentie; frontbeschermingsinrichtingen; vermoeidheids- en aandachtsdetectie en gegevensrecorders voor incidenten en ongevallen. Bussen en vrachtwagens worden uitgerust met geavanceerde systemen voor de detectie van kwetsbare weggebruikers. Alleen al door deze wetgeving zouden binnen 16 jaar na de inwerkingtreding ervan 25 000 levens gered kunnen worden.
  • De bijgewerkte EU-regels voor het beheer van de verkeersveiligheid van weginfrastructuur, die eveneens vorig jaar zijn vastgesteld, zijn bedoeld om zowel het aantal ongevallen als de ernst ervan te beperken. De veiligheid van de infrastructuur zal op meer Europese wegen systematischer en proactiever worden beoordeeld, om doelgerichter te kunnen investeren. De transparantie en de follow-up zullen worden verbeterd, en op verbindingswegen tussen belangrijke steden en regio's zullen dezelfde geavanceerde veiligheidsprocedures worden toegepast als op het strategische wegennet van de EU (TEN-T). Dat zal ook de weg effenen voor geautomatiseerde hulpverlening en autonoom rijden in de hele EU. In de planning en het beheer van infrastructuur moet systematisch rekening worden gehouden met kwetsbare weggebruikers.
  • Op 28 maart 2019 hebben de Commissie en de Europese Investeringsbank (EIB) gezamenlijk het “platform voor een veiliger vervoer” gelanceerd, een centraal aanspreekpunt voor advies en technische bijstand inzake subsidies en financieringsmogelijkheden voor investeringen in de verkeersveiligheid, met bijzondere aandacht voor de veiligheid op de weg.
  • Om de “verkeersveiligheidskloof” tussen de verschillende landen van de EU te dichten, is in 2019 EU Road Safety Exchange van start gegaan, een driejarig project met financiële steun van het Europees Parlement. Deelnemers zijn Oostenrijk, Bulgarije, Frankrijk, Griekenland, Ierland, Litouwen, Nederland, Polen, Portugal, Roemenië, Spanje en Zweden. Het project is gericht op de ontwikkeling van partnerschappen tussen vakmensen op het gebied van verkeersveiligheid uit verschillende Europese landen en op de aanpak van specifieke verkeersveiligheidsproblemen door middel van duurzame samenwerking.

Op internationaal niveau

Op de 3e mondiale ministeriële conferentie over verkeersveiligheid in Stockholm (19-20 februari 2020) heeft Zweden, met krachtige steun van de Europese Commissie, de verklaring van Stockholm gepresenteerd. Dat document bevat richtsnoeren voor de komende tien jaar en effent de weg voor meer wereldwijde politieke betrokkenheid, waaronder een nieuwe doelstelling voor het terugdringen van het aantal doden en gewonden tegen 2030. De aanleiding is het verstrijken van duurzame-ontwikkelingsdoelstelling 3.6: “tegen 2020 het aantal doden en gewonden in het verkeer wereldwijd halveren”.

De Commissie en de landen van de EU hebben een schat aan beleidservaring op het gebied van verkeersveiligheid en zetten zich samen met andere regio's in de wereld in om vooruitgang te boeken.

De focus van de Commissie ligt op steun aan de rechtstreekse buurlanden, met name in de Westelijke Balkan en het Oostelijk Partnerschap. Beide regio's ondertekenden in 2018 verkeersveiligheidsverklaringen (Westelijke Balkan en Oostelijk Partnerschap), waarin de bestaande toezeggingen worden herbevestigd en politieke steun wordt verleend voor het behalen van doelstellingen, regionale samenwerking en de uitwisseling van beste praktijken. De EU steunt de regio's bij de uitvoering van de verklaringen, met name door beste praktijken uit te wisselen en de capaciteitsopbouw te ondersteunen, bijvoorbeeld bij het opzetten van regionale observatoria voor de verkeersveiligheid die gegevens verzamelen en analyseren.

Bovendien is verkeersveiligheid in 2019 gekozen als een van de thema's voor intensievere samenwerking met het Afrikaanse continent in het kader van de vervoerstaskforce EU-Afrika, die gezamenlijk is opgezet door de Europese Commissie en de Commissie van de Afrikaanse Unie. Het sterftecijfer op Afrikaanse wegen is het hoogste ter wereld en ligt ruim viermaal hoger dan het Europees gemiddelde. Het eindverslag van de taskforce bevat een afzonderlijk hoofdstuk over verkeersveiligheid met dertien specifieke aanbevelingen om het aantal gewonden bij verkeersongevallen te beperken. Sommige acties zijn reeds van start gegaan en de follow-up zal worden geëvalueerd tijdens de regelmatige bijeenkomsten op hoog niveau met de Afrikaanse Unie (bv. de top EU-Afrika in oktober 2020).

5.

Meer informatie

Alle informatie, statistieken, beste praktijken, studies en projectverslagen zijn te vinden op de website van de Commissie.

6.

4. Landspecifieke informatie over het aantal dodelijke slachtoffers in het wegverkeer

EU: Gemiddeld 51 verkeersdoden per miljoen inwoners in 2019, een daling van 2 % sinds 2018 en van 23 % sinds 2010.

Oostenrijk: 46 verkeersdoden per miljoen inwoners in 2019, wat onder het EU-gemiddelde van 51 ligt. De situatie is sinds 2018 ongewijzigd. Sinds 2010 is het aantal dodelijke slachtoffers met 26 % gedaald, sneller dan het EU-gemiddelde.

België: 56 verkeersdoden per miljoen inwoners in 2019, wat boven het EU-gemiddelde van 51 ligt. Het aantal dodelijke slachtoffers is in 2019 met 6 % gestegen, hoewel het over de laatste tien jaar met 24 % is gedaald.

Bulgarije: 89 verkeersdoden per miljoen inwoners in 2019, het op één na hoogste sterftecijfer in de EU. Het aantal dodelijke slachtoffers is in 2019 met 3 % gestegen. De voorbije tien jaar is dat aantal met 19 % gedaald, wat trager is dan het EU-gemiddelde.

Kroatië: Naar schatting 73 verkeersdoden per miljoen inwoners in 2019, ruim boven het EU-gemiddelde. Het aantal verkeersdoden is in 2019 met 6 % gedaald tot het laagste niveau ooit. Sinds 2010 is het aantal verkeersdoden relatief snel gedaald met 30 %, maar het cijfer was toen wel zeer hoog.

Cyprus*: 59 verkeersdoden per miljoen inwoners in 2019, wat boven het EU-gemiddelde ligt. Het aantal verkeersdoden is in 2019 met 6 % gestegen, hoewel het sinds 2010 met 13 % is gedaald.

Tsjechië: 58 verkeersdoden per miljoen inwoners in 2019, wat boven het EU-gemiddelde ligt. Het aantal verkeersdoden is in 2019 met 6 % gedaald, nadat het in 2018 met 14 % gestegen was. Over de voorbije tien jaar is het cijfer met 23 % gedaald.

Denemarken: 35 verkeersdoden per miljoen inwoners in 2019, ruim onder het EU-gemiddelde. Het aantal verkeersdoden is sinds 2010 met 20 % gedaald, maar opvallend genoeg is het in 2019 met 20 % gestegen (ten opzichte van 2018).

Estland*: 39 verkeersdoden per miljoen inwoners in 2019, ruim onder het EU-gemiddelde. Na een sterke stijging met 40 % in 2018, was er in 2019 sprake van een daling met 22 % op jaarbasis. Over de voorbije tien jaar is het aantal dodelijke slachtoffers gedaald met 34 %.

Finland: 37 verkeersdoden per miljoen inwoners in 2019, ruim onder het EU-gemiddelde. Het aantal dodelijke slachtoffers is vorig jaar met 14 % gedaald, waardoor 2019 het veiligste jaar op de Finse wegen was sinds het begin van de telling. Over de voorbije tien jaar is het aantal dodelijke slachtoffers gedaald met 24 %.

Frankrijk: 48 verkeersdoden per miljoen inwoners in 2019, lichtjes onder het EU-gemiddelde. Frankrijk registreerde in 2019 het laagste aantal verkeersdoden tot nu toe, hoewel dat slechts marginaal lager was dan in 2018. Over de voorbije tien jaar is het aantal verkeersdoden gedaald met 19 %.

Duitsland 37 verkeersdoden per miljoen inwoners in 2019, ruim onder het EU-gemiddelde. Uit voorlopige gegevens blijkt dat het aantal verkeersdoden in 2019 daalde tot het laagste niveau ooit, na een daling van 7 % ten opzichte van 2018. Ten opzichte van 2010 is het aantal dodelijke slachtoffers met 16 % gedaald.

Griekenland: 65 verkeersdoden per miljoen inwoners in 2019, ruim boven het EU-gemiddelde. De verkeersveiligheid in het land is sinds 2010 echter op indrukwekkende wijze verbeterd. De daling van het aantal slachtoffers is de grootste in de hele EU (45 %). In 2019 bedroeg de daling op jaarbasis 1 %, genoeg om het laagste niveau ooit te bereiken.

Hongarije: 62 verkeersdoden per miljoen inwoners in 2019, wat boven het EU-gemiddelde ligt. Na een daling van 5 % ten opzichte van 2018, werd in Hongarije het laagste aantal verkeersdoden sinds 2013 geregistreerd. Over de voorbije tien jaar is het aantal dodelijke slachtoffers gedaald met 19 %.

Ierland: 29 verkeersdoden per miljoen inwoners in 2019, waardoor Ierland het op één na best presterende land is. Het aantal dodelijke verkeersslachtoffers is in 2019 met 1 % gestegen, hoewel het over de voorbije tien jaar met 33 % is gedaald. Dat is sneller dan het EU-gemiddelde.

Italië: Naar schatting 55 verkeersdoden per miljoen inwoners in 2019, lichtjes boven het EU-gemiddelde. Het aantal dodelijke slachtoffers is in 2019 met 1 % gedaald. Over de laatste tien jaar bedraagt de daling 20 %.

Letland: 69 verkeersdoden per miljoen inwoners in 2019, ruim boven het EU-gemiddelde. Na een stijging met 10 % in 2018, daalde het aantal dodelijke slachtoffers in 2019 met 12 %. Het aantal voor 2019 is het laagste dat ooit is geteld. Sinds 2010 heeft zich een aanzienlijke daling van 39 % voorgedaan.

Litouwen: 66 verkeersdoden per miljoen inwoners in 2019, ruim boven het EU-gemiddelde. Na een daling met 9 % in 2018, steeg het aantal dodelijke slachtoffers in 2019 met 6 %. Ten opzichte van 2010 is het cijfer met 38 % gedaald.

Luxemburg*: 36 verkeersdoden per miljoen inwoners in 2019, ruim onder het EU-gemiddelde. Het aantal dodelijke slachtoffers is in 2019 met 39 % gedaald tot het laagste ooit, maar schommelt aanzienlijk. In 2018 was het nog met 44 % gestegen. Sinds 2010 heeft zich een daling van 31 % voorgedaan.

Malta*: 32 verkeersdoden per miljoen inwoners in 2019, waardoor Malta op twee na het best presterende land is. Het totale aantal slachtoffers is echter zeer klein en daardoor onderhevig aan grote schommelingen.

Nederland: 34 verkeersdoden per miljoen inwoners in 2019, een van de laagste sterftecijfers in de EU. Het aantal verkeersdoden is in 2019 met 3 % gedaald, maar ten opzichte van 2010 is de situatie over het algemeen niet verbeterd. Het totale aantal verkeersdoden is in die periode met 9 % gestegen.

Polen: 77 verkeersdoden per miljoen inwoners in 2019, het op twee na hoogste sterftecijfer in de EU. In de voorbije tien jaar is veel vooruitgang geboekt. Het aantal dodelijke slachtoffers daalde tussen 2010 en 2019 met 26 %, maar is vorig jaar nagenoeg ongewijzigd gebleven.

Portugal: 61 verkeersdoden per miljoen inwoners in 2019, wat boven het EU-gemiddelde ligt. Het aantal dodelijke slachtoffers is in 2019 met 8 % gedaald. Over de langere termijn is de situatie aanzienlijk verbeterd. Het aantal dodelijke slachtoffers is met 33 % gedaald, sneller dan het EU-gemiddelde.

Roemenië: 96 verkeersdoden per miljoen inwoners in 2019, het hoogste sterftecijfer in de EU. De situatie is ten opzichte van 2018 ongewijzigd. Over de afgelopen tien jaar is het aantal dodelijke slachtoffers gedaald met 22 %, maar het laagste aantal werd alweer in 2014 geregistreerd.

Slowakije: 51 verkeersdoden per miljoen inwoners in 2019, gelijk aan het EU-gemiddelde. Het aantal dodelijke slachtoffers is in 2019 met 7 % gestegen, nadat het in 2018 met 6 % was gedaald. Over de voorbije tien jaar is dat aantal met 25 % gedaald, in hetzelfde tempo als het EU-gemiddelde.

Slovenië*: 49 verkeersdoden per miljoen inwoners in 2019, net onder het EU-gemiddelde. Het aantal dodelijke slachtoffers blijft schommelen: na een daling met 13 % in 2018 tot het laagste cijfer ooit, was er in 2019 sprake van een stijging met 13 %. Ten opzichte van 2010 is het aantal met 25% gedaald.

Spanje: Naar schatting 36 verkeersdoden per miljoen inwoners in 2019, ruim onder het EU-gemiddelde. Dat komt neer op een daling van het aantal dodelijke slachtoffers met 6 % ten opzichte van 2018. De voorbije tien jaar heeft Spanje goede vooruitgang geboekt en daalt het aantal sneller dan gemiddeld in de EU (31 %).

Zweden: 22 verkeersdoden per miljoen inwoners in 2019, het beste resultaat op het gebied van verkeersveiligheid in de EU. In 2018 was het aantal verkeersdoden sterk gestegen, maar een daling met 32 % in 2019 maakte dat meer dan goed. Zweden telde vorig jaar het laagste aantal verkeersdoden ooit. Over de voorbije tien jaar is het aantal dodelijke slachtoffers gedaald met 17 %.

  • In enkele kleine lidstaten met minder dan of ongeveer 100 dodelijke slachtoffers per jaar, schommelen de cijfers doorgaans van jaar tot jaar, waardoor de onderliggende trend pas na een langere periode kan worden waargenomen.