Staatssteun: Commissie geeft groen licht voor Nederlandse garantieregeling van 10 miljard EUR om economie te stutten tijdens uitbraak coronavirus

Met dank overgenomen van Europese Commissie (EC) i, gepubliceerd op woensdag 22 april 2020.

De Europese Commissie heeft groen licht gegeven voor een Nederlandse garantieregeling van 10 miljard EUR om de Nederlandse economie te stutten tijdens de uitbraak van het coronavirus. De regeling kreeg groen licht op grond van het tijdelijke steunkader dat de Commissie op 19 maart 2020 heeft aangenomen, als gewijzigd op 3 april 2020.

Uitvoerend vicevoorzitter Margrethe Vestager i, belast met het mededingingsbeleid: “De Nederlandse regeling heeft een budget van 10 miljard EUR. Zij zal ondernemingen helpen om in deze barre tijden hun directe werkkapitaal- en investeringsbehoeften te dekken. Zo kunnen zij hun activiteiten voortzetten tijdens deze uitbraak van het coronavirus én in de periode daarna. We blijven nauw samenwerken met de lidstaten zodat nationale steunmaatregelen de economische impact van de uitbraak van het coronavirus kunnen helpen te verzachten.

De Nederlandse steunmaatregelen

Nederland heeft op basis van het tijdelijke steunkader bij de Commissie aanmelding gedaan van een garantieregeling voor werkkapitaal- en investeringskredieten die banken verstrekken. Deze regeling moet Nederlandse ondernemingen helpen hun liquiditeitsbehoeften te dekken bij deze uitbraak van het coronavirus.

De regeling dient om de liquiditeitskrapte van ondernemingen als gevolg van de uitbraak van het coronavirus te helpen opvangen. Zij geldt alleen voor leningen die banken vanaf 24 maart 2020 hebben verstrekt. De Nederlandse Staat zal voor 90 % garant staan voor nieuwe leningen aan mkb-bedrijven en voor 80 % voor nieuwe leningen aan grote ondernemingen. Banken moeten kredietnemers zes maanden uitstel van aflossing geven voordat zij een beroep kunnen doen op de in het kader van de regeling afgegeven staatsgaranties op leningen.

De Commissie is tot de bevinding gekomen dat de regeling die Nederland heeft aangemeld, voldoet aan de voorwaarden van het tijdelijke steunkader. En wel om de volgende redenen: i) de garanties kunnen slechts worden afgegeven tot en met 31 december 2020; ii) het onderliggende kredietbedrag per onderneming blijft beperkt tot hetgeen noodzakelijk is om haar liquiditeitsbehoeften voor de nabije toekomst te dekken; iii) de garanties lopen over maximaal zes jaar, en iv) de garantiepremies voldoen aan de minimumniveaus die in het tijdelijke steunkader zijn bepaald. Ten slotte, ondernemingen die op 31 december 2019 al in moeilijkheden verkeerden, kunnen geen aanspraak maken op deze garantieregeling.

De Commissie kon dan ook concluderen dat de Nederlandse maatregel noodzakelijk, passend en evenredig is om een ernstige verstoring in de economie van een lidstaat op te heffen — en in overeenstemming is met artikel 107, lid 3, VWEU en de voorwaarden van het tijdelijke steunkader.

Op basis hiervan heeft de Commissie, op grond van de EU-staatssteunregels, toestemming gegeven voor de maatregelen.

Achtergrond

De Commissie heeft een tijdelijk steunkader aangenomen waarmee de lidstaten de ruimte krijgen om maximaal gebruik te maken van de flexibiliteit die de staatssteunregels bieden om de economie te stutten bij deze uitbraak van het coronavirus. Het tijdelijke steunkader, als gewijzigd op 3 april 2020, voorziet in de volgende vormen van steun die de lidstaten kunnen toekennen:

  • i) 
    Directe subsidies, kapitaalinjecties, selectieve belastingvoordelen en voorschotten tot maximaal 100 000 EUR per onderneming in de primaire landbouwsector, 120 000 EUR per onderneming in de visserij- en aquacultuursector en 800 000 EUR voor ondernemingen in alle overige sectoren. Dit moet hun dringende liquiditeitsbehoeften helpen te dekken. Lidstaten kunnen ook — tot een nominaal bedrag van 800 000 EUR per onderneming — renteloze leningen of garanties verstrekken om 100 % van het kredietrisico van lening te dekken. In de landbouwsector ligt deze bovengrens bij 100 000 EUR en in de visserij- en aquacultuursector bij 120 000 EUR.
  • ii) 
    Staatsgaranties voor leningen aangegaan door ondernemingen die ervoor moeten zorgen dat banken krediet blijven verstrekken aan cliënten die dat nodig hebben. Deze staatsgaranties kunnen tot 90 % van het risico dekken van leningen om ondernemingen te helpen hun directe werkkapitaal- en investeringsbehoeften te dekken.
  • iii) 
    Overheidsleningen met rentesubsidie voor ondernemingen: hiermee kunnen ondernemingen tegen een voordelig rentetarief lenen. Deze leningen kunnen ondernemingen helpen om dringende werkkapitaal- en investeringsbehoeften te dekken.
  • iv) 
    Banken die staatssteun doorgeven aan de reële economie krijgen de verzekering dat die steun als directe steun voor de cliënten van de bank wordt beschouwd — en niet voor de bank zelf. Ook wordt houvast geboden over de vraag hoe ervoor te zorgen dat de verstoring van de mededinging tussen banken tot een minimum beperkt blijft.
  • v) 
    Kortlopende exportkredietverzekering voor alle landen, zonder dat de betrokken lidstaat hoeft aan te tonen dat het land in kwestie tijdelijk “onverhandelbaar” is.
  • vi) 
    Steun voor onderzoek en ontwikkeling (O&O) met betrekking tot het coronavirus: om de huidige gezondheidscrisis te bestrijden kan steun worden verleend in de vorm van directe subsidies, terugbetaalbare voorschotten of belastingvoordelen. Een opslag kan worden toegestaan voor grensoverschrijdende samenwerkingsprojecten tussen lidstaten.
  • vii) 
    Steun voor de bouw en het opschalen van testfaciliteiten waar producten (zoals vaccins, beademingsapparaten en beschermende kleding) kunnen worden ontwikkeld en getest die kunnen worden ingezet in de strijd tegen de uitbraak van het coronavirus. Dit geldt voor alle fasen tot de eerste industriële toepassing. De steun kan worden verleend in de vorm van directe subsidies, belastingvoordelen, terugbetaalbare voorschotten en volledige garanties tegen verliezen. Ondernemingen kunnen een opslag krijgen wanneer hun investering wordt gesteund door meer dan één lidstaat en wanneer de investering is voltooid binnen twee maanden nadat de steun is toegekend.
  • viii) 
    Steun voor de productie van producten om de uitbraak van het coronavirus te bestrijden in de vorm van directe subsidies, belastingvoordelen, terugbetaalbare voorschotten en volledige garanties tegen verliezen. Ondernemingen kunnen een opslag krijgen wanneer hun investering wordt gesteund door meer dan één lidstaat en wanneer de investering is voltooid binnen twee maanden nadat de steun is toegekend.
  • ix) 
    Gerichte steun in de vorm van belastinguitstel en/of opschorting van socialezekerheidsbijdragen voor de bedrijfstakken, regio's of voor de soorten ondernemingen die het hardst door de uitbraak worden getroffen.
  • x) 
    Gerichte steun in de vorm van loonsubsidies voor werknemers voor de ondernemingen in de bedrijfstakken of regio's die het meeste te lijden hebben van de uitbraak van het coronavirus, en die anders personeel zouden moeten ontslaan.

Het tijdelijke steunkader biedt de lidstaten de mogelijkheid om alle steunmaatregelen onderling te combineren. Deze mogelijkheid geldt echter niet voor leningen en garanties voor dezelfde lening of voor een overschrijding van de drempels van het tijdelijke steunkader. De lidstaten kunnen ook alle steunmaatregelen die zij op grond van het tijdelijke steunkader toekennen, combineren met de bestaande mogelijkheden om een onderneming zgn. de-minimissteun toe te kennen. De maxima zijn hier: 25 000 EUR over drie belastingjaren voor ondernemingen uit de primaire landbouwsector, 30 000 EUR over drie belastingjaren voor ondernemingen in de visserij- en aquacultuursector en 200 000 EUR over drie belastingjaren voor ondernemingen in alle overige sectoren. Tegelijkertijd moeten de lidstaten zich ertoe verbinden ongeoorloofde cumulatie van steunmaatregelen voor dezelfde ondernemingen te vermijden, zodat de steun beperkt blijft tot het dekken van hun actuele behoeften.

Voorts biedt het tijdelijke steunkader een aanvulling op de vele andere mogelijkheden die lidstaten nu reeds hebben om, met inachtneming van de EU-staatssteunregels, de sociaal-economische gevolgen van de uitbraak van het coronavirus te dempen. Op 13 maart 2020 heeft de Commissie een mededeling over een gecoördineerde economische respons op de uitbraak van COVID-19 aangenomen, waarin deze mogelijkheden worden uiteengezet. Lidstaten kunnen bijvoorbeeld algemeen geldende wijzigingen doorvoeren ten gunste van ondernemingen (bijv. betalingsuitstel voor belastingen of subsidiëring van werktijdverkorting in alle sectoren). Die wijzigingen vallen dan niet onder de staatssteunregels. Ook kunnen zij ondernemingen voor geleden schade compenseren wanneer die schade het gevolg is van en rechtstreeks veroorzaakt is door de uitbraak van het coronavirus.

Het tijdelijke steunkader zal van kracht blijven tot eind december 2020. Om de nodige rechtszekerheid te garanderen, zal de Commissie vóór die datum nagaan of het steunkader moet worden verlengd.

De niet-vertrouwelijke versie van dit besluit komt, zodra eventuele vertrouwelijkheidskwesties zijn opgelost, onder zaaknummer SA.56914 beschikbaar in het staatssteunregister op de website van DG Concurrentie van de Commissie. Een overzicht van de recentste staatssteunbesluiten die op internet en in het EU-Publicatieblad zijn gepubliceerd, is te vinden in de elektronische nieuwsbrief State Aid Weekly e-News.

Meer informatie over het tijdelijke steunkader en over andere maatregelen die de Commissie heeft genomen om de economische impact van de coronapandemie op te vangen, is hier te vinden.