Vragen en antwoorden: Hoe de EU wereldwijd helpt bij de respons op de coronapandemie
Zegt de EU nieuw geld toe? Zal de EU putten uit de reserve van het Europees Ontwikkelingsfonds?
Om de onmiddellijke gezondheidscrisis en de daardoor ontstane humanitaire noden in partnerlanden aan te pakken, maar ook de langetermijn- en structurele effecten voor samenleving en economie in de partnerlanden, maakt de EU meer dan 15,6 miljard euro financiële steun vrij binnen de bestaande middelen voor extern optreden. Samen met onze partners zorgen we ervoor dat de aanzienlijke EU-financiering die al aan hen was toegewezen, hen zal helpen het hoofd te bieden aan de gevolgen van de coronapandemie.
Het overgrote deel van deze financiering is afkomstig van bestaande middelen en programma's die nu specifiek voor de strijd tegen het coronavirus worden ingezet. Hierin zit ook een bedrag van 5,2 miljard euro aan leningen van de Europese Investeringsbank die zullen worden versneld. Deze middelen moeten dienen voor het financieren van acties op zowel korte als middellange tot lange termijn. Hierbij kunnen ook begrotingsgaranties worden ingezet om extra particuliere middelen aan te trekken. Dit is de EU-bijdrage aan de respons van Team-Europa. Hierin zullen middelen worden gecombineerd van de EU, de EU-lidstaten, de Europese Investeringsbank en de Europese Bank voor Wederopbouw en Ontwikkeling.
Van het totale pakket van 15,6 miljard euro gaat 3,25 miljard euro naar Afrika, waarvan 2,06 miljard euro naar Afrika bezuiden de Sahara en 1,19 miljard euro naar Noord-Afrikaanse nabuurschapslanden.
De EU maakt in totaal 3,07 miljard euro vrij voor de hele nabuurschapsregio (2,1 miljard euro voor het zuidelijke nabuurschap en 962 miljoen euro voor het oostelijke nabuurschap) en nog eens 800 miljoen euro voor de Westelijke Balkan en Turkije.
Daarnaast omvat het hele pakket nog eens 1,42 miljard euro aan garanties voor Afrika en het nabuurschap afkomstig van het Europees Fonds voor duurzame ontwikkeling (EFDO).
De EU zal Azië en het Caribisch gebied steunen met 1,22 miljard euro, terwijl 291 miljoen euro zal gaan naar Afrika, het Caribisch gebied en de Stille Oceaan, 918 miljoen euro naar onze partners in Latijns-Amerika en het Caribisch gebied en 111 miljoen euro naar landen en gebieden overzee.
De financiering gaat naar drie verschillende sectoren: 502 miljoen euro voor dringende noodhulp voor de korte termijn; 2,8 miljard euro steun voor onderzoek, gezondheids- en watersystemen in partnerlanden, en 12,28 miljard euro om de economische en sociale gevolgen op te vangen.
De Europese Commissie heeft al 25 miljoen euro uit de reserve van het Europees Ontwikkelingsfonds (EOF) toegewezen om de Wereldgezondheidsorganisatie te ondersteunen bij haar onmiddellijke en kortetermijnrespons op het coronavirus in landen in Afrika, het Caribisch gebied en de Stille Oceaan (ACS-landen). Ook komt er 30 miljoen euro uit de reserves van de ECHO-begroting. De Europese Commissie zal bezien waar er verder nog steun nodig is. Deze middelen voor de WHO zullen bijdragen aan de wereldwijde paraatheid, preventie en indijking van het virus en zullen de landen met de zwakste gezondheidssystemen ondersteunen.
Worden programma's opgeschort om prioriteit te geven aan de strijd tegen het coronavirus? Welke sectoren worden getroffen?
Door deze heroriëntatie kunnen middelen worden weggehaald bij programma's die als gevolg van de pandemie niet kunnen doorgaan zoals gepland. Vitale programma's voor basisdiensten zoals gezondheidszorg, voedselzekerheid, voedsel, water en sanitaire voorzieningen, en onderwijs kunnen blijven doorlopen. Deze programma's zullen ook zo veel mogelijk worden verruimd naar de aanpak van het coronavirus.
Zullen middelen die eerst aan één land waren toegewezen, nu naar een ander land gaan?
Wanneer middelen binnen en tussen lopende programma's anders worden toegewezen, gebeurt dat binnen bestaande landentoewijzingen. In dit stadium is het niet de bedoeling middelen van het ene land naar het andere land over te hevelen. Wel kijkt de Commissie momenteel naar alle middelen, waaronder regionale middelen, om de respons op het coronavirus afdoende te kunnen financieren.
Partnerlanden en -regio's zullen bij de evaluatie worden betrokken.
Komt een deel van het geld van leningen en zal de particuliere sector bijdragen?
Ja, dat klopt. Wij zullen alle vormen van financiering gebruiken, zoals de garantie van het Europees Fonds voor duurzame ontwikkeling (EFDO) en leningen van onze financiële partnerinstellingen voor blendingprojecten. Wij zullen de garantie gebruiken om kleine ondernemingen aan liquiditeiten en werkkapitaal te helpen, en ervoor zorgen dat meer mensen de medische zorg krijgen die zij nodig hebben.
Het Europees plan voor externe investeringen (EIP) omvat een financiële garantie van 1,55 miljard euro (de EFDO-garantie), waarvan 500 miljoen euro beschikbaar wordt gesteld voor het EU-nabuurschap. Hiermee kunnen veel meer publieke en private investeringen worden aangetrokken. Het overgrote deel van deze middelen zullen nu worden toegewezen voor de respons op de coronapandemie. Wij zullen prioriteit geven aan financiering voor kleine ondernemingen, financiering in lokale valuta en gezondheidszorg.
Het EIP financiert ook blendingprojecten. Dit zijn projecten waarbij een EU-subsidie wordt gecombineerd met leningen of andere vormen van financiering uit publieke en private bronnen. Momenteel werken wij met onze partnerlanden en financiële instellingen samen om te bezien welke projecten wij moeten versterken, versnellen of ondersteunen.
Zo zullen wij bijvoorbeeld investeringen in laboratoria versnellen met de 80 miljoen euro van het Europese Gezondheidsgarantieplatform voor Afrika, waarbij wij samenwerken met de Europese Investeringsbank, met de steun van de Bill & Melinda Gates Foundation. Hiermee willen wij een van de grote uitdagingen in de gezondheidszorg in Afrika aanpakken: het gebrek aan testlaboratoria.
Als de begrotingssteun voor regeringen wordt verhoogd, hoe wordt dan gecontroleerd dat de steun goed terechtkomt?
De Europese Commissie wil de EU-begrotingssteun voor partnerlanden versneld beschikbaar bestellen en/of optrekken, maar wel met belangrijke voorwaarden en garanties.
De financiële regels van de EU bevatten specifieke garanties in het geval van begrotingssteun in een crisissituatie. Zo kunnen bijvoorbeeld specifieke aanvullende voorwaarden worden gebruikt om aan te zetten tot acties in respons op het coronavirus, om te monitoren dat diensten geleverd worden (bijv. gezondheidszorg, sociale bijstand) of om garanties te bieden wat betreft het beheer van de overheidsfinanciën. Partners hebben rapportageverplichtingen en bij begrotingssteun moeten auditcontroles plaatsvinden. Implementatie vindt steeds plaats samen met internationale financiële instellingen, met name het Internationaal Monetair Fonds (IMF).
Het afgelopen decennium is EU-begrotingssteun doeltreffend ingezet in 23 landen die voor crises stonden: bijv. Guinee, Liberia, Sierra Leone tijdens de uitbraak van het ebolavirus; Haïti in 2010 en Nepal 2015 na aardbevingen, of eilanden in de Caraïben na orkanen; Oekraïne in 2014 of Gambia in 2016 bij politieke transities, en Jordanië bij de overloopeffecten van de Syrische crisis.
Welke landen zullen het meeste kunnen profiteren? Waarom zijn er tussen bepaalde regio's en landen zo grote verschillen in financiering? Wat is de logica achter deze verdeling?
De verdeling van de middelen sluit aan bij de behoeften van onze partnerlanden, maar zal ook rekening houden met de meerwaarde, efficiëntie en complementariteit van EU-middelen ten opzichte van wat andere Europese en niet-Europese stakeholders doen. De EU-bijdrage aan de humanitaire noodrespons zal worden toegewezen op basis van behoeften op het terrein en de meest kwetsbare groepen zullen prioriteit krijgen.
De verdeling van EU-middelen mag niet los worden gezien van de bijdrage die EU-lidstaten zullen leveren voor de respons op effecten op de korte tot middellange en lange termijn van de crisis in onze partnerlanden en -regio's.
Zal de EU instemmen met schuldverlichting voor ontwikkelingslanden?
Verwacht wordt dat in ontwikkelingslanden de behoeften aan publieke financiering de komende weken en maanden fors zullen toenemen en dat acties van multilaterale kredietverleners niet zullen volstaan om de financieringskloof te dichten. Tegen deze achtergrond wil de gezamenlijke oproep van de IMF en de Wereldbank voor een schuldmoratorium voor de armste landen die concessionele leningen hebben gekregen in het kader van de International Development Association (IDA), de schuldendruk vanuit bilaterale officiële schuldeisers proberen te verlichten. De EU staat positief tegenover deze wereldwijde gecoördineerde respons.
Toch zal er meer tijd nodig zijn om de gevolgen van de crisis en de financieringsbehoeften van elk IDA-land beter te kunnen inschatten en om te bepalen welke vorm van schuldverlichting of herstructurering nodig is. Nieuwe leningen, ook wanneer die sterk concessioneel zijn, moeten worden verstrekt binnen het kader van de Wereldbank en het IMF, zodat overheidsschuld houdbaar is.
Zal de EU bijdragen aan de nieuwe oproep van de Verenigde Naties voor meer dan 2 miljard USD en voorstellen van andere donoren?
De EU en de EU-lidstaten zullen een aanzienlijk deel van hun respons op de coronapandemie via de Verenigde Naties laten verlopen. De verwachting is dat een aanzienlijk deel van de humanitaire respons van de EU in het kader van dit pakket naar programma's zal gaan die onder het wereldwijde humanitaire responsplan vallen. De EU zal echter ook middelen direct beschikbaar stellen aan het Rode Kruis en de Rode Halvemaan en aan niet-gouvernementele organisaties.
In 2018 alleen al gaf de Europese Commissie voor 2,9 miljard euro aan financiële middelen aan de Verenigde Naties (VN). De EU en de EU-lidstaten leveren samen nog steeds de grootste financiële bijdrage aan de VN, goed voor zo'n 30 % van alle werkzaamheden van de VN.
De EU heeft al 114 miljoen euro toegezegd aan het strategisch paraatheids- en reactieplan van de VN onder leiding van de Wereldgezondheidsorganisatie. Dit plan moet in landen met een zwakke gezondheidszorg en beperkte veerkracht de paraatheid voor deze noodsituatie op het gebied van de volksgezondheid bevorderen. Recentelijk heeft de EU ook 30 miljoen euro bijgedragen aan het gemeenschappelijk fonds duurzame ontwikkelingsdoelen van de VN, dat zijn zwaartepunt nu verschuift naar de respons op de coronapandemie.
Hoeveel zal de EU bijdragen aan internationale initiatieven zoals de Wereldalliantie voor vaccins (GAVI) om vaccins te ontwikkelen?
Tot 2020 had de EU al 1,3 miljard euro bijgedragen aan internationale gezondheidsinitiatieven, waaronder 200 miljoen euro voor de financiële faciliteit GAVI voor de huidige strategische periode 2016-2020. De Europese Commissie gaat momenteel na wanneer en hoe zij de toezegging van middelen aankondigt voor de volgende aanvullingsperiode 2021-2025 voor de GAVI.
De EU heeft ook 475 miljoen euro toegezegd voor het Wereldfonds voor de bestrijding van hiv/aids, tuberculose en malaria voor 2019-2022, 26,5 miljoen euro voor de Global Financing Facility, 114 miljoen euro voor de Wereldgezondheidsorganisatie — met recentelijk nog eens 25 miljoen euro extra — en 45 miljoen euro voor het Bevolkingsfonds van de Verenigde Naties (UNFPA).
Wat wordt er nog meer gedaan om onderzoek naar het coronavirus te ondersteunen, wat ook mensen buiten de EU ten goede komt?
De Europese Commissie zal tot 140 miljoen euro steun geven aan onderzoek naar diagnostisch materiaal, behandeling en preventie, waaronder 90 miljoen euro via het initiatief inzake innovatieve geneesmiddelen (IMI), een partnerschap tussen de EU en de farmaceutische industrie, en via het partnerschap voor klinische proeven tussen Europese en ontwikkelingslanden (EDCTP), een partnerschap tussen de EU, 14 Europese landen en 16 landen in Afrika. De uitsplitsing van dat bedrag zal als volgt zijn:
-
-tot 45 miljoen euro uit Horizon 2020, en een vergelijkbare toezegging van de farmaceutische industrie, voor projecten om behandelingen en diagnostisch materiaal te ontwikkelen waarmee de coronapandemie beter kan worden bestreden en om de paraatheid te vergroten voor mogelijke toekomstige uitbraken.
Via het Partnerschap voor klinische proeven tussen Europese en ontwikkelingslanden:
-
-4,75 miljoen euro steun voor onderzoek naar paraatheid met betrekking tot de coronapandemie in Afrika bezuiden de Sahara, om de toezichtscapaciteit te helpen verbeteren, diagnostisch materiaal te ontwikkelen, bestaande tests en veelbelovende behandelingen te valideren, en om klinisch beheer te ondersteunen.
-
-18 miljoen euro voor capaciteitsversterking voor het uitvoeren van klinische proeven in meerdere landen in Afrika bezuiden de Sahara en om de Zuid-Zuid- en Noord-Zuid-samenwerking tussen onderzoekers en instellingen te versterken; stimuleren van samenwerking in netwerken om het effect van klinisch onderzoek in Afrika te maximaliseren.
-
-5 miljoen euro om onderzoekers op te leiden en een groep te creëren van epidemiologen op het gebied van de uitbraak van ziekten en respons op pandemieën in Afrika bezuiden de Sahara, in samenwerking met de Africa Centres for Disease Control and Prevention (Africa CDC).
-
-Daarnaast hebben twee grote onderzoeksconsortia in Afrika bezuiden de Sahara, ALERRT en PANDORA-ID-NET, hun onderzoek geheroriënteerd naar het coronavirus en werken zij met het Africa Centre for Disease Control (ACDC) samen om diagnoses te verbeteren en overdracht van het coronavirus in Afrika te voorkomen. Zij zullen bijvoorbeeld samenwerken met noodresponsteams die in de verschillende Afrikaanse regio's worden opgezet.
Hoeveel heeft de EU de afgelopen jaren geïnvesteerd in het versterken van de gezondheidszorg in partnerlanden?
In de periode 2014-2020 is 2,6 miljard euro EU-financiering gegaan naar de gezondheidszorg in partnerlanden. Een deel van deze middelen ging direct naar bescherming van de volksgezondheid, maar ook naar het versterken van de zorgstelsels.
EU-gezondheidsprogramma's hebben in de periode 2013-2017 indrukwekkende resultaten geboekt in verschillende sectoren. Zo ging er bijvoorbeeld steun naar meer dan 19 miljoen bevallingen met begeleiding van geschoolde gezondheidswerkers, volledige immunisatie voor meer dan 13 miljoen kinderen, toegang tot contraceptie voor meer dan 57 miljoen vrouwen en betere toegang tot levensreddende behandelingen, van onder meer aids, tuberculose en malaria voor 11 miljoen mensen. De EU-steun leverde een bijdrage aan meetbare verbeteringen van de kwaliteit van eerstelijnsgezondheidszorg in de wereld.
Toegang tot de gezondheidszorg bevorderen en betere gezondheidsuitkomsten zijn ook al vele jaren een essentieel onderdeel van de werkzaamheden van de EU. De EU heeft 102 miljoen euro bijgedragen aan het samen met de WHO uitgevoerde partnerschapsprogramma voor universele dekking van de gezondheidszorg. Hiervan konden 115 landen over de hele wereld profiteren, in onder meer Afrika, het Caribisch gebied en de Stille Oceaan, Oost-Europa, Centraal-Azië en Zuidoost-Azië. De EU zal nog eens 41,5 miljoen euro vrijmaken, waaronder 25 miljoen euro nieuwe middelen uit de reserve van het Europees Ontwikkelingsfonds, voor duurzame paraatheid wat betreft volksgezondheid en het versterken van zorgstelsels in de respons op de coronapandemie, om de wereldwijde paraatheid in deze wereldwijde noodsituatie in de volksgezondheid en de capaciteit van landen uit te breiden wat betreft preventie, opsporing van en respons op gezondheidsrisico's en ‑dreigingen via een monitoring- en evaluatiekader.
Als eerste noodrespons heeft de EU een contract afgesloten met het Europees Centrum voor ziektepreventie en -bestrijding (ECDC) voor ondersteuning op maat om de paraatheid- en responscapaciteit van partnerlanden in de huidige noodsituatie te versterken. Naar dit nieuwe EU-initiatief voor de bescherming van de gezondheid gaat 9 miljoen euro. Het bestrijkt alle nabuurschaps- en uitbreidingslanden en legt de klemtoon op capaciteitsopbouw voor epidemiologen en gezondheidswerkers die in partnerlanden in de frontlinie staan. Het onderdeel noodrespons van het programma is van start gegaan. Hiermee kan een GAP-analyse worden gemaakt op basis van gedetailleerde onderzoeken per land, waarvoor speciale ECDC-medewerkers klaar zullen staan voor hulp en advies.
Wat zal de EU doen om te voorkomen dat er door de pandemie in ontwikkelingslanden voedseltekorten ontstaan?
De coronapandemie zal de kwetsbaarheid van voedselsystemen nog vergroten. De EU probeert die nu al te verhelpen via programma's voor humanitaire en ontwikkelingshulp.
Volgens het Global report on Food Crises 2019 leden in 2018 zo'n 113 miljoen mensen in 53 landen acuut honger en hadden zij dringend voedsel en voedings- en inkomensondersteuning nodig. Dit rapport werpt een schril licht op de honger die ontstaat door conflicten en onveiligheid, klimaatschokken en economisch woelige tijden. Het rapport 2020 zal de komende weken worden gepubliceerd en momenteel loopt er overleg met agentschappen die in Rome zijn gevestigd (Voedsel- en Landbouworganisatie (FAO), Internationaal Fonds voor agrarische ontwikkeling (IFAD), Wereldvoedselprogramma (WFP)). In dit overleg wordt onder meer opgemeten wat de komende weken en maanden de impact van de coronapandemie zal zijn op de agrovoedselvoorzieningsketens in ontwikkelingslanden en hoe kleine landbouwers het beste kunnen worden bereikt om hen in hun levensonderhoud te ondersteunen.
Bijzondere aandacht gaat daarbij naar nu reeds fragiele situaties, het merendeel in Afrika bezuiden de Sahara, waar de voedsel- en voedingszekerheid al onder druk staat door grote bedreigingen zoals de woestijnsprinkhanenplaag in Oost-Afrika/de Hoorn van Afrika, waarvoor de EU recentelijk 11 miljoen euro heeft uitgetrokken.
Wat doet de EU om Afrika te steunen in de strijd tegen het coronavirus?
Afrika is een prioriteit voor de EU. Wij stellen nu voor om 3,25 miljard euro binnen bestaande programma's anders toe te wijzen, te versnellen en te prioriteren, als respons op de behoeften in Afrika.
Net als elders ter wereld worden landen in Afrika geconfronteerd met directe zorgbehoeften en zullen zij ook de economische en sociale gevolgen van deze wereldwijde pandemie moeten dragen. De terugval in de wereldwijde vraag en grondstoffenprijzen, gecombineerd met toenemende beperkingen en dalende inkomsten zal zeer hoge sociale en economische kosten met zich meebrengen. Criminele en terroristische organisaties grijpen deze crisis ook aan om in diverse landen door te gaan met hun aanvallen. Dit zorgt voor een verdere verzwakking van de aanwezigheid van de overheid en de mogelijkheden om diensten te leveren, met name in afgelegen gebieden. In alle landen zal het er op aankomen om de begrotingsmarge te beschermen zodat sociale diensten veilig kunnen worden gesteld en de veiligheid gehandhaafd blijft.
Via de EU-delegaties monitoren wij dagelijks de situatie in elk van de landen en zorgen wij er zo voor dat onze respons inspeelt op de specifieke context en aangepast is aan de lokale behoeften.
Het EU-pakket omvat directe bilaterale steun voor landen, maar ook financiering voor internationale organisaties zoals de WHO en andere VN-agentschappen. Bij de steun zal het zwaartepunt liggen bij het versterken van de capaciteit inzake paraatheid en respons in landen waar de gezondheidszorg het zwakst is. De EU financiert ook onderzoek dat helpt om de overdracht van het coronavirus in Afrika op te sporen en te voorkomen. Deze netwerken werken bijvoorbeeld samen met noodresponsteams die in de verschillende Afrikaanse regio's worden opgezet.
Sinds 2014 heeft de EU de nationale zorgstelsels in 13 landen in Afrika versterkt met rond 1,1 miljard euro. Bij onze respons in de strijd tegen het coronavirus zullen wij vooral inspelen op de specifieke nieuwe behoeften waarmee de landen bij deze pandemie te maken krijgen.
Het EU-noodtrustfonds voor Afrika (EUTF) is vastbesloten om tegemoet te komen aan de basisgezondheidsbehoeften van kwetsbare groepen zoals binnenlandse ontheemden, vluchtelingen, asielzoekers en migranten. In het EUTF werkt de EU nauw samen met al haar partners op het terrein om gelijke toegang tot de gezondheidszorg te garanderen en om met name bij de meest kwetsbare groepen (zoals mensen die op drift zijn) in te zetten op ziektepreventie en gezondheidsbevordering. Deze wereldwijde pandemie kan alleen onder controle worden gebracht met een inclusieve aanpak die de rechten van een ieder op leven en gezondheid beschermt.
Het partnerschap voor klinische proeven tussen Europese en ontwikkelingslanden zal drie oproepen tot het indienen van blijken van belangstelling publiceren voor meer dan 25 miljoen euro uit Horizon 2020. Die moeten onderzoek naar het virus ondersteunen en de onderzoekscapaciteit in Afrika bezuiden de Sahara versterken. Bij de eerste oproep, die op 7 april 2020 is gepubliceerd, ligt de nadruk op de uitbouw van toezichtscapaciteit en de ontwikkeling van diagnostisch materiaal, het valideren van bestaande tests, en proeven voor veelbelovende agentia voor therapeutische geneesmiddelen.
De EU zal investeringen in laboratoria voor coronavirustests in Afrika versnellen via 80 miljoen euro voor het Europese Gezondheidsgarantieplatform voor Afrika, in samenwerking met de Europese Investeringsbank en met de steun van de Bill & Melinda Gates Foundation.
Dit zijn een aantal voorbeelden van wat er op bilateraal niveau gebeurt:
In Nigeria zal de EU 50 miljoen euro bijdragen aan de uitrol van het VN-responsplan voor het coronavirus en in Ethiopië is 10 miljoen euro vrijgemaakt om het aantal diagnostische laboratoria, testkits en behandelcentra uit te breiden. In Sudan zet de EU zich met een humanitair project van 10 miljoen euro in voor de toegang tot schoon water en hygiëne en voor de bewustmaking rond het virus.
Voorts zal in Sierra Leone 34,7 miljoen euro worden verschaft om de economische gevolgen van het coronavirus op te vangen via begrotingssteun om de macro-economische veerkracht en stabiliteit en het nationale responsplan van het land te versterken (25 miljoen euro); overmakingen zullen het inkomen van de meest kwetsbare bevolkingsgroepen beschermen via de Wereldbank (5,2 miljoen euro) en steun voor de landbouwsector zal de voedselproductie stimuleren (4,5 miljoen euro).
Zal de ebolacrisis landen in Afrika helpen bij de strijd tegen het coronavirus?
De investeringen om in landen die door ebola werden getroffen, de responscapaciteit in hun nationale gezondheidszorg te versterken, betalen zich nu terug, doordat deze landen nu meer veerkracht hebben om de crisis aan te kunnen.
Tijdens de uitbraak van het ebolavirus zijn forse inspanningen geleverd om de epidemie aan te pakken, zodat de ziekte onder controle kon worden gebracht via geschikte behandelingen en vaccins. Maar er is ook gewerkt rond andere, daarmee samenhangende thema's. In 2017 heeft de EU het EBO-SURSY-project opgezet; dit verbetert de opsporing van het ebolavirus bij wilde dieren in landen in Afrika. Dit project is in een aantal West- en Centraal-Afrikaanse landen al goed uitgerold, met opleiding, capaciteitsopbouw en epidemiologisch toezicht via steekproeven en laboratoriumanalyses bij wilde dieren. Wij houden nauw contact met de Wereldorganisatie voor diergezondheid, zodat zij kunnen profiteren van de ervaring van het project op het terrein en hun epidemiologisch toezicht kunnen uitbreiden tot de aanwezigheid van het coronavirus bij wilde dieren.
In 2018 zijn in Afrika bezuiden de Sahara twee samenwerkingsprojecten voor onderzoek opgezet via het partnerschap voor klinische proeven tussen Europese en ontwikkelingslanden binnen Horizon 2020, om te werken aan de paraatheid voor de ebola-epidemie, in samenwerking met de Africa CDC: ALERRT en PANDORA-ID-NET. De beide consortia hebben het zwaartepunt van hun onderzoek al verschoven naar het coronavirus.
Zijn er Team-Europa-pakketten ontwikkeld voor de Westelijke Balkan?
Voor de Westelijke Balkan heeft de EU al aanzienlijke middelen (38 miljoen euro) vrijgemaakt om de zorgsector onmiddellijk steun te kunnen bieden (4 miljoen euro voor Albanië voor directe levensreddende medische uitrusting, waaronder 5 volledig uitgeruste ambulances, beademingsapparaten, digitale röntgensystemen en de allernieuwste intensive-care-uitrusting; 7 miljoen euro voor Bosnië en Herzegovina om ziekenhuizen uit te rusten met 7 500 testkits en persoonlijke beschermingsmiddelen; 5 miljoen euro voor Kosovo voor laboratorium- en beschermingsuitrusting, waaronder 30 beademingsapparaten, 5 volledig uitgeruste ambulances en 400 ziekenhuisbedden; 3 miljoen euro voor Montenegro voor medische uitrusting, waaronder 100 beademingsapparaten, 10 mobiele röntgensystemen en persoonlijke beschermingsmiddelen; 4 miljoen euro voor Noord-Macedonië voor medische uitrusting en benodigdheden, waaronder 20 beademingsapparaten, 5 000 testkits en aanzienlijke hoeveelheden persoonlijke beschermingsmiddelen; en 15 miljoen euro voor Servië om vijf vrachtvluchten te bekostigen voor het invliegen van 280 ton medische noodhulp die Servië had aangekocht en die voor kwetsbare groepen in de samenleving is bestemd). Daarnaast heeft Servië een laboratorium aangepast. Voor deze modernisering, met onder meer de aankoop van high-techmachines en robots, gaf de EU 7,5 miljoen euro steun. Het laboratorium diende oorspronkelijk om zuivel en andere levensmiddelen te testen, en kan nu tot 1 000 coronavirustest per dag uitvoeren.
Daarnaast kreeg meer dan 374 miljoen euro een nieuwe bestemming en wordt dit bedrag nu ingezet om de sociaal-economische gevolgen van de pandemie te dempen (46,5 miljoen euro voor Albanië; 73,5 miljoen euro voor Bosnië en Herzegovina, 63 miljoen euro voor Kosovo, 50 miljoen euro voor Montenegro, 63 miljoen euro voor Noord-Macedonië, en 78,5 miljoen euro voor Servië). Hiermee wordt bijgedragen aan de aanpak van de sociaal-economische gevolgen van de uitbraak, met name voor de meest getroffen bedrijven, onder meer in de sectoren toerisme en vervoer. Nog eens 290 miljoen euro is uitgetrokken om te helpen bij het sociaal-economische herstel van de hele regio.
In het kader van de Faciliteit voor vluchtelingen in Turkije wordt er binnenkort voor 90 miljoen euro aan kleinschalige zorginfrastructuur en uitrusting aangekocht. In totaal zal de EU onze partners op de Westelijke Balkan en Turkije met 800 miljoen euro steun in hun strijd tegen het coronavirus.
Wat wordt in het oostelijke nabuurschap van de EU gedaan?
Als onderdeel van Team-Europa maakt de EU ook een pakket noodhulp van meer dan 140 miljoen euro vrij voor directe behoeften in de landen van het Oostelijk Partnerschap. De EU werkt met de WHO samen aan een programma van 30 miljoen euro voor de gezamenlijke aankoop en om de bevoorrading te verzekeren met medische apparatuur en persoonlijke beschermingsmiddelen, zoals beademingsapparaten, laboratoriumkits, maskers, veiligheidsbrillen, schorten en speciale pakken. De klemtoon zalde komende weken liggen op het effectief distribueren van materiaal aan de gezondheidsstelsels van partnerlanden.
De EU heeft ook meer dan 11,3 miljoen euro beschikbaar gesteld in de vorm van kleine subsidies voor organisaties uit het maatschappelijke middenveld. Met deze middelen worden al directe behoeften gedekt (d.w.z. ondersteuning van lokale scholen bij onderwijs op afstand). Tegen de zomer zal het solidariteitsprogramma voor het Oostelijk Partnerschap zich richten op de sterkst getroffen delen van de bevolking via steun voor het maatschappelijke middenveld en met name getrapte subsidie voor kleinere, lokale organisaties.
Daarnaast zal de Europese Commissie het midden- en kleinbedrijf (mkb) in de regio steunen met een nieuw steunprogramma van 100 miljoen euro. Ook zal zij het gebruik heroriënteren van bestaande financieringsinstrumenten, zoals het Europees Fonds voor duurzame ontwikkeling (EFDO), om de sociaal-economische impact van de coronacrisis bij onze oostelijke partners te helpen verzachten.
Daarnaast bieden lopende bilaterale EU-programma's nu al ondersteuning op het terrein. Zo heeft de EU in Oekraïne uitrusting geleverd voor het centrum voor medische spoedhulp van de oblast Donetsk met 100 sets persoonlijke beschermingsmiddelen en meer dan 70 liter sterk geconcentreerde antiseptische vloeistof. In Georgië heeft een producent van medisch textiel in een week tijd 40 000 medische schorten kunnen produceren nadat hij met een microsubsidie van de EU 12 extra naaimachines had kunnen kopen.
Met de middelen die bilateraal werden geheroriënteerd, komt de steun voor de oostelijke partners in hun bestrijding van de coronacrisis uit op in totaal 962 miljoen euro.
Hoe worden de landen in Noord-Afrika en het Midden-Oosten geholpen?
In het zuidelijke nabuurschap heroriënteert de EU de totale financiering van 2,1 miljard euro op regionaal niveau en binnen landen, om onze partners te steun bij het omgaan met gezondheidseffecten en sociaal-economische effecten van de pandemie.
Als eerste noodrespons heeft de EU een contract afgesloten met het Europees Centrum voor ziektepreventie en -bestrijding (ECDC) voor ondersteuning op maat om de paraatheid- en responscapaciteit van partnerlanden in de huidige noodsituatie te versterken. Naar dit nieuwe EU-initiatief voor de bescherming van de gezondheid gaat 9 miljoen euro. Het bestrijkt alle nabuurschaps- en uitbreidingslanden en legt de klemtoon op capaciteitsopbouw voor epidemiologen en gezondheidswerkers die in partnerlanden in de frontlinie staan. Het onderdeel noodrespons van het programma is van start gegaan. Hiermee kan een GAP-analyse worden gemaakt op basis van gedetailleerde onderzoeken per land, waarvoor speciale ECDC-medewerkers klaar zullen staan voor hulp en advies.
Om de economische impact van het coronavirus op te vangen, past de EU regionale economische programma's voor investeringen en innovatie in regio die goed zijn voor 26 miljoen euro, aan. Het zwaartepunt komt hierdoor vooral te liggen op het versterken van de werkgelegenheidsdimensie. Ook zal fors gebruik worden gemaakt van het investeringsplatform voor het nabuurschap. Een bedrag van 100 miljoen euro zal worden gebruikt om de bestaande faciliteiten te verruimen en nieuwe programma's met Europese financiële instellingen te versnellen. Hiermee worden vooral mkb-bedrijven en financiële intermediairs ondersteund met directe liquiditeit, meer financiering in lokale valuta en handelsfinanciering.
Het Midden-Oosten staat voor de bijzondere uitdaging van de aanzienlijke aanwezigheid van vluchtelingen in de regio en grote aantallen binnenlandse ontheemden, met beperkte toegang tot gezondheids- en hygiënische voorzieningen en situaties waarin mensen dicht op elkaar leven. Op 30 maart 2020 heeft de EU via het regionaal trustfonds van de EU (EUTF Syrië) nog eens 240 miljoen euro toegezegd voor gastlanden en vluchtelingen als gevolg van de crisis in Syrië. Dankzij de EU-steun in reactie op de crisis in Syrië kregen meer dan 3,9 miljoen euro mensen toegang tot gezondheidszorg in de landen die vluchtelingen opvangen.
In Libanon worden lopende EU-projecten voor een bedrag van 86 miljoen euro aan subsidies geheroriënteerd om ervoor te zorgen dat vitale gezondheidszorg in de coronacrisis verzekerd blijft. Zo heeft de EU bijvoorbeeld de aankoop gefinancierd van beschermingsmiddelen, zoals maskers, handschoenen, schorten, veiligheidsbrillen, gelaatsschermen en hygiënesets voor 60 eerstelijnsgezondheidscentra. Daarnaast is verdere bijstand op komst voor met name Palestijnse vluchtelingen. De EU zal haar steun voor het mkb optrekken, en 25 miljoen euro verstrekken om de EBWO-handelsfinancieringsfaciliteit voor Libanon te verruimen. Dit is specifiek bedoeld om de invoer van essentiële goederen, zoals geneesmiddelen en medische uitrusting, te financieren. De EU heeft ook haar inkomenssteun fors opgetrokken met nog eens 100 miljoen euro voor sociale bijstand uit het EUTF Syrië.
In Jordanië wordt het lopende porfolio van gezondheidsprojecten van 77,6 miljoen euro waar mogelijk geheroriënteerd, om de continuïteit van kritische gezondheidszorg te verzekeren en prioriteit te geven aan de aanschaf van beschermingsmateriaal enbenodigdheden voor de coronarespons. De EU zal haar inspanningen voortzetten om de ruimere sociale impact van de crisis op te vangen met inkomenssteun en sociale bescherming voor de meest kwetsbare groepen, en dit voor een bedrag van 83 miljoen euro. Daardoor komt het totale bedrag aan lopende en geplande programma's voor het ondersteunen van de economie en sociale bescherming in het kader van de respons op het coronavirus uit op 224 miljoen euro.
Voor de Palestijnen heeft de EU een reeks bijstandsmaatregelen klaar staan van zo'n 60 miljoen euro, bestemd voor de volgende sectoren. In de gezondheidssector wil de EU 9,5 miljoen euro heroriënteren naar zes ziekenhuizen in Oost-Jeruzalem, om de kosten van de coronacrisis te helpen dekken. Om de economische uitdagingen aan te gaan zal de EU de betaling van 40 miljoen euro directe financiële steun aan de Palestijnse Autoriteit versnellen, om directe noden op te vangen. De EU wil haar steun aan het mkb optrekken door haar bijdragen aan het Europese kredietgarantiefonds voor Palestina te versnellen en met 5,5 miljoen euro te verhogen. Om de sociale impact van de crisis op te vangen, wil de EU 5 miljoen euro steun via het PEGASE-programma voor overmakingen aan de meest kwetsbare groepen heroriënteren. Daarnaast heeft de EU, om Palestijnse vluchtelingen op de Westelijke Jordaanoever en in Gaza te steunen die beperkte toegang hebben tot gezondheids- en hygiënefaciliteiten, gezorgd voor een vervroegde betaling van de bijdrage van 82 miljoen euro aan de begroting van het UNRWA-programma in 2020.
In Syrië is de situatie complex door de verbrokkeling van het land. De EU heroriënteert lopende 8,4 miljoen euro gezondheidsprogramma's en zal sneller contracten sluiten voor nog eens 1,7 miljoen euro. Een deel van de voor 2020 toegezegde 36 miljoen euro zal ook worden geheroriënteerd, zodat onze inspanningen zo doelgericht en relevant mogelijk zijn voor de respons op het coronavirus. Middelen zullen worden gebruikt om prioriteit te geven aan niet-statelijke actoren in de gezondheidssector, omdat we niet werken met of via entiteiten van het regime.
Wat Noord-Afrika betreft, zal de EU in Marokko de overheid steunen door 150 miljoen euro te heroriënteren en specifiek te bestemmen voor de behoeften van het Marokkaanse speciale fonds voor het beheer van de COVID-19-pandemie. Er zal overleg komen over de vraag hoe 300 miljoen euro van reeds toegewezen middelen te herbestemmen en versneld in te zetten voor de respons op de pandemie om aan de buitengewone begrotingsbehoeften van het land te voldoen. Onder de bestaande programma's van het EU-noodtrustfonds voor Afrika zal de EU kwetsbare migranten zoveel mogelijk toegang blijven geven tot de gezondheidszorg en bewustmakingscampagnes rond positieve hygiënemaatregelen stimuleren, met name via partnerschappen met organisaties uit het maatschappelijke middenveld.
In Tunesië zullen betalingen voor de lopende EU-programma's voor begrotingssteun snel worden vrijgemaakt om bijna 250 miljoen euro aan liquiditeit te verschaffen aan de Tunesische schatkist. Dit zal een bijdrage zijn aan de inspanningen van het kabinet om het hoofd te bieden aan de sociaal-economische gevolgen van de pandemie. De EU voert haar inspanningen voor steun aan de gezondheidssector op: het lopende ‘Saha Aziza'-programma zal worden uitgebreid naar alle openbare ziekenhuizen in het landen, zodat gezondheidsinstanties medische benodigdheden kunnen aankopen en opleiding en technische bijstand kunnen leveren.
Om de openbare gezondheidszorg in Egypte te ondersteunen staat de EU klaar om de resterende 89 miljoen euro middelen uit het steunprogramma voor de gezondheidssector vrij te geven. Om de sociaal-economische impact van de crisis te helpen opvangen, zal de EU tot 200 miljoen euro gebruiken uit de programma's voor bilaterale samenwerking voor 2019 en 2020.
In Libië blijft de EU doorgaan met het aanpakken van de basisgezondheidsnoden van Libiërs en alle kwetsbare groepen zoals vluchtelingen, asielzoekers, migranten, binnenlandse ontheemden, met name mensen in detentiecentra. In het kader van het EUTF Afrika wordt medische noodhulp geboden, worden hygiënekits uitgedeeld en worden kwetsbare groepen geïnformeerd over positieve hygiënemaatregelen. Het EUTF Afrika blijft ook steun geven voor toegang tot basisgezondheidsdiensten, betere toegang tot schoon water en de verbetering van gezondheidsinfrastructuur in het belang van zowel migranten als gastgemeenschappen, met name via de 41 gezondheidsprojecten die in het hele land al zijn afgerond. De EU helpt ook een plan te ontwikkelen om het economisch herstel van de coronacrisis te ondersteunen. Zij zal ook journalisten opleiden om de strijd aan te gaan met valse informatie over het coronavirus en een onlineplatform voor factchecking oprichten. Ook komt er specifieke opleiding voor vroedvrouwen en verpleegkundigen in ziekenhuizen. Het nieuwe gezondheidsprogramma zal de sector helpen te verbeteren en met name zijn informatiesysteem in respons op epidemieën.
Hoe steunt de EU Azië?
De respons van de EU is wereldwijd, zodat niemand buiten de boot valt. Dit betekent dat ook middelen voor landen in Azië en de Stille Oceaan (1,22 miljard euro) zullen worden geheroriënteerd om de crisis en de impact daarvan aan te pakken, specifiek voor de meest kwetsbare landen en bevolkingsgroepen.
In Azië steunt de EU kwetsbare families in Cox's Bazar in Bangladesh en worden activiteiten rond het bevorderen van hygiëne opgeschaald om het besmettingsrisico terug te dringen. EU-middelen helpen voor veilig water en zeep te zorgen voor rond 240 000 Rohingya-vluchtelingen, van wie de helft kinderen zijn.
In Thailand helpen EU-projecten kwetsbare gemeenschappen bewust te maken van de risico's van het coronavirus. Er zullen ook sanitaire toolkits en beschermend materiaal worden uitgedeeld.
InIn Afghanistan wordt 216,2 miljoen euro ingezet voor de aanpak van de coronacrisis. Hierbij gaat om begrotingssteun die vitale overheidsdiensten moet veilig stellen en om steun voor de landbouwsector. De EU zal middelen inzetten om de gezondheidszorg in Jemen te versterken, om specifiek kwetsbare gemeenschappen te ondersteunen, door essentiële uitrusting te verschaffen aan gezondheidswerkers, maar ook door bijstand te bieden bij de bouw van voorzieningen en bij voedingsondersteuning.
Voorbeelden van hoe de EU ook in Latijns-Amerika en het Caribisch gebied steun geeft
Om de coronacrisis en de impact ervan aan te pakken, zal 918 miljoen euro aan middelen die voor Latijns-Amerika en het Caribisch gebied bestemd zijn, worden geheroriënteerd naar specifieke acties rond de meest kwetsbare landen en bevolkingsgroepen.
In Venezuela en landen in de regio steunt de EU met 9 miljoen euro de Panamerikaanse Gezondheidsorganisatie en de Internationale Federatie van het Rode Kruis en de Rode Halvemaan om hen te helpen de verspreiding van het virus in te dammen en paraatheid voor de respons te steunen. Dit omvat onder meer toegang tot basisgezondheidszorg en toegang tot goede sanitaire voorzieningen en hygiëne voor kwetsbare bevolkingsgroepen, waaronder vluchtelingen.
De EU ondersteunt in het Caribisch gebied ook het regionale agentschap voor de volksgezondheid CARPHA met 8 miljoen euro om de dringende noden te lenigen, zoals beschermingsmateriaal, reagentia voor tests of laboratoriummateriaal.
In Bolivia heeft de EU 5 miljoen euro aan begrotingssteun uitgekeerd om het land te helpen bij het aanpakken van noodsituaties nadat de pandemie het land had bereikt en families in het hele land te steunen.
In Jamaica heeft het door EU gefinancierde PROMAC-programma 29 beademingsapparaten voor intensive-care-eenheden gefinancierd.