Vragen en antwoorden over de Europese klimaatwet en het Europees klimaatpact

Met dank overgenomen van Europese Commissie (EC) i, gepubliceerd op woensdag 4 maart 2020.

Zie IP/20/335

  • Waarom hebben wij een Europese klimaatwet nodig?

De atmosfeer warmt op en de gevolgen daarvan zijn nu al zichtbaar voor het milieu en onze samenlevingen. De Intergouvernementele Werkgroep inzake klimaatverandering schat dat om de opwarming van de aarde te beperken tot 1,5 °C ten opzichte van het pre-industriële tijdperk en de negatieve gevolgen van de klimaatverandering in te perken, de emissies van klimaatopwarmende broeikasgassen (BKG) snel op wereldniveau moeten worden teruggedrongen om tegen 2050 CO2-neutraliteit en later deze eeuw een algemene broeikasgasneutraliteit te bereiken.

De EU heeft al een van de strengste en meest ambitieuze klimaatwetgevingen in de wereld en is al begonnen met het moderniseren en transformeren van haar economie overeenkomstig haar klimaatdoelstellingen. In de periode 1990-2018 is de uitstoot van broeikasgassen met 23 % afgenomen, terwijl de economie met 61 % is gegroeid. Het uitgebreide klimaat- en energiekader van de EU voor 2030 zal zorgen voor verdere emissiereducties in de hele economie.

Verwacht wordt echter dat met het huidige beleid de uitstoot van broeikasgassen tegen 2050 met slechts 60 % zal zijn afgenomen ten opzichte van het niveau van 1990, wat impliceert dat nog veel meer moet gebeuren. In het licht van de wetenschappelijke gegevens, de steeds meer zichtbare, ernstige negatieve gevolgen van de klimaatverandering en de vraag van de burgers om meer actie, moeten dringend aanvullende maatregelen worden genomen. Tegen deze achtergrond wordt in de Europese klimaatwet de ambitieuze doelstelling vastgesteld om tegen 2050 de EU broeikasgasneutraal te maken, alsook een kader voor de verwezenlijking van deze doelstelling.

  • 2. 
    Wat zijn de voornaamste elementen van het Commissievoorstel?

Met de Europese klimaatwet wordt beoogd het bestaande EU-beleidskader aan te vullen door de langetermijnkoers van het EU-klimaatbeleid uit te stippelen, de verbintenis van de EU voorspelbaar te maken voor investeerders en bedrijven en te zorgen voor transparantie en verantwoordingsplicht.

De klimaatwet zet de doelstelling van de EU om tegen 2050 klimaatneutraal te worden om in wetgeving en bevat dan ook bepalingen voor het terugdringen van de emissies en de geïntensiveerde verwijdering van broeikasgassen uit de atmosfeer met het oog op broeikasgasneutraliteit.

De klimaatwet is ook bedoeld om de inspanningen op het gebied van aanpassing aan de klimaatverandering op te voeren. Ondanks de maatregelen om de uitstoot van broeikasgassen terug te dringen, zal Europa de negatieve gevolgen van de klimaatverandering blijven voelen. De komende aanpassingsstrategie van de EU en de aanpassingsstrategieën en -plannen van de lidstaten zullen van essentieel belang zijn om deze uitdagingen het hoofd te bieden.

  • 3. 
    Wat betekent de klimaatwet voor het bestaande beleid en de EU-doelstelling om de uitstoot van broeikasgassen tegen 2030 te verminderen?

In het voorstel wordt de Commissie belast met de herziening van het bestaande beleid en de bestaande wetgeving om deze in overeenstemming te brengen met de klimaatneutraliteitsdoelstelling en het vastgestelde traject.

De Commissie zal in twee fasen te werk gaan: zij zal eerst de EU-doelstelling voor het terugdringen van de uitstoot van broeikasgassen tegen 2030 beoordelen en voorstellen doen om de doelstelling scherper te stellen, zodat deze in overeenstemming is met de doelstelling voor 2050. De Commissie zal uiterlijk in september 2020 een plan, waarvan de effecten zijn beoordeeld, presenteren om de 2030-doelstelling op verantwoorde wijze tot ten minste 50 %, en 55 % als streefdoel, ten opzichte van 1990 te verhogen en zal voorstellen om de klimaatwet dienovereenkomstig te wijzigen.

Om de herziene, ambitieuzere doelstelling voor 2030 te behalen, zal de Commissie vervolgens uiterlijk in juni 2021 herzieningen voorstellen van:

  • de richtlijn betreffende het Europese systeem voor de handel in emissierechten (EU-ETS),
  • de verordening inzake de verdeling van de inspanningen,
  • de verordening inzake landgebruik, verandering in landgebruik en bosbouw (LULUCF),
  • de richtlijn energie-efficiëntie,
  • de richtlijn hernieuwbare energie,
  • de CO2-emissienormen voor auto's en bestelwagens.

Er worden in het kader van de Europese Green Deal nog verschillende andere initiatieven voorbereid die ook zullen bijdragen aan de verwezenlijking van de doelstellingen van de klimaatwet. Zo zal er een voorstel komen voor een “mechanisme voor koolstofgrenscorrectie” voor bepaalde sectoren, zal een nieuwe EU-aanpassingsstrategie worden ontwikkeld en zal het Europees klimaatpact worden gelanceerd.

De Commissie zal deze beleidsdoelstellingen ondersteunen met passende financieringsinstrumenten:

  • in het kader van het investeringsplan voor de Europese Green Deal, dat begin 2020 werd voorgesteld, zal in het komende decennium minstens 1 biljoen EUR aan duurzame investeringen worden vrijgemaakt om de klimaattransitie te helpen financieren. De InvestEU-garantie zal dit ondersteunen door het risico van particuliere middelen te beperken;
  • een vernieuwde strategie voor duurzame financiering zal erop gericht zijn particuliere kapitaalstromen om te buigen naar groene investeringen, zodat duurzame investeringen in het gehele financiële stelsel worden geïntegreerd;
  • het mechanisme voor een rechtvaardige transitie en het bijbehorende fonds voor een rechtvaardige transitie, die begin 2020 werden voorgesteld, zullen de meest getroffen regio's en sectoren ondersteunen, zodat de transitie op een rechtvaardige manier verloopt en niemand achterblijft. Dankzij dat mechanisme zullen deze regio's hun economieën kunnen moderniseren en diversifiëren en de sociale en economische kosten van de transitie deels kunnen opvangen.
  • 4. 
    Hoe wordt het traject van 2030 tot 2050 voor het verminderen van broeikasgasemissies vastgesteld?

De Commissie schetst in haar voorstel een proces voor de vaststelling van een traject vanaf 2030 voor nettobroeikasgasemissies en -verwijderingen op EU-niveau. Het uiteindelijke doel is klimaatneutraliteit tegen 2050. Het traject zal onder andere op de meest recente wetenschappelijke gegevens en de beste beschikbare technologieën worden gebaseerd. Er zal rekening worden gehouden met kosteneffectiviteit, economische efficiëntie, eerlijkheid en solidariteit tussen en binnen de lidstaten en de noodzaak om ervoor te zorgen dat de overgang billijk en sociaal rechtvaardig is.

De Commissie zal om de vijf jaar de meest recente internationale en wetenschappelijke ontwikkelingen en de bestaande EU-beleidsmaatregelen, -wetgeving en -vooruitgang in de richting van de 2050-doelstellingen beoordelen om na te gaan of het traject nog adequaat is of moet worden bijgewerkt. Dit proces loopt parallel met de tijdschema's van de “algemene inventarisatie” uit hoofde van de Overeenkomst van Parijs, op grond waarvan de partijen regelmatig de stand van zaken opmaken betreffende de uitvoering van de overeenkomst en de gezamenlijke voortgang bij de verwezenlijking van de doelstellingen ervan.

  • 5. 
    Hoe kan de EU de doelstelling van klimaatneutraliteit tegen 2050 verwezenlijken?

De Europese Commissie heeft haar visie voor een klimaatneutrale EU tegen 2050 uiteengezet in haar mededeling “Een schone planeet voor iedereen” van november 2018. In de diepgaande analyse die aan de visie ten grondslag ligt, keek zij naar alle belangrijke sectoren en onderzocht zij verschillende trajecten voor de transitie. Uit de analyse is gebleken dat de EU tegen 2050 broeikasgasneutraal kan worden door gebruik te maken van bestaande en in ontwikkeling zijnde technologische oplossingen, door de positie van burgers te versterken en door maatregelen op belangrijke gebieden zoals industrieel beleid, financiën en onderzoek onderling af te stemmen, zonder de sociale rechtvaardigheid uit het oog te verliezen en zo te zorgen voor een rechtvaardige transitie.

Voor de transitie naar klimaatneutraliteit moeten maatregelen in alle sectoren worden genomen, gaande van een andere wijze van energieopwekking en voedselproductie, tot een ander consumptiepatroon op het gebied van goederen en diensten, andere banen en andere manieren om ons te verplaatsen. Met ambitieuze maatregelen kunnen wij zowel onze planeet beschermen als onze levenskwaliteit verbeteren, want dergelijke maatregelen brengen voordelen met zich mee zoals schonere lucht, water en bodem, gezonder voedsel, energie-efficiëntere woningen, betere vervoersalternatieven, en nieuwe mogelijkheden voor Europese bedrijven om het voortouw te nemen in de ontwikkeling van schone producten en technologieën.

Voor deze transitie zijn aanzienlijke investeringen nodig. Daartoe heeft de Commissie in januari 2020 een investeringsplan voor de Europese Green Deal voorgesteld om in het komende decennium minstens 1 biljoen EUR aan duurzame investeringen vrij te maken, alsook een mechanisme voor een rechtvaardige transitie, om ervoor te zorgen dat de transitie naar een klimaatneutrale economie op een eerlijke manier verloopt, met gerichte steun aan de meest getroffen regio's.

Modernisering en koolstofarm maken van de economie van de EU zal aanzienlijke aanvullende investeringen stimuleren. Momenteel wordt ongeveer 2 % van het bbp geïnvesteerd in ons energiesysteem en de daarmee verband houdende infrastructuur. Dit aandeel zou moeten groeien tot 2,8 % om een broeikasgasneutrale economie te bereiken. Dit betekent aanzienlijke aanvullende investeringen in vergelijking met het referentiescenario, ter hoogte van 175 à 290 miljard EUR per jaar.

Dit kan aanzienlijk lijken, maar is haalbaar en veel beter voor de samenleving dan een scenario van niet-handelen, want klimaatgerelateerde schade en de gevolgen voor de volksgezondheid die daaruit voortvloeien, brengen enorme kosten voor de samenleving met zich mee. Bovendien zullen wij een concurrentienadeel ondervinden als wij niet handelen, aangezien onze buurlanden innoveren en de duurzame technologieën van de toekomst ontwikkelen.

  • 6. 
    Hoe worden de burgers en belanghebbenden betrokken?

De EU-burgers zijn bezorgd over de klimaatverandering en steunen dan ook nationale en EU-maatregelen. In de meest recente speciale Eurobarometer over klimaatverandering (september 2019) was 93 % van de EU-burgers van mening dat de klimaatverandering een ernstig probleem vormt en was 92 % het ermee eens dat wij onze economie tegen 2050 klimaatneutraal moeten maken.

Aangezien alle geledingen van de samenleving een rol hebben in de transitie naar klimaatneutraliteit, vormt een inclusief, toegankelijk proces om beste praktijken uit te wisselen en acties vast te stellen die bijdragen aan de doelstelling voor 2050 een belangrijk onderdeel van de klimaatwet. Wij hebben allen een plicht om te handelen en de Europeanen hebben laten zien dat zij echt deel willen uitmaken van deze verandering. Alle inspanningen zullen worden gebundeld in het Europees klimaatpact, met inbreng van de regio's, lokale gemeenschappen, het maatschappelijk middenveld, scholen, het bedrijfsleven en particulieren. De Commissie heeft vandaag tevens een openbare raadpleging over dit Europees klimaatpact gelanceerd. Ook zo krijgen de burgers inspraak in hoe het pact in de praktijk zal werken.

  • 7. 
    Hoe wordt het klimaatpact ontwikkeld?

De betrokkenheid en het engagement van de belanghebbenden en het brede publiek zijn cruciaal voor het welslagen van de Europese Green Deal. Het klimaatpact is bedoeld om lokale, voorbeeldige acties te benutten en veranderingen aan te moedigen op gebieden waar dit van cruciaal belang is, zoals mobiliteit, renovatie van gebouwen, energieproductie en -verbruik, vergroening van openbare en particuliere ruimten, en in onze individuele en collectieve keuzes en gedragingen. Het doel van het klimaatpact is zowel de kansen als de platforms te bieden voor het ontwikkelen en tot bloei doen komen van waardevolle initiatieven, en zal bijgevolg een essentieel onderdeel zijn van de rechtvaardige transitie voor iedereen. Dit klimaatpact is een oefening zonder weerga en kan pas succesvol zijn als iedereen erachter staat en ideeën aandraagt.

Het pact begint niet van nul af aan. Er zijn vele voorbeelden van inspanningen van het maatschappelijk middenveld om de klimaatverandering een halt toe te roepen. Het klimaatpact zal hierop voortbouwen en een geïntegreerde, gestructureerde en proactievere aanpak ten aanzien van bewustmakingsactiviteiten en initiatieven van belanghebbenden op Europees niveau aanmoedigen.

Niet alleen de overheid met haar beleid en regelgeving, maar ook burgers, gemeenschappen en organisaties in alle sectoren van onze samenleving en economie hebben een rol te spelen. De Commissie heeft een openbare raadpleging over het pact gelanceerd om burgers en belanghebbenden actief te betrekken bij het ontwikkelen van nieuwe klimaatacties, het delen van informatie, het lanceren van burgerinitiatieven en het verspreiden van oplossingen om anderen te inspireren. De input uit deze openbare raadpleging is bepalend voor de uiteindelijke inhoud van het klimaatpact, dat later in 2020 zal worden gelanceerd.