Richtlijn 2019/2034 - Prudentiële toezicht op beleggingsondernemingen
Inhoudsopgave van deze pagina:
officiële titel
Richtlijn (EU) 2019/2034 van het Europees Parlement en de Raad van 27 november 2019 betreffende het prudentiële toezicht op beleggingsondernemingen en tot wijziging van Richtlijnen 2002/87/EG, 2009/65/EG, 2011/61/EU, 2013/36/EU, 2014/59/EU en 2014/65/EUofficiële Engelstalige titel
Directive (EU) 2019/2034 of the European Parliament and of the Council of 27 November 2019 on the prudential supervision of investment firms and amending Directives 2002/87/EC, 2009/65/EC, 2011/61/EU, 2013/36/EU, 2014/59/EU and 2014/65/EURechtsinstrument | Richtlijn |
---|---|
Wetgevingsnummer | Richtlijn 2019/2034 |
Origineel voorstel | COM(2017)791 |
Celex-nummer i | 32019L2034 |
Document | 27-11-2019; datum van ondertekening |
---|---|
Bekendmaking in Publicatieblad | 05-12-2019; PB L 314 p. 64-114 |
Ondertekening | 27-11-2019 |
Inwerkingtreding | 25-12-2019; in werking datum publicatie +20 zie art 68 |
Deadline | 26-06-2021; zie art 57.5 26-06-2024; Heroverweging zie art 66 24-12-2024; zie art 58.2 |
Einde geldigheid | 31-12-9999 |
Omzetting | 26-03-2020; toepassing zie art. 67.1 26-06-2021; aanneming zie art. 67.1 26-06-2021; toepassing zie art. 67.1 |
5.12.2019 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 314/64 |
RICHTLIJN (EU) 2019/2034 VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD
van 27 november 2019
betreffende het prudentiële toezicht op beleggingsondernemingen en tot wijziging van Richtlijnen 2002/87/EG, 2009/65/EG, 2011/61/EU, 2013/36/EU, 2014/59/EU en 2014/65/EU
(Voor de EER relevante tekst)
HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 53, lid 1,
Gezien het voorstel van de Europese Commissie,
Na toezending van het ontwerp van wetgevingshandeling aan de nationale parlementen,
Gezien het advies van de Europese Centrale Bank (1),
Gezien het advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité (2),
Handelend volgens de gewone wetgevingsprocedure (3),
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Robuust prudentieel toezicht maakt integraal deel uit van het regelgevingsklimaat waarin financiële instellingen binnen de Unie diensten verrichten. Beleggingsondernemingen vallen, samen met kredietinstellingen, onder Verordening (EU) nr. 575/2013 van het Europees Parlement en de Raad (4) en Richtlijn 2013/36/EU van het Europees Parlement en de Raad (5) wat hun prudentiële behandeling en prudentieel toezicht betreft, terwijl regels voor de verlening van hun vergunningen en de andere vereisten op het gebied van organisatie en bedrijfsvoering in Richtlijn 2014/65/EU van het Europees Parlement en de Raad (6) zijn opgenomen. |
(2) |
De krachtens Verordening (EU) nr. 575/2013 en Richtlijn 2013/36/EU vigerende prudentiële regelingen zijn voornamelijk gebaseerd op het overnemen van de door het Bazels Comité voor bankentoezicht (BCBS) voor grote bankengroepen vastgelegde internationale reguleringsnormen en ondervangen slechts gedeeltelijk de specifieke risico's die verbonden zijn aan de verschillende activiteiten van een groot aantal van de beleggingsondernemingen. Daarom moeten de specifieke kwetsbaarheden en risico's die inherent zijn aan die beleggingsondernemingen, worden geadresseerd door middel van doeltreffende, gepaste en proportionele prudentiële regelingen op Unieniveau die helpen voorzien in een gelijk speelveld in de hele Unie, die een doeltreffend prudentieel toezicht garanderen waarbij de nalevingskosten beheersbaar blijven, en die zorgen voor voldoende kapitaal voor de risico's van beleggingsondernemingen. |
(3) |
Deugdelijk prudentieel toezicht moet waarborgen dat beleggingsondernemingen ordelijk en in het belang van hun cliënten worden beheerd. Het moet rekening houden met de mogelijkheid dat beleggingsondernemingen en hun cliënten buitensporige risico's aangaan, en met de mate waarin beleggingsondernemingen risico's nemen en inhouden. Ook moet bij dat prudentiële toezicht worden getracht te voorkomen dat een disproportionele regeldruk wordt opgelegd aan beleggingsondernemingen. Tegelijk moet dit prudentiële toezicht het mogelijk maken een evenwicht te vinden tussen het waarborgen van de veiligheid en soliditeit van beleggingsondernemingen en het voorkomen van buitensporige kosten die de levensvatbaarheid van hun bedrijfsactiviteiten zouden kunnen ondermijnen. |
(4) |
Veel van de vereisten die voortvloeien uit het kader van Verordening (EU) nr. 575/2013 en Richtlijn 2013/36/EU zijn ontworpen om de meest gangbare risico's aan te pakken waarmee kredietinstellingen te maken hebben. Bijgevolg zijn de bestaande vereisten grotendeels zodanig geijkt dat de kredietverleningsmogelijkheden van kredietinstellingen doorheen conjunctuurcycli worden veiliggesteld en dat depositohouders en belastingbetalers worden beschermd tegen eventuele faillissementen, en zijn ze niet afgestemd op alle verschillende risicoprofielen van beleggingsondernemingen. Beleggingsondernemingen hebben geen grote portefeuilles particuliere leningen en bedrijfsleningen, en trekken geen deposito's aan. De kans dat... |
Lees meer
Deze wettekst is overgenomen van EUR-Lex.
Dit dossier wordt iedere nacht automatisch samengesteld op basis van bovenstaande dossiers. Hierbij is aan de technische programmering veel zorg besteed. Een garantie op de juistheid van de gebruikte bronnen en het samengestelde resultaat kan echter niet worden gegeven.
Van deze pagina bestaat een uitgebreide versie met de juridische context, de Europese rechtsgrond, een overzicht van verwante dossiers en de betrokken zaken van het Europees Hof van Justitie.
De uitgebreide versie is beschikbaar voor betalende gebruikers van de EU Monitor van PDC Informatie Architectuur.
Met de EU Monitor volgt u alle Europese dossiers die voor u van belang zijn en bent u op de hoogte van alles wat er speelt in die dossiers. Helaas kunnen wij geen nieuwe gebruikers aansluiten, deze dienst zal over enige tijd de werkzaamheden staken.
De EU Monitor is ook beschikbaar in het Engels.