Trans-European transport network: Council agrees its position on streamlined procedures

Met dank overgenomen van Raad van de Europese Unie (Raad) i, gepubliceerd op maandag 2 december 2019.

De Raad i heeft vandaag overeenstemming bereikt over zijn standpunt over een voorstel ter bevordering van de voltooiing van het trans-Europees vervoers­netwerk (TEN-T) door versnelde vergunnings­procedures. Met het voorstel wordt getracht de procedures te verduidelijken die project­ontwikkelaars moeten volgen in verband met vergunningen en overheids­opdrachten.

Het TEN-T-netwerk bestaat uit twee lagen: een uitgebreid netwerk dat alle EU-regio's ontsluit, en een kernnetwerk dat bestaat uit de delen van het uitgebreide netwerk met het grootste strategisch belang voor de EU. Het kernnetwerk moet uiterlijk in 2030 voltooid zijn, en het uitgebreide netwerk uiterlijk in 2050.

Standpunt van de Raad

In het standpunt van de Raad ("algemene oriëntatie") is de rechtsvorm van het voorstel gewijzigd van een verordening naar een richtlijn, zodat de lidstaten beschikken over de nodige speelruimte om hun huidige vergunnings­procedures te benutten.

De ontwerprichtlijn zal van toepassing zijn op netwerken die deel uitmaken van vooraf aangewezen grensoverschrijdende verbindingen en ontbrekende schakels van het TEN-T-kernnetwerk. Projecten die uitsluitend verband houden met telematicatoepassingen en andere nieuwe technologieën worden buiten het toepassingsgebied gehouden, aangezien de uitrol daarvan niet beperkt is tot het TEN-T-kernnetwerk. De lidstaten krijgen wel de vrijheid om de richtlijn ook toe te passen op andere projecten op het TEN-T-netwerk. Zo wordt een bredere geharmoniseerde aanpak van vervoersinfrastructuurprojecten mogelijk.

Om de procedures efficiënter en transparanter te maken zullen de lidstaten een instantie aanwijzen die dienst kan doen als voornaamste contactpunt voor de projectontwikkelaar en raad kan geven over de indiening van documenten en andere informatie.

Voor de gehele vergunningsprocedure zal een maximumtermijn van vier jaar gelden. In gemotiveerde gevallen kan die termijn worden verlengd.

De lidstaten krijgen na de inwerkingtreding van de richtlijn twee jaar de tijd om de bepalingen ervan in hun nationale wetgeving op te nemen.

Procedure

De Commissie bracht dit voorstel in mei 2018 uit als onderdeel van het derde pakket "Europa in beweging", dat de Europese mobiliteit veiliger, schoner, efficiënter en toegankelijker moet maken. De definitieve tekst moet door zowel de Raad als het Europees Parlement i worden goedgekeurd.

Naar de bladzijde "Vergaderingen"