Bij Istanbul begint de victorie; het Erdoğan tijdperk ten einde?!
De benoeming van Ekrem İmamoğlu van de Cumhuriyet Halk Partisi (Republikeinse Volkspartij, CHP) tot burgemeester van Istanbul liet, na de Turkse gemeenteraadsverkiezingen van 31 maart 2019, zeventien dagen op zich wachten. De verkiezigen verliepen minder voorspoedig voor de AKP dan Recep Tayyip Erdoğan i, president van de Turkse Republiek, hoopte. De AKP (Adalet ve Kalkınma Partisi, de rechtvaardigheids en ontwikkelings partij) kreeg landelijk 44% van de stemmen. De MHP (Milli Hareket Partisi, Nationale Beweging Partij), waarmee de AKP de Milli İttifakı (Nationale Coalitie) vormt, behaalde 7%. Samen kozen dus 51% van de kiezers voor de huidige machthebbers. De lijstverbinding van de oppositie, Cumhur İttifakı (Republikeinse coalitie) behaalde 40% van de stemmen. Dus om nu te zeggen dat Erdoğan deze verkiezingen verloor, is overdreven.
Verschuiving
Toch is er iets aan het schuiven in de Turkse politiek. De belangrijkste grootstedelijke conglomeraten zoals de hoofdstad Ankara, Izmir, Antalya, Adana en nu dus ook Istanbul vielen in handen van de oppositie. Met name het verlies van Istanbul betekent veel voor de AKP. Istanbul, de geboortestad van Erdoğan, is met haar 15 miljoen mensen – bijna net zoveel als in heel Nederland - het economisch hart van Turkije. Hier begon Erdoğan’s politieke zegetocht met een uiterst succesvol burgemeesterschap van 1994-1998.
Nog steeds legt de AKP zich niet zomaar neer bij de uitslag. Het verschil in stemmenaantal tussen İmamoğlu en Binali Yıldırım, de AKP kandidaat is klein; na verschillende hertellingen blijft het steken op zo’n 14.000. De AKP wendt haar grote politieke macht aan om de Yüksek Seçim Kurumu (Hoge Kiesraad) en de rechtelijke macht er toe te bewegen de verkiezingen in Istanbul over te laten doen. Zij voert aan dat de verkiezingen grootschalig gefraudeerd zijn, waarvoor zij uiterst twijfelachtige bewijzen aanvoert.
Ook buiten Istanbul, in het Koerdische Zuidoosten, laat de AKP haar macht gelden. De AKP verloor veel aanhang aan de pro-Koerdische HDP (Halkların Demokratik Partisi, Democratische Partij van de Volkeren), die zij beschuldigt van banden met de terroristische beweging PKK (Partiya Karkerên Kurdistanê, Arbeiderspartij van Koerdistan.) Op verschillende plaatsen tekende de AKP bezwaar aan tegen de gekozen burgemeesters met als argument dat zij eerder ontslagen waren uit overheidsdienst wegens banden met de PKK. In hun plaats zijn nu de AKP kandidaten beëdigd, die met een grote achterstand tweede werden.
Kortom, voor het eerst in haar bestaan heeft de AKP gevoelige verliezen geleden, maar het is een illusie te denken dat Erdoğan’s macht nu gebroken is. Ten eerste gaat het hier om gemeenteraadsverkiezingen; landelijke verkiezingen en presidentsverkiezingen komen pas weer in 2023. Erdoğan en zijn AKP hebben op landelijk niveau nog steeds alle macht in handen en dat zal voorlopig zo blijven. Zelfs op gemeentelijk niveau kan de AKP het de oppositie nog heel moeilijk maken. In Istanbul bijvoorbeeld is de meerderheid van de deelgemeentes in AKP-handen. Daarnaast krijgen de grote steden, buiten de reguliere begroting om, veel geld voor prestigieuze megaprojecten, zoals in Istanbul de nieuwe luchthaven en de grote moskee op de hoogste heuvel. Zonder deze financiële steun zal er veel minder mogelijk zijn en dat zullen de kiezers niet leuk vinden.
Europese relaties blijven bevroren
Het ‘verlies’ van Erdoğan vergroot de interne politieke instabiliteit in Turkije en dat is slecht nieuws voor de toch al gepijnigde economie. Dit beïnvloedt ook de relatie van Turkije met de Europese Unie i. Turkije is een belangrijke handelspartner; een Turkse crisis werpt zijn schaduw op Europese economische groei.
Erdoğan lijkt een slecht verliezer en hij blijkt tot alles in staat om de verworven autocratische macht te behouden. Hij zal waarschijnlijk nog agressiever gaan jagen op interne tegenstanders, daarbij het Turkse rechtssysteem nog verder uithollend. Maar ook het Westen zal als zondebok blijven dienen voor alles wat in Turkije niet goed gaat. Erdoğan refereert in zijn retoriek graag aan de in Turkije nog steeds wijd verbreide complottheorieën; het Westen dat Turkije, net als in 1918, nog steeds kapot wil maken. Goed nieuws voor tegenstanders van Turkse toetreding tot de EU: het proces zal in de koelkast blijven.
Gevaarlijker is de Turkse inmenging in het Syrisch grensgebied. Erdoğan dreigt de Koerdische gebieden in Noord-Syrië binnen te vallen met als argument de band van de daar vechtende Koerdische milities met de PKK. Oorlogsretoriek wakkert een sterk gevoel van Turks nationalisme aan, wat zich vooral tegen de Koerdische bevolking richt. Wanneer de Turken de macht in Noord- Syrië overnemen, en wanneer de Amerikanen zich terugtrekken, zorgt dit voor een nieuwe destabiliserende factor in de toch al zo instabiele regio.
De AKP van Erdoğan liep weliswaar een gevoelige knauw op, maar het regime is nog lang niet verslagen.
Petra de Bruijn is docent bij de afdeling 'Middle Eastern Studies' van de Universiteit Leiden.