EU agreement on future research and innovation programme

Met dank overgenomen van Raad van de Europese Unie (Raad) i, gepubliceerd op woensdag 27 maart 2019.

Het toekomstige EU i-kaderprogramma voor onderzoek en innovatie krijgt stilaan vaste vorm. De ambassadeurs van de lidstaten in het Comité van permanente vertegenwoordigers i hebben vandaag de gemeenschappelijke lezing van het Roemeense voorzitterschap en het Europees Parlement i bevestigd over het merendeel van de wettelijke bepalingen betreffende Horizon Europa, het volgende kaderprogramma inzake onderzoek en innovatie voor de jaren 2021-2027.

Alleen met behulp van innovatie zal de EU in staat zijn haar economie sterk, duurzaam en concurrerend te houden. Het nieuwe programma zal, nu de gemeenschappelijke lezing inzake Horizon Europa is bevestigd, wellicht tijdig van start kunnen gaan in januari 2021. De tekst zal onze onderzoekers duidelijkheid verschaffen over de EU-prioriteiten ter zake en onze burgers zekerheid dat er naar hen wordt geluisterd.

Nicolae Hurduc, Roemeens Minister van Onderzoek en Innovatie i

In het programma Horizon Europa wordt bepaald welke doelstellingen en structuur het programma zal hebben, hoe het zal worden gefinancierd en welke regels zullen gelden voor de financiering ervan. Het is het vlaggenschipprogramma van de Unie ter ondersteuning van O&I, vanaf het concept tot de introductie ervan op de markt, en het vult nationale en regionale financiering aan.

Het programma steunt op 3 elkaar aanvullende en onderling verbonden pijlers. De eerste pijler (Excellente wetenschap) omvat steun aan uitmuntend fundamenteel onderzoek en zal de leidersrol van de Unie op wetenschappelijk gebied versterken en hoogstaande kennis en kunde tot ontwikkeling brengen. De tweede pijler (Wereldwijde uitdagingen en Europees industrieel concurrentievermogen) is gericht op steun met het oog op maatschappelijke uitdagingen en industriële technologieën op gebieden als gezondheid, veiligheid, digitale en sleuteltechnologieën, klimaat, energie, mobiliteit, voeding en natuurlijke hulpbronnen. Naast deze gebieden zal een beperkt aantal onderzoeksmissies en -partnerschappen worden opgezet. Elke missie zal een geheel aan onderzoeksactiviteiten omvatten. De derde pijler (Innovatief Europa) is toegespitst op het bevorderen van baanbrekende en disruptieve innovatie, en behelst het opzetten van een Europese Innovatieraad. De Innovatieraad zal fungeren als een éénloketsysteem voor veelbelovende pioniers op technologisch gebied.

Naast deze drie pijlers zijn er bepalingen ter verbetering van de prestaties van het programma wat betreft de verbreding van de deelname en de versterking van de Europese Onderzoeksruimte. Het gaat onder meer om maatregelen die lidstaten moeten helpen hun nationaal onderzoeks- en innovatiepotentieel optimaal te benutten. De verordening bepaalt op welke lidstaten de maatregelen voor meer deelname gericht zullen zijn.

De gemeenschappelijke lezing van de Raad i en het Europees Parlement bevat een aantal verbeteringen ten opzichte van het Commissievoorstel. Zo krijgt de Europese Innovatieraad de mogelijkheid om onder bepaalde voorwaarden steun te verlenen die uitsluitend uit subsidies of uitsluitend uit aandelen bestaat. Inzake missies bevat de tekst naast nader omschreven voorwaarden ook een lijst van gebieden die in aanmerking komen voor missies en partnerschappen. De tekst bevestigt dat de lidstaten een doorslaggevende rol spelen in het bepalen van de prioriteiten voor onderzoek en innovatie. Ten slotte zijn de bepalingen over de verbreding van de deelname aangescherpt.

In afwachting van een alomvattend akkoord over het volgende meerjarig financieel kader van de EU vallen bepalingen met budgettaire implicaties buiten het bestek van de gemeenschappelijke lezing. Ook de bepalingen over de deelname van derde landen en synergie met andere financieringsprogramma's van de EU vallen erbuiten. Voorts zal over vrijwel alle overwegingen van de verordening na de Europese verkiezingen verder moeten worden onderhandeld met het nieuwe Parlement.

Volgende stappen

De Raad verwacht dat de onderhandelingen met het volgende Europees Parlement zo spoedig mogelijk weer van start gaan, zodat het dossier op basis van de in de gemeenschappelijke lezing weergegeven vorderingen kan worden afgerond. Bij de onderhandelingen zal ook rekening moeten worden gehouden met het nog te bereiken alomvattende akkoord over het meerjarig financieel kader voor 2021-2027.

Achtergrond

De Commissie bracht haar pakket Horizon Europa in juni 2018 uit. Het bestaat uit voorstellen voor:

  • een kaderprogramma voor onderzoek en innovatie, waaronder de regels voor deelname en verspreiding onder de naam 'Horizon Europa', de opvolger van het huidige Horizon 2020 kaderprogramma;
  • een specifiek programma tot uitvoering van Horizon Europa;
  • een onderzoeks- en onderwijsprogramma in het kader van het Euratom-Verdrag, ter aanvulling van Horizon Europa;
  • een besluit van de Raad tot wijziging van Beschikking 2007/198/Euratom tot oprichting van de Europese gemeenschappelijke onderneming voor ITER en de ontwikkeling van fusie-energie i van gunsten daaraan.

Het budget voor het programma wordt pas definitief vastgesteld als er een akkoord over het meerjarig financieel kader voor 2021-2027 is. De Commissie heeft een totale begroting van 94,1 miljard euro voorgesteld.

Volgens ramingen van de Commissie zal het programma het bruto binnenlands product (bbp) van de EU over een periode van 25 jaar verhogen met gemiddeld 0,08 tot 0,19% en tot 100 000 banen creëren op het gebied van O&I in de periode 2021-2027.


1.

Relevante EU dossiers