Declaration by the High Representative on behalf of the EU on the occasion of the International Day for the Elimination of Racial Discrimination 21 March 2019

Met dank overgenomen van Raad van de Europese Unie (Raad) i, gepubliceerd op donderdag 21 maart 2019.

Dit jaar vieren wij de 50e verjaardag van het Internationaal Verdrag inzake de uitbanning van alle vormen van rassendiscriminatie. Het verdrag heeft zijn doel bereikt: regeringen worden door hun burgers en door de wereldgemeenschap ter verantwoording geroepen. Op basis van het verdrag hebben veel landen nu eigen wetten en beleid voor de preventie en het uitbannen van rassendiscriminatie. Dit geldt ook voor ons: de Europese Unie i en de lidstaten beschikken over solide wetgeving en beleid.

Desondanks zijn nog steeds op tal van plaatsen in de wereld, ook in de Europese Unie, te veel mensen het slachtoffer van racistische pesterijen en haatuitingen wegens hun huidskleur, hun etnische afkomst of hun godsdienst.

Nu de 50e verjaardag van het verdrag wordt gevierd, dringen wij aan op de universele ratificatie van het verdrag en roepen wij alle landen op, zonder verder dralen de individuele klachtenprocedures te aanvaarden. De verdere uitvoering van het verdrag gaat ook hand in hand met het nastreven van de globale afspraken in het kader van de Agenda 2030 voor duurzame ontwikkeling.

In de EU blijven wij strijden tegen rassendiscriminatie en haat (stelselmatig of incidenteel) en doen wij er alles aan om diversiteit te respecteren. Buiten de Unie blijven wij in gesprek met partnerlanden, vertegenwoordigers van het maatschappelijk middenveld, internationale organisaties zoals de Verenigde Naties i, de Raad van Europa i, de Organisatie voor Veiligheid en Samenwerking in Europa i, en regionale organisaties. Doel is het bevorderen van non-discriminatie, sociale insluiting, gelijkheid voor iedereen, en de universele eerbiediging van het verbod op rassendiscriminatie.

Wij steunen consequent de VN-mechanismen die in het leven zijn geroepen na de Wereldconferentie tegen racisme in 2001. Ook blijven wij, vrijwillig, de belangrijkste bijdrage leveren aan het Bureau van de Hoge Commissaris voor de rechten van de mensen (OHCHR), dat tot opdracht heeft racisme en vreemdelingenhaat te bestrijden. Regionaal werken wij samen met de Raad van Europa om de Roma actief te betrekken bij besluiten die hen aangaan. Ook op het niveau van de burger blijven wij investeren: het Europees instrument voor democratie en mensenrechten heeft een budget van meer dan € 206 miljoen, dat ten goede komt van organisaties in het maatschappelijk middenveld die overal ter wereld iedere vorm van discriminatie aanpakken.

In de onlangs goedgekeurde nieuwe EU-mensenrechtenrichtsnoeren inzake non-discriminatie in het extern optreden wordt verklaard dat non-discriminatie een prioriteit is voor de EU en dat wij vastbesloten zijn op dit vlak een leidende rol te spelen via intern en extern beleid. Dit is een politieke plicht voor alle instellingen, maar het is vooral een culturele uitdaging die wij alleen samen aankunnen.