Langetermijnbegroting: parlementsleden stellen prioriteiten voor na 2020 vast
Op woensdag bevestigden de Europarlementsleden hun onderhandelingspositie inzake de langetermijnbegroting van de EU, met concrete cijfers voor elk beleidsdomein.
Voor de aankomende onderhandelingen met de Raad van ministers benadrukte het Europees Parlement zijn “unanimiteit en bereidheid” om tot een akkoord te komen inzake het meerjarig financieel kader (MFK), voor de periode 2021-2027.
Volgens de leden vormt het MFK-voorstel van de Raad een goed startpunt, maar bevat het ook tekortkomingen: “het voorstel komt niet tegemoet aan de politieke verbintenissen die de EU aanging en de uitdagingen die haar te wachten staan”. De parlementsleden stellen volgende prioriteiten vast:
-
-Het budget voor het Horizon Europe onderzoeksprogramma wordt vastgezet op € 120 miljard (t.a.v. de Commissie, die er € 83,5 miljard voor uittrekt)
-
-Het Europese Strategische Investeringsplan (plan-Juncker) krijgt meer middelen
-
-Meer middelen voor transportinfrastructuur en kleine en middelgrote ondernemingen
-
-De huidige financiering voor het landbouwbeleid en harmonisatieprojecten blijft behouden
-
-De middelen voor de strijd tegen jeugdwerkloosheid worden verdubbeld en die voor het Erasmus + programma verdrievoudigd
-
-Het aandeel van de strijd tegen de klimaatopwarming bedraagt minimum 25% van de totale begroting en wordt ten laatste tegen 2027 opgetrokken naar 30%
Nieuwe en meer eenvoudige bronnen van inkomsten
Inzake de financiering van de EU verklaarden de parlementsleden dat het huidige systeem van subsidies “te complex, oneerlijk en niet transparant is” alsook “onbegrijpelijk voor de Europese burger”.
Met de introductie van een nieuw inkomstensysteem willen de Europarlementsleden het begrotingsaandeel in subsidies vanwege de lidstaten verminderen (die berekend worden op basis van het BNP). Op die manier willen zij voor de langetermijnbegroting voldoende financieringsmiddelen voorzien. Het Parlement ging er ook mee akkoord om alle bestaande verminderingen in bijdragen of correctiemechanismen stop te zetten.
De nieuwe vormen van eigen middelen die de parlementsleden vragen bestaan uit onder meer een nieuwe bedrijfsbelasting (inclusief het belasten van multinationals in de digitale sector), inkomsten uit het bestaande systeem van emissiehandel en een belasting op plastics.
De leden benadrukken dat de inkomsten en uitgaven een totaalpakket vormen; elk onderdeel van het MFK - vooral de concrete verdeling van de fondsen - alsook de introductie van nieuwe eigen middelen vormen een onderhandelingspunt waarover een akkoord moet worden bereikt.
Het interim-rapport voor het MFK, periode 2021-2027, werd door de plenaire vergadering aangenomen met 429 stemmen voor, 207 tegen en 40 onthoudingen. Co-rapporteurs van dit rapport waren Jan Olbrycht (EVP, PL), Isabelle Thomas (S&D, FR), Gérard Deprez (ALDE, BE) en Janusz Lewandowski (EVP, PL).
Volgende stappen
Het parlement legde haar initiële standpunt vast in een resolutie in maart 2018. Sindsdien wachten de leden op de Raad, die zijn gemeenschappelijke positie nog moet vaststellen. Eenmaal dit is gebeurd, kunnen de onderhandelingen tussen beide instellingen beginnen. Het Parlement moet hoe dan ook zijn fiat geven voor het MFK.
De parlementsleden verwachten dat “een evenwichtig akkoord bereikt wordt voor de Europese parlementsverkiezingen van mei 2019, om zo de lancering van nieuwe programma’s niet te vertragen, zoals dit in het verleden vaak het geval was”.
Achtergrond
Ongeveer 94% van de EU-begroting gaat naar de Europese bevolking, steden, regio’s, de landbouw en bedrijven. De administratieve kosten van de EU zelf maken 6% uit van de totale begroting.