Europadag officiele feestdag

Met dank overgenomen van Partij voor de Vrijheid (PVV) i, gepubliceerd op donderdag 13 september 2018.

Voorzitter, dank u. We spreken vandaag over het uitroepen van 9 mei tot officiële feestdag ter promotie van de Europese Unie. Dit is een onderdeel van de Europese promotiemachine, een machine die op volle toeren draait.

Een treffend voorbeeld van deze propaganda is het Jean Monnet-programma. Ieder jaar worden er vele honderden miljoenen euro’s uitgegeven aan onderwijs. Men zou verwachten dat dit onderwijs bestaat uit het zorgvuldig belichten van alle kanten van een verhaal.

Maar, nee hoor voorzitter, alleen positieve verhalen over de zogenaamd “fenomenale” prestaties van de Unie komen in aanmerking voor financiering. Kritische geluiden kunnen fluiten naar een bijdrage. Ik heb hierover vragen gesteld aan de Europese Commissie, want dit kán niet waar zijn.

En zoals we deze week konden zien, worden democratisch gekozen leiders zoals de minister-president van Hongarije, de heer Orbán, in dit Huis beledigd en bijna met pek en veren weggejaagd. Dit omdat hij opkomt voor zijn eigen land. Ook andere landen, zoals Polen, kunnen zich opmaken voor de morele superioriteit vanuit de Unie.

Zolang je precies doet wat de Europese elite vraagt, wordt je met open armen ontvangen. Maar iedereen die het waagt om kritiek te spuien, krijgt met de eurofielen te maken. Kritiek op grenzeloze migratie wordt direct afgestraft door de elite hier, die denkt zelf te moeten bepalen wat goed is voor Hongarije en de Hongaren.

En dan te bedenken voorzitter, dat de gesprekken over de toetreding van Turkije nog altijd niet zijn stopgezet. Deze islamitische dictatuur wordt met fluwelen handschoenen aangepakt, terwijl een democratische minister-president uit een democratisch land wordt weggezet als een tiran. Het is hypocriet, het is meten met twee maten, kortom het is typisch de Unie.

Zijn dat dan de zogenaamd “gemeenschappelijke waarden” van de Europese Unie? Is dat wat ieder jaar gevierd moet worden?

Voorzitter, het moge duidelijk zijn: wij zien niets in een officiële vrije dag ter promotie van de Europese Unie. Bovendien is het nogal cynisch dat uitgerekend parlementariërs pleiten voor een extra vrije dag. Als er één groep mensen al meer dan genoeg vrije dagen heeft, of beter gezegd vrije dagen néémt, zijn het wel de leden van het Europees Parlement. Kijkt u even om u heen, in deze pijnlijk lege zaal. Van de 751 parlementariërs heeft hoogstens een handvol de moeite genomen om dit toch belangrijke debat bij te wonen.

Normale mensen staan in de file in de ochtend- en avondspits. De enige kans dat een parlementariër in een file beland, is wanneer hij of zij een handtekening wil zetten om de dagvergoeding op te kunnen strijken. Om vervolgens zo snel mogelijk het parlement te verlaten. Pleiten voor nog een extra vrije dag is een klap in het gezicht van alle hardwerkende burgers. Er valt niets te vieren.

Voorzitter, dank u.