3D-printen: de juridische problemen oplossen

Met dank overgenomen van Europees Parlement (EP) i, gepubliceerd op donderdag 21 juni 2018.

Access to video: Video

(Duur van de video:01:28)

Het 3D-printen transformeert de manier waarop producten worden gemaakt, maar veel juridische kwesties moeten nog worden verduidelijkt.

Additieve fabricage, beter bekend als 3D-printen, verandert de manier waarop producten worden ontworpen, ontwikkeld, geproduceerd en gedistribueerd. Volgens een rapport voor de Europese Commissie wordt geschat dat de waarde van de 3D-printmarkt in 2021 € 9,64 miljard zal bereiken. Hoewel het de lokale productie en de wereldwijde marketing van creatieve ontwerpen kan stimuleren, brengt het uitdagingen met zich mee, met name over wettelijke aansprakelijkheid en intellectuele eigendomsrechten.

Op 20 juni steunde de juridische commissie van het Europees Parlement een verslag van niet-wetgevende aard van Joëlle Bergeron (EVDD, Frankrijk) met aanbevelingen voor wet- en regelgeving op het gebied van 3D-printen. Lees ons interview met haar voor meer informatie.

Wie moet aansprakelijk zijn in geval van een defect of een onveilig 3D-geprint product?

De regels voor (algemene) civiele aansprakelijkheid, zoals gedefinieerd door de e-commerce richtlijn, zijn van toepassing. Er moet echter een specifiek civiel aansprakelijkheidsregime worden overwogen.

In het geval van een ongeluk kan de verantwoordelijkheid voor een product met gebreken mogelijk liggen bij de maker of verkoper van het 3D-product, bij de producent van de 3D-printer, bij de producent van de software voor de 3D-printer, bij de leverancier van het gebruikte materiaal of bij de persoon die het object heeft gemaakt. Dit is afhankelijk van de oorsprong van het defect. De keten van verantwoordelijkheden kan erg lang en complex zijn.

Tot op heden bestaat er geen specifieke jurisprudentie met betrekking tot de regels inzake aansprakelijkheid van derden voor een product dat in 3D is geproduceerd. Dus dit is "onbekend gebied" voor fabrikanten. Het is daarom aan ons, de EP-leden, om de Commissie aan te moedigen om deze juridische kwesties van dichtbij te bekijken.

Duidelijke regels over wie het recht heeft op een 3D-geprint product, moeten helpen namaak te bestrijden, maar beschermen ook het werk van ontwerpers en drukkers. Hoe ziet u de toekomst voor de industrie?

De democratisering van 3D-printen genereert momenteel geen grote problemen met betrekking tot inbreuk op intellectueel eigendomsrecht. De meeste klanten en online printservices zijn professionals, met name de hightech-services van grote industriële bedrijven of ontwerpers, die deze techniek gebruiken voor de productie van prototypen of objecten in beperkte hoeveelheden, als onderdeel van hun innovatie- of creatie-activiteiten.

Het aantal mensen dat door intellectuele eigendomsrechten beschermd werk op 3D-platformen voor bestandsuitwisseling namaakt, is laag. Er is vooral een risico op namaak in het geval van kunstwerken, maar we moeten rekening houden met toekomstige auteursrechtproblemen wanneer 3D-printen industrieel wordt.

We moeten waakzaam blijven over zaken als encryptie en bestandsbescherming, om het illegale downloaden en het namaken van deze bestanden of beschermde objecten en de duplicatie van illegale objecten, te voorkomen. Ik denk dat het ook essentieel is, om namaak effectief te voorkomen, dat een legaal aanbod voor 3D-printen wordt ontwikkeld, zodat individuen kunnen afdrukken zonder de wet te overtreden en de ontwikkelaar toch krijgt waar hij recht op heeft.

Meer informatie

Productinformatie

REF.: 20180615STO05928

Gecreëerd: 21-06-2018 - 15:15


1.

Relevante EU dossiers