Aanpakken van zwerfvuil op zee: Raad neemt standpunt over havenontvangstvoorzieningen aan

Met dank overgenomen van Raad van de Europese Unie (Raad) i, gepubliceerd op donderdag 7 juni 2018.

Schepen mogen geen financieel voordeel halen uit het lozen van afval op zee. Om afvallozingen tegen te gaan, heeft de Raad vandaag een "algemene oriëntatie" (voorlopig Raadsstandpunt) betreffende geactualiseerde regels voor havenontvangstvoorzieningen aangenomen, die schepen zal stimuleren om hun afval aan land af te geven.

"Dit is een belangrijk instrument om het zeevervoer milieuvriendelijker te maken," verklaarde Ivajlo Moskovski, Bulgaars Minister van Vervoer, Informatietechnologie en Communicatie. "Het zal ons helpen om onze zeeën te beschermen tegen plastic afval, afgedankt vistuig en andere rommel die nu uiteindelijk schade toebrengen aan ons marien milieu."

De hervorming houdt in dat schepen een indirecte vergoeding zullen moeten betalen, die hen het recht geeft hun afval in een haven af te geven; die vergoeding moet altijd worden betaald, ongeacht of de schepen al dan niet afval afgeven. De vergoeding geldt eveneens voor vissersvaartuigen en pleziervaartuigen, wat betekent dat ook de verwijdering van afgedankte visnetten en passief uit zee opgevist afval wordt aangepakt. De vergoeding zal gebaseerd zijn op het beginsel van de kostendekking.

Het concept van "groen schip" houdt in dat een beperkte afvalvergoeding wordt gevraagd van schepen die kunnen aantonen dat zij hun afval duurzaam beheren aan boord.

De herziening van de huidige richtlijn betreffende havenontvangstvoorzieningen uit 2000 zal voorts de efficiëntie van maritieme activiteiten in havens verbeteren doordat de administratieve rompslomp voor de sector en andere belanghebbenden wordt beperkt. Zij maakt de richtlijn samenhangend met de afvalwetgeving van de EU, bijvoorbeeld door te bepalen dat havens afvalontvangst- en afvalverwerkingsplannen moeten hebben. Tot slot stemt zij de EU-wetgeving af op het Internationaal Verdrag ter voorkoming van verontreiniging door schepen (Marpol), dat sinds de aanneming van de huidige richtlijn is gewijzigd.

Niet aan zee grenzende lidstaten die geen havens hebben of geen schepen die onder hun vlag varen, zullen niet worden verplicht om de richtlijn (of bepaalde gedeelten ervan) om te zetten. De tekst waarover vandaag overeenstemming is bereikt, vormt het standpunt van de Raad voor de onderhandelingen met het Europees Parlement. De definitieve tekst moet door de Raad en het Europees Parlement worden goedgekeurd, voordat hij in werking kan treden.

Naar de bladzijde "Vergaderingen" Download als PDF


1.

Relevante EU dossiers