Noordzeevisserij: EU plan voor behoud demersale soorten

Met dank overgenomen van Europees Parlement (EP) i, gepubliceerd op dinsdag 29 mei 2018.
  • Duidelijkere regels voor totaal toegestane vangst (TAC) en quota´s
  • Quota´s worden gebaseerd op best beschikbare wetenschappelijk advies
  • Verbetering samenwerking tussen lidstaten

Een nieuw EU-meerjarenplan voor het voorkomen van overbevissing van demersale soorten is dinsdag goedgekeurd door de Europarlementariërs.

Het tweede meerjarenplan visserij onder het nieuwe Gemeenschappelijke Visserijbeleid (GVB) - waarover het Parlement en de Raad in december 2017 al een informeel akkoord bereikten - zal het beheer van de visserij op demersale soorten (die leven nabij de bodem van de zee) reguleren. In totaal is dit goed voor 70 % van de vangst in de Noordzee (zones IIa, IIIa en IV). Het plan werd aangenomen met 520 stemmen tegen 131 en 9 onthoudingen.

De complexiteit van de gemengde visserij in de Noordzee maakt het onmogelijk om de vangst te concentreren op slechts één soort. Het plan beslaat daarom onder andere meerdere soorten. De duurzame lange-termijn exploitatie van de visbestanden moet het voortbestaan van de soort en de broodwinning van de visserijgemeenschappen veiligstellen.

De nieuwe regels zullen:

  • marges (minimum - maximum) bepalen waarbinnen de EU ministers de jaarlijkse totaal toegestane vangst (TAC) en quota´s vaststellen
  • het mogelijk maken om snel rekening te houden met nieuw wetenschappelijk bewijs bij het vaststellen van de quota;
  • de vangst van een bepaalde soort stopzetten of beperken zodra wetenschappelijk advies aangeeft dat een visbestand in gevaar is;
  • alle maatregelen baseren op het “best beschikbare wetenschappelijk advies”.

Samenwerking tussen de lidstaten

Landen die direct geraakt worden door een bepaalde kwestie zullen in staat worden gesteld om samen op te trekken en gezamenlijke aanbevelingen in te dienen, bv. als er een abrupte verandering is in het bestand van een soort. De Europese Commissie zal dan “gedelegeerde handelingen” opstellen om het probleem aan te pakken, gebaseerd op deze gezamenlijke aanbeveling.

Overeenkomsten met niet-EU landen

De parlementsleden voegden een nieuw artikel toe aan het plan waarin staat dat “waar visbestanden van gemeenschappelijk belang ook worden geëxploiteerd door derde landen, de Unie in gesprek zal gaan met die landen om te verzekeren dat deze bestanden op een duurzame manier worden beheerd.”

Quote

Ulrike Rodust (S&D, DE): “Het was van belang om een basis te leggen voor het beheer van visserij op de Noordzee, mede gezien de onderhandelingen over de Brexit. Deze basis was alleen mogelijk door het sluiten van compromissen, zowel tussen de politieke fracties in het Parlement als tussen het Parlement en de Raad. Aangaande de relaties met derde landen schrijft het plan nu voor dat in overeenkomsten over visbestanden met gemeenschappelijke belangen, het Gemeenschappelijk Visserijbeleid voorgaat. Dit is nu al van toepassing op visbestanden die we delen met Noorwegen, en het zal binnenkort ook gelden voor de bestanden die we delen met het VK.“

Volgende stappen

De verordening zal van kracht worden op de twintigste dag na de publicatie in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Achtergrond

Bij de visserij op demersale soorten in de Noordzee (meer dan 70 % van de vangst in dit gebied) zijn een aantal duizenden schepen uit zeven aangrenzende lidstaten betrokken (België, Denemarken, Duitsland, Nederland, Zweden en het VK). Demersale vangst was goed voor meer dan €850 miljoen in 2012. De hoogst totale aanvoerwaarde per soort was voor tong, gevolgd door schol, Noorse kreeft, kabeljauw, koolvis, schelvis, tarbot, zeeduivel, wijting en tongschar.

Een meerjaren beheerplan bepaalt het beheer van visbestanden in een bepaald gebied ter voorkoming van overbevissing en om het voorbestaan van een soort te garanderen. De hoogte van de vissterfte bepaalt de basis voor het vaststellen van de totaal toegestane vangst (Total Allowable Catches, TAC) en quota´s. De norm die is vastgelegd in Artikel 2, paragraaf 2 van de basisverordening van het Gemeenschappelijk Visserijbeleid stelt dat exploitatie de “beviste bestanden herstelt en behoudt boven het niveau dat de maximale duurzame opbrengst kan opleveren”.


1.

Relevante EU dossiers