Ontwerp van wet - Verandering in de Grondwet, strekkende tot opneming van een bepaling betreffende de instelling van een of meer algemene, onafhankelijke organen voor het onderzoek van klachten betreffende overheidsgedragingen
Inhoudsopgave van deze pagina:
Nr. 2
ONTWERP VAN WET
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten: Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat de wet van 12 februari 1981 (Stb. 52) heeft verklaard, dat er grond bestaat het daarbij vastgestelde voorstel tot verandering in de Grondwet, strekkende tot opneming van een bepaling betreffende de instelling van een of meer algemene, onafhankelijke organen voor het onderzoek van klachten betreffende overheidsorganen in overweging te nemen; Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:
ARTIKEL I
De Grondwet ondergaat de in artikel II omschreven verandering.
ARTIKEL II
In een in de Grondwet op te nemen hoofdstuk 5, Wetgeving en bestuur, par. 2, Overige bepalingen, wordt het volgende opgenomen:
S-BiZa
Tweede Kamer, zitting 1981, 16 924, nrs. 1-3
Artikel 5.2.9
-
-De wet stelt regels omtrent de instelling, bevoegdheid en werkwijze van een of meer algemene, onafhankelijke organen voor het onderzoek van klachten betreffende overheidsgedragingen. 2. Strekt de werkzaamheid zich uit tot gedragingen van de rijksoverheid, dan geschiedt benoeming door de Tweede Kamer der Staten-Generaal. Ont-slag kan plaatsvinden in de gevallen bij de wet aangewezen.
Lasten en bevelen, dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst, en dat alle ministeriële departementen, autoriteiten, colleges en ambtenaren, wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.
Gegeven
De Minister-President, Minister van Algemene Zaken,
De Minister van Binnenlandse Zaken,
De Staatssecretaris van Justitie,
Tweede Kamer, zitting 1981, 16924, nrs. 1-3