Ontwerp van wet - Verandering in de Grondwet, strekkende tot opneming van een bepaling inzake de openbaarheid van bestuur
Inhoudsopgave van deze pagina:
Nr. 2
ONTWERP VAN WET
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten: Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat de wet van 28 mei 1980 (Stb. 311) heeft verklaard, dat er grond bestaat het daarbij vastgestelde voorstel tot verandering in de Grondwet, strekkende tot opneming van een bepaling inzake de openbaarheid van bestuur in overweging te nemen; Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:
ARTIKEL I
De Grondwet ondergaat de in artikel II omschreven verandering.
ARTIKEL II
In een in de Grondwet op te nemen hoofdstuk 5, Wetgeving en bestuur, par. 2, Overige bepalingen, wordt het volgende opgenomen:
S-BiZa
Tweede Kamer, zitting 1981, 16926, nrs. 1-3
Artikel 5.2.11
De overheid betracht bij de uitvoering van haar taak openbaarheid volgens regels bij de wet te stellen.
Lasten en bevelen, dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst, en dat alle ministeriële departementen, autoriteiten, colleges en ambtenaren, wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.
Gegeven
De Minister-President, Minister van Algemene Zaken,
De Minister van Binnenlandse Zaken,
Tweede Kamer, zitting 1981,16926, nrs. 1-3