Hoofdstuk 6 rec - Verandering in de Grondwet van bepalingen inzake de justitie
Inhoudsopgave van deze pagina:
HOOFDSTUK 6 RECHTSPRAAK
Artikel 6.1
-
-Aan de rechterlijke macht is opgedragen de berechting van geschillen over burgerlijke rechten en over schuldvorderingen. 2. De wet kan de berechting van geschillen die niet uit burgerlijke rechtsbetrekkingen zijn ontstaan, opdragen hetzij aan de rechterlijke macht, hetzij aan gerechten die niet tot de rechterlijke macht behoren. De wet regelt de wijze van behandeling en de gevolgen van de beslissingen.
Artikel 6.2
-
-Aan de rechterlijke macht is voorts opgedragen de berechting van strafbare feiten. 2. Tuchtrechtspraak door de overheid ingesteld wordt bij de wet geregeld. 3. Een straf van vrijheidsontneming kan uitsluitend door de rechterlijke macht worden opgelegd. 4. Voor berechting buiten Nederland en voor het oorlogsstrafrecht kan de wet afwijkende regels stellen.
Artikel 6.2a
De doodstraf kan niet worden opgelegd.
Artikel 6.3
Ten aanzien van de in artikel 6.1, tweede lid, bedoelde geschillen kan administratief beroep worden opengesteld.
Artikel 6.4
-
-De wet wijst de gerechten aan die behoren tot de rechterlijke macht. 2. De wet regelt de inrichting, samenstelling en bevoegdheid van de rechterlijke macht. 3. De wet kan bepalen, dat aan rechtspraak door de rechterlijke macht me-de wordt deelgenomen door personen die niet daartoe behoren. 4. De wet regelt het toezicht door leden van de rechterlijke macht met rechtspraak belast uit te oefenen op de ambtsvervulling door zodanige leden en door de personen bedoeld in het vorige lid.
Artikel 6.5
-
-De leden van de rechterlijke macht met rechtspraak belast en de procu-reur-generaal bij de Hoge Raad worden bij koninklijk besluit voor het leven benoemd. 2. Op eigen verzoek en wegens het bereiken van een bij de wet te bepalen leeftijd worden zij ontslagen. 3. In de gevallen bij de wet bepaald kunnen zij door een bij de wet aangewezen, tot de rechterlijke macht behorend gerecht worden geschorst of ontslagen. 4. De wet regelt overigens hun rechtspositie.
Artikel 6.8
De rechter treedt niet in de beoordeling van de grondwettigheid van wetten en verdragen.
Tweede Kamer, zitting 1981, 16928, nrs. 1-3
Artikel 6.9
Met uitzondering van de gevallen bij de wet bepaald vinden de terechtzittingen in het openbaar plaats en houden de vonnissen de gronden in waarop zij rusten. De uitspraak geschiedt in het openbaar.
Artikel 6.10
-
-Gratie wordt verleend bij koninklijk besluit na advies van een bij de wet aangewezen gerecht en met inachtneming van bij of krachtens de wet te stellen voorschriften. 2. Amnestie wordt bij of krachtens de wet verleend.
ARTIKEL III
Aan de Grondwet wordt het volgende additioneel artikel toegevoegd:
Artikel A 6.10
Artikel 6.10, eerste lid, treedt eerst na vijfjaren of op een bij of krachtens de wet te bepalen eerder tijdstip in werking. Tot dien blijft het bepaalde in artikel 77, eerste en tweede lid, van de Grondwet naar de tekst van 1972 van kracht.
ARTIKEL IV
De artikelen 60, derde lid, 77, 131, tweede lid, 163, 167-169,170, tweede lid, 174,175 en 180 van de Grondwet, alsmede de opschriften boven de artikelen 163 en 176, vervallen.
Lasten en bevelen, dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst, en dat alle ministeriële departementen, autoriteiten, colleges en ambtenaren, wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.
Gegeven
De Minister-President, Minister van Algemene Zaken,
De Ministervan Binnenlandse Zaken,
De Staatssecretaris van Justitie,
Tweede Kamer, zitting 1981, 16928, nrs. 1-3
H