Ontwerp van wet - Verandering in de Grondwet, strekkende tot opneming van een bepaling betreffende het recht op onaantastbaarheid van het menselijk lichaam
Inhoudsopgave van deze pagina:
Nr. 2
ONTWERP VAN WET
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten: Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat de wet van 17 december 1980 (Stb. 672) heeft verklaard, dat er grond bestaat het daarbij vastgestelde voorstel tot verandering in de Grondwet, strekkende tot opneming van een bepaling betreffende het recht op onaantastbaarheid van het menselijk lichaam, in overweging te nemen; Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:
ARTIKEL I
De Grondwet ondergaat de in de artikelen II en III omschreven veranderingen.
ARTIKEL II
In een in de Grondwet op te nemen hoofdstuk 1, Grondrechten, wordt het volgende opgenomen:
S-BiZa
Tweede Kamer, zitting 1981, 16907, nrs. 1-3
Artikel! 10a
leder heeft, behoudens bij of krachtens de wette stellen beperkingen, recht op onaantastbaarheid van zijn lichaam.
ARTIKEL III
Aan de Grondwet wordt het volgende additionele artikel toegevoegd:
Artikel A 1.10a
Artikel 1.10a treedt eerst na vijfjaren of op een bij of krachtens de wet te bepalen eerder tijdstip in werking. Deze termijn kan bij de wet voor ten hoogste vijf jaren worden verlengd. Het tijdstip van inwerkingtreding kan voor de onderscheidene toepassingsgebieden van artikel 1.10a verschillend worden gesteld.
Lasten en bevelen, dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst, en dat alle ministeriële departementen, autoriteiten, colleges en ambtenaren, wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.
Gegeven
De Minister-President, Ministervan Algemene Zaken,
De Minister van Binnenlandse Zaken,
De Staatssecretaris van Justitie,
Tweede Kamer, zitting 1981, 16907, nrs. 1-3