Brede kritiek op Turkse aanval Syrië
Op 20 januari vielen Turkse militairen de Noord-Syrische regio Afrin binnen met als doel Koerdische YPG-strijders uit te schakelen. Turkije heeft daar het volste recht toe, zegt Kuzu (DENK i), aangezien YPG uit aan de PKK gelieerde terroristen bestaat. Ze maken zich schuldig aan "laffe en bloeddorstige praktijken".
De Koerden verdienen juist de ondubbelzinnige steun van Nederland, vindt Van der Staaij (SGP i). YPG is volgens hem een heel andere groepering dan de PKK.
Turkije moet zijn aanval rechtvaardigen
Turkije beweert dat de inval is bedoeld als verdediging tegen terroristische aanslagen, op basis van artikel 51 van het VN-Handvest. Maar waar blijft het bewijs daarvoor?, vraagt Sjoerdsma (D66 i).
Ten Broeke (VVD i) wil dat Nederland in de NAVO streeft naar eenstemmigheid om bewijs van Turkije te eisen. Verbind daaraan een harde deadline, bepleit Voordewind (ChristenUnie). Van Helvert (CDA i) wil het omdraaien: spreek in NAVO- of EU i-verband eensgezind een veroordeling uit totdat eventueel bewijs is geleverd.
Volgens Kaag is er over een paar weken duidelijkheid. Turkije zou vandaag bewijs aanleveren, zegt Ploumen (PvdA i), dus waarom moet het nog zo lang duren? Kaag wil de tijd nemen om andere landen mee te krijgen.
Oproep om Turkije te veroordelen
Alle partijen behalve DENK willen dat de Turkse militaire acties tegen de Koerden worden veroordeeld. Maar sommige partijen hebben wat meer geduld dan andere. Sjoerdsma vindt het te vroeg om de aanval illegaal te noemen. Een afkeuring of veroordeling is voorbarig, meent Ten Broeke.
Van Ojik (GroenLinks i), Van der Staaij, Ploumen vragen de minister wanneer het kabinet de inval wil veroordelen. Karabulut (SP i) en De Roon (PVV i) vinden dat dat meteen moet gebeuren. En stop meteen met wapenleveranties aan Turkije.
Een eenzijdige Nederlandse veroordeling is niet effectief, zegt Kaag. Zij zegt dat Nederlander voortrekker is op dit punt in NAVO, VN én EU. Maar Van Ojik wijst erop dat dat niet heeft geleid tot de gewenste terugtrekking van Turkije.
Groeiende instabiliteit in Syrië
Turkije vecht samen met aan Al Qaida gelieerde groeperingen tegen de Koerden in Afrin. Daardoor worden IS en andere extremistische islamitische groeperingen sterker, stellen De Roon en Voordewind. De strijd tegen IS ondervindt nog geen hinder, volgens Kaag, maar dat mag ook niet gaan gebeuren.
Het echte probleem is dat Rusland en Turkije steeds meer de dienst uitmaken in Syrië, zegt Van Ojik. Dat moet volgens hem worden aangepakt door NAVO, EU en VN. Van der Staaij wijst op de groeiende Iraanse invloed in Syrië, die bijvoorbeeld een gevaar vormt voor Israël. De minister deelt die zorgen.
De Kamer stemt op 20 februari over de ingediende moties.