Plenair debat over Seksuele intimidatie in de EU

Met dank overgenomen van Europees Parlement (EP) i, gepubliceerd op donderdag 26 oktober 2017.

Op woensdag 24 oktober debatteerden de leden plenair over seksuele in de nasleep van het Weinsteinschandaal en berichten in de pers over seksuele intimidatie in het Parlement.

Het Harvey Weinsteinschandaal en de persoonlijke verhalen van de #MeToo online campagne over seksueel misbruik en intimidatie hebben gezorgd voor een ongekende wereldwijde bewustwording van een zeer moeilijk probleem, waarvan te vaak geen melding wordt gemaakt vanwege de kwetsbaarheid van de slachtoffers. Het Parlement is zich bewust van de ernstige beschuldigingen in de pers over dit onderwerp en heeft besloten met Commissaris Malström te debatteren over de bestaande maatregelen en welke maatregelen door de EU i genomen moeten worden om seksuele intimidatie en misbruik te voorkomen en bestrijden.

Seksuele intimidatie in de EU

Volgens een onderzoek uit 2014, uitgevoerd door het Bureau van de Europese Unie voor de grondrechten, heeft 55% van vrouwen in de loop van haar leven met één of meerdere vormen van seksuele intimidatie te maken gehad en 33% van de vrouwen vanaf de leeftijd van 15 jaar heeft fysiek of seksueel geweld meegemaakt. Verder is één op de vijf vrouwen gestalkt.

Debat in de plenaire vergadering

Het Europees Parlement i is bijzonder gevoelig voor beschuldigingen van dergelijk gedrag, zowel in de samenleving in het algemeen als met betrekking tot de EP-leden en het personeel. In het debat veroordeelden de leden niet alleen dergelijk gedrag maar vroegen zij ook om maatregelen en dat mannen als onderdeel van de oplossing erbij moeten worden betrokken.

Het probleem is nog steeds onderrapportage, omdat veel slachtoffers bang zijn of zich schamen om erover te praten.

"De enige verantwoordelijke is degene die lastigvalt en aanvalt," zei Iratxe García Pérez (S&D, ES). "We moeten steun geven en aan de kant van de slachtoffers staan, zodat ze zich niet schamen, niet bang zijn om hun werk verliezen en ophouden met zich schuldig te voelen.”

"Ons geduld is bijna op, de stilte is verbroken," zei Agnieszka Kozłowska-Rajewicz (EPP, PL) . "Slachtoffers zijn gaan spreken en hun stem begint gehoord te worden."

Sommige leden spraken over de beschuldigingen van wangedrag in het Parlement. Jadwiga Wiśniewska (ECR, PL) zei: "Hier in het hart van deze Europese democratie zijn er vrouwen gemolesteerd en geïntimideerd! Dit debat zou vrouwen moeten sterken om erover te kunnen praten."

"Het Europees Parlement is helaas niet immuun voor dit soort betreurenswaardig gedrag," zei Daniela Aiuto (EFDD, IT) . "Dezelfde nultolerantie ... moet worden toegepast binnen zowel het Europees Parlement als met dezelfde kracht en op gelijke voet op alle werkplekken, zowel publiek als privé.”

Malin Björk (GUE/NGL, SE) zei dat "We mannen nodig hebben om verantwoordelijkheid te nemen. Als ze deel uitmaken van een probleem, maken ze deel uit van de oplossing."

Terry Reintke (Greens/EFA, DE), die vertelde dat ze zelf ook met intimidatie te maken heeft gehad, deed ook een beroep op mannen: "Ja, dit gaat om vrouwen maar het is geen vrouwenprobleem. We hebben mannen nodig om zich uit te spreken. We moeten het samen bestrijden."

Commissaris Cecilia Malmström noemde de recente onthullingen een "feministische roep over de hele wereld van vrouwen die zeggen dat het genoeg is geweest". Zij kondigde ook aan dat de Europese Commissie een nieuw onderzoek zal starten op het gebied van gendergebonden geweld.

Angelika Mlinar (ALDE, AT) liet weten dat "seksueel misbruik, misbruik van een machtspositie is".

Mylène Troszczynski (ENF, FR) waarschuwde ervoor dat de situatie niet naar de andere kant moet omslaan. 'We moeten er niet van uitgaan dat elke man of jongen een potentiële dader is.”

Debatten en resoluties

Dit was het niet de eerste keer dat de leden seksuele intimidatie bespraken. Het laatste plenaire debat over dit probleem was in februari 2016. Het Parlement heeft ook diverse resoluties aangenomen.

Al in 2001 stelden de leden dat de groeiende baanonzekerheid een milieu creëert dat intimidatie stimuleert en riepen zij de lidstaten op om hun bestaande wetgeving aan te vullen om het probleem te bestrijden. Een andere resolutie ziet het einde van de intimidatie als voorwaarde voor gendergelijkheid of van economische empowerment van vrouwen.

Het probleem wordt ook genoemd in het Istanbul-verdrag van de Raad van Europa, waarin de ondertekenaars worden aangespoord om maatregelen te nemen om ervoor te zorgen dat seksuele intimidatie wordt bestraft. Het Parlement was voorstander van toetreding door de EU tot dit verdrag.

Interne maatregelen van het Europees Parlement tegen seksuele intimidatie

Het Parlement heeft verschillende instrumenten om gevallen van ongepast gedrag van EP-leden en personeel aan te pakken.

Artikel 12 van het statuut voor de personeelsleden stelt dat iedereen die werkzaam is in een EU-instelling zich "onthoudt van iedere vorm van psychisch geweld of seksuele intimidatie". Onder seksuele intimidatie “wordt de situatie verstaan waarin zich enige vorm van ongewenst gedrag van seksuele aard voordoet, met als doel of resultaat een persoon in zijn waardigheid aan te tasten of een intimiderende, vijandige, agressieve of verstorende sfeer te creëren."

Het Europees Parlement beschikt over verschillende mechanismen om gevallen van ongepast gedrag door de leden of het personeel te behandelen, waaronder een bijzondere adviescommissie ter voorkoming van intimidatie. Er is ook een aparte adviescommissie die zich bezighoudt met klachten tegen parlementsleden door parlementaire assistenten, onder voorzitterschap van EP-lid Elisabeth Morin-Chartier (EVP, FR) Eind 2016 heeft deze commissie een campagne gestart om de bewustwording van het probleem in het Parlement te vergroten.

Meer informatie

Resoluties van het Europees Parlement over seksuele intimidatie

Productinformatie

REF.: 20171023STO86603

Gecreëerd: 26-10-2017 - 11:54