Hoezeer Nederland en Europa zijn veranderd
Zestig jaar na de start in maart 1957 willen de 27 leiders eenheid uitstralen en méér Europa. Na enig gekibbel hierover tekenden zij op 25 maart ‘De verklaring van Rome´. Pijnlijk was de afwezigheid van de Britse premier Theresa May i. Onze correspondent in Brussel vergelijkt hier zijn verslag vanuit Rome in 1977 van het 20-jarige jubileum, met wat hij veertig jaar later daar zag.
Inhoudsopgave van deze pagina:
´Het regende die middag ouwe wijven. De Romeinse klokken luidden voor de feestdag van Maria Boodschap, die 25e maart. Voor het Capitool wachtte keizer Marcus Aurelius majestueus op zijn paard. Om vier uur tekenden de vertegenwoordigers van zes landen in het historische Palazzo dei Conservatori van het Capitool onder schitterende wandtapijten een ongehoorde verbintenis.
Hun ‘Verdragen van Rome’ lanceerden de Europese Economische Gemeenschap i (EEG) en Euratom i. Die volgden op de succesvolle Europese Kolen en Staalgemeenschap i van 1951. De EEG zou de nationale grenzen slopen, eeuwenlang de bron van bloedige oorlogen. Zij zou een uniforme euromarkt scheppen om daarbinnen voortaan in vrede en welvaart samen te leven. De ondertekening was een van de eerste grote naoorlogse politieke momenten die op televisie kwam’.
Zo is het mij in 1977 verteld door Jean Lecerf, de Brusselse correspondent van de Franse krant Le Figaro, die er zelf bij was in Rome op die historische 25e maart van 1957.
Tegenwoordig zijn D66 en GroenLinks de kampioenen van méér Europa. Voorheen was die rol aan CDA en PvdA. ‘Vader’ Willem Drees i (PvdA) was als minister-president overigens hélemaal niet dol op die aangekondigde EEG. Daags voor de ondertekening van het verdrag stuurde Drees nog enkele amendementen naar J. Linthorst Homan i, de toponderhandelaar namens Nederland in Rome. Volgens de notulen van de Ministerraad van die week zijn ‘aan het EEG-verdrag zóveel nadelen verbonden dat spreker het niet erg zou vinden als de verdragen wat later getekend zouden worden’, aldus Drees.
Linthorst Homan schrok zich echter rot. Hoe nu nog die Haagse missive op te volgen? Hij heeft de ongebruikelijke weg gevolgd de kwestie pas op 25 maart in de ochtend aan minister Joseph Luns i van Buitenlandse Zaken als ondertekenaar over te laten. Toen Luns er in die ochtend over begon schoot zijn Belgische collega Henri Spaak, de algemeen onderhandelingsleider, uit zijn slof. ‘Aan die verdragen valt nu geen komma meer te veranderen’, zo blafte Spaak Luns af.
Diezelfde 25 maart 2017 zestig jaar later is het volop lente in Rome. Wéér tekenen de staatshoofden en regeringsleiders ceremonieel een gezamenlijke verklaring, precies als toen onder klaterend applaus in dezelfde historische zaal. Toen waren zij met z´n zessen: Frankrijk, Duitsland, Italië en de drie Benelux-landen. Het grootste deel van Europa was in 1957 absent. Nu tekenden 27 leiders die Europa omspannen.
'Familiefoto’ na de ondertekening door 27 staatshoofden en regeringsleiders en de voorzitters van het Europees Parlement, de Commissie en de Europese Raad. Foto: Raad van de Europese Unie.
Zij hebben inmiddels een gezamenlijke munt en kennen geen zichtbare nationale grenzen meer (al is dat laatste sinds de migrantencrisis niet meer helemaal waar).
‘’Wij de leiders van 27 lidstaten, het Europees Parlement en de Europese Commissie, zijn trots op de verwezenlijking van de Europese Unie i: het opbouwen van Europese eenheid is een stoutmoedig, toekomstgericht streven’, zo begint de verklaring. ‘De Europese eenheid begon als droom van enkelen, en het werd de hoop van velen’. Voor de toekomst biedt ‘ons verenigen de beste kans om deze dynamiek te beïnvloeden en onze gemeenschappelijke belangen en waarden te verdedigen’.
Wat zestig jaar achtereen onveranderd bleef is dat de Europese Unie van crisis naar crisis hinkt. Een EU die haar crises echter toch altijd weer via een compromis weet te beslechten. Mijn reportage vanuit Rome in de kleurrijke weekeindebijlage van o.a. de Haagsche Courant van 25 maart 1977 signaleert de zware monetair-economische en de energiecrises uit de vroege jaren zeventig. De EEG heette intussen Europese Gemeenschappen i (EG). ´Op deze crises heeft de EG slechts verward gereageerd´, zo luidde in 1977 mijn verdict.
Minstens zes crises teisteren vandaag Europa:
-
-het gebrek aan vertrouwen bij het publiek;
-
-de vluchtelingen en migrantenstroom en de onmogelijkheid van een passende spreiding;
-
-de euro, die niet de beloofde groei bracht maar wel een conflict tussen noord en zuid, zie ook Griekenland;
-
-ruzie met Turkije en conflicten met Rusland over Oekraïne, de Balkan en Syrië;
-
-toenemende dwarsliggerij van vier Oost-Europese regeringen en
-
-het vertrek van het Verenigd Koninkrijk (VK).
Veertig jaar na 1977 geldt opnieuw: op al deze crises heeft de EU slechts verward gereageerd.
Op 25 maart 1977 maakte de Europese Raad i in Rome de balans op van twintig jaar samenwerken. Het is curieus te zien hoe gelijkaardig de problemen van 1977 en 2017 zijn. In hun recente verklaring leggen de leiders vier prioriteiten vast. Meer veiligheid voor de burgerij; een EU die economische groei en banen oplevert; betere sociale voorzieningen en een sterker Europa op het wereldtoneel.
Veertig jaar geleden beloofden zij: een betere arbeidsmarkt, vooral voor jongeren en vrouwen; meer samenwerking op economisch gebied en voortgezette vrede in Europa. In 1977 maakten de leiders in de jubileumtop bovendien concrete afspraken. Bijvoorbeeld voor een regelmatig te houden driepartijenbijeenkomst van werkgevers, vakbeweging en EG die tot op vandaag functioneert.
De recente verklaring mist daarentegen iedere verbintenis. ‘Laat ons doen wat wij beloven, en zeggen wat wij willen doen’. Die zin kwam volgens een insider niet in de recente verklaring. Dat ging sommige leiders namelijk te ver. De Europese Commissie i doet in de recente tekst evenmin enige belofte. De Raad i van Europese Ministers krijgt geen opdrachten, wat in 1977 wel gebeurde. Ten slotte kwam de verklaring van 1977 soepel tot stand terwijl er onlangs tot het laatste moment over de inhoud is gekibbeld.
De jubileumtop in Rome van 1977 ruimde een Nederlands probleem op: deelname van de EG aan de jaarlijkse G7-conferentie. Genoemde crises waren voor Frankrijk reden om vanaf 1975 jaarlijks met zes andere grote landen het economisch beleid te gaan bespreken, de G7 i. President Giscard d´Estaing wilde daar de EG niet bij hebben. Zodra in 1977 in Londen de G-7 alwéér zonder de Europese Gemeenschappen ging vergaderen was de boot aan in Den Haag.
Het was de tijd van het linkse kabinet-Den Uyl i dat dacht de halve wereld te kunnen bestieren. Minister van Financiën Wim Duisenberg i kondigde op 15 maart aan dat Nederland in het IMF i de kraan dichtdraaide voor extra financiële steun, tenzij de EG alsnog werd genodigd. Een ongehoord dreigement, zeker nu kredietaanvragen in de pijplijn zaten van de G-7 partners Frankrijk en Italië. Nederland was een substantieel financier van het IMF.
De Tweede Kamer nam een motie-Van Mierlo aan die premier Joop den Uyl i zelfs vroeg om boos weg te lopen van de top in Rome als hij zijn zin niet kreeg.
Aanvankelijk bleef Giscard d'Estaing weigeren. Maar de president moest (deels) zwichten zodra de sociaaldemocratische ‘kameraden’ van Den Uyl, kanselier Helmut Schmidt, labourleider James Callaghan en verder de Amerikaanse vicepresident Walter Mondale om gingen. Volgens Den Uyl was het succes van de opstand vooral te danken aan het lobbywerk van minister van Buitenlandse Zaken, Max van der Stoel i en diens Belgische collega Renaat Van Elslande.
De kwestie is het oprakelen waard omdat ze leert hoe de kleinere EU-landen jarenlang hebben moeten knokken voor iets totaal vanzelfsprekends. Al tientallen jaren gaan intussen de voorzitters van de Europese Raad en van de Commissie naar zulke topconferenties, inclusief de G20 i. Nog in 1977 dwong Parijs echter af dat die voorzitters pas mochten aanschuiven zodra een echt gezamenlijk Europees onderwerp, zoals de handelspolitiek, besproken werd en verder niet.
Commissievoorzitter Roy Jenkins i was naar Den Haag gekomen om steun te betuigen aan de opstand in ‘de Lage Landen’. Hij had daar zelf belang bij. In 1967 bij het eerste EEG jubileum hield Frankrijk nog tegen dat zijn voorganger Walter Hallstein i - als eerste Commissievoorzitter de onbetwiste grondlegger van de EEG - het woord zou voeren. Dankzij de Nederlands/Belgische actie mocht Jenkins in 1977 bij de G-7 wel (heel even) zijn mond open doen.
Terug nu naar 2017. ‘Alleen een soeverein verenigd Europa kan de zelfstandigheid van haar naties en de vrijheid van haar burgers garanderen. Europa is geen bureaucratie maar een set van gemeenschappelijke waarden en democratische regels. Bewijs daarom vandaag dat jullie de ware leiders van Europa zijn; dat je instaat voor het behoud van de erfenis van de helden van zestig jaar geleden’, zo las Donald Tusk i als voorzitter in Rome de leiders de les.
Zonder zijn land te noemen hekelde Tusk het Poolse verzet tegen de komst van een Europa met meer snelheden i. Daarbij nemen groepen gelijkgezinde landen bij bepaalde problemen het voortouw. ‘Ik ben nu zestig jaar. Meer dan de helft daarvan leefde ik in Gdansk, achter het IJzeren Gordijn.
Daar was het zelfs verboden om maar te dromen over vrijheid, democratie en onafhankelijkheid. Dat was pas ‘Europa met twee snelheden’, sneerde de anders zo nuchtere Tusk. Hij hield zijn hooggeplaatste gehoor ten slotte voor ‘dat het helemaal niet moeilijk is de EU weer te vernietigen, dat kan heel snel gaan’.
Daags voor de top zijn de leiders gezamenlijk op het Vaticaan ontvangen door Paus Franciscus. Alweer een verschil met 1977 toen alleen (de protestante) bondskanselier Helmut Schmidt naar paus Paulus VI mocht. De Financial Times van 28 maart 1977 merkte schelms op dat Schmidt vervolgens voor één keertje de andere leiders nu eens niet dwingend schetste hoe zij economische politiek moesten voeren.
Wat denkt minister-president Mark Rutte i over de pauselijke oproep tot meer Europa? Rutte: ‘De Paus spreekt in algemene termen. Kijk je naar de details, dan zie ik niets in de droom van een Verenigd Europa, noch in de beoogde 'ever closer Union', laat staan een federatie Europa. Dat is allemaal geschiedenis; verleden tijd, niemand praat daar meer over’.
‘Europa betekent voor mij in Nederland 1,5 miljoen banen op de tien miljoen in totaal. In de toekomst dan zie ik in de Europese Raad i toenemende overeenstemming over het aanpakken van praktische problemen. Zoals de veiligheid van ons allen, de integratie van vreemdelingen en bijvoorbeeld digitale dienstverlening in EU-kader die dan duizenden banen oplevert’.
Beseft Rutte dat Nederland decennialang een federaal Europa als de hoofdprijs beschouwde? Tot en met de premiers Lubbers i en Kok i (1982-2002) was dit een geloofsartikel, zeker op het ministerie van Buitenlandse Zaken. Wie dat in twijfel trok was niet goed snik.
Premier Mark Rutte ondertekent de Verklaring van Rome
Nederland zag destijds de euro als de sleutel naar de verhoopte Europese federatie, gesmeerd met forse overdracht van onze nationale soevereiniteit aan ‘Brussel’. Pas onder premier Balkenende i verdween de magische term ‘Europese integratie’ stilletjes uit het politieke discours. Rutte sluit hier inderdaad aan bij de opvattingen van de overgrote meerderheid van staatshoofden en regeringsleiders in de Europese Raad
Vier Oost-Europese landen willen onder leiding van Polen geen Europa met meer snelheden zoals Duitsland en Frankrijk bepleiten. Daarvan bleef in de verklaring alleen de intentie over zich ´zo nodig met verschillende snelheden en intensiteit in dezelfde richting te begeven, zoals in het verleden´. Vrijblijvender kun je het niet opschrijven. Rutte: ‘Dat Europa met meer snelheden bestaat al jaren, maar wordt nauwelijks gebruikt.
Het is als een afgelikte lolly waar geen smaak meer aan zit’. Zo ligt het volgens Rutte eveneens met de recente aandrang vanuit het EU-zuiden naar een sociaal Europa. ‘Er ligt geen enkele taak voor de EU op sociaal terrein. Dat is een zaak van de lidstaten. Maar wij kunnen meegaan met het streven naar een meer sociaal Europa als het bijvoorbeeld gaat over gelijk loon voor gelijk werk’.
´De mensen zien Europa niet als iets waar ze wat aan hebben, maar eerder als een gevaar. Hoe dat komt? Neem de twintigers. Die kennen de EU alleen maar van tien jaar continu crises. Voor hen is Europa het probleem, in plaats van de oplossing´. Dat zei plaatsvervangend voorzitter van de Commissie, Frans Timmermans i, aan de vooravond van de top in Rome.
In de kwaliteitskrant Süddeutsche Zeitung van 23 maart bepleit Timmermans verder dat ´Brussel´ de critici niet langer alleen maar bestookt met statistieken die bewijzen wat de EU wel allemaal voor goeds oplevert. ´Dergelijk paternalisme spreekt de jeugd vandaag niet aan. Een federaal Europa overtuigt evenmin.
Wat Europa moet najagen is een oplossing van de energie- en de klimaatcrisis en van de toenemende ongelijkheid in de wereld. De euro noch de Europese interne markt zijn doelstellingen op zich, maar slechts instrumenten. Ons enige doel is het behoud van onze waarden en normen´, aldus Timmermans.
Timmermans wijst er verder op dat door de Brexit i de rol van Nederland (als traditioneel de partner van Londen) in de EU flink verandert. De vraag of Duitsland na het vertrek van het VK niet allesoverheersend wordt, ontweek Timmermans.
Kanselier Angela Merkel i en president François Hollande i wijzen de suggestie van Theresa May af om tegelijk te onderhandelen over de scheiding en over een handelsovereenkomst VK-EU. Duitsland en Frankrijk willen eerst van het VK scheiden en daarna het beoogde handelsakkoord bespreken.
Op 29 maart ontving voorzitter Tusk de officiële Britse scheidingsaanvrage. Zij werd hem in Brussel aangeleverd door Tim Barrow, de ambassadeur van het VK bij de EU.
Officieel is er volgens artikel 50 i van het Verdrag VEU i maximaal twee jaar tijd beschikbaar om uiterlijk per 29 maart 2019, de uiterste scheidingsdag, een en ander af te wikkelen. In werkelijkheid gaat het om slechts anderhalf jaar. Dat komt doordat het beraad pas na de Franse verkiezingen ergens in mei kan beginnen. Bovendien moet het onderhandelingsresultaat eind volgend jaar nog ter goedkeuring worden voorgelegd aan het Britse en het Europees Parlement i.
Tusk en Commissievoorzitter Juncker i draaien er niet omheen: 29 maart 2017 was een trieste dag voor Europa én voor het Britse volk. ‘Eigenlijk missen wij jullie nu al’, klaagde Tusk op een persconferentie. In The Old Hack, de Brusselse lievelingspub van Nigel Farage i die de Britten tot de Brexit verleidde, was het wel groot feest. Ook de PVV feliciteerde de Britten met hun uittreden.
De Britse regering zal de wetgeving geërfd van 44 jaar EU-lidmaatschap omzetten in een mammoet repeal bill (afschaffingswet). Eerder had May al een ‘harde Brexit’ aangekondigd. Zij bedoelt dat het VK weer helemaal ‘eigen baas’ wordt zonder toezicht van bijvoorbeeld het Europees Hof van Justitie i.
In haar brief legt May een opmerkelijk verband tussen de sterke positie van haar land op militair en veiligheidsterrein (bestrijding drugshandel en terrorisme) en de toekomstige relatie met de EU-landen. Brusselse autoriteiten zijn daarvan geschrokken en spreken zelfs van chantage. Het Europees Parlement werkt aan een resolutie waarin de Britten op hun plaats worden gezet.
Op 29 april komt de Europese Raad speciaal naar Brussel om de richtlijnen voor de onderhandelingen vast te leggen. De Franse vroegere Europees commissaris en minister van Buitenlandse Zaken, Michel Barnier i, gaat het beraad daarna leiden. Hoewel de belangen van de 27 EU-landen tegenover het VK nogal uiteenlopen, is toch de inzet komende twee jaar één front te blijven vormen.
Prioritair is een akkoord over betaling van de lopende verplichtingen die volgens de Commissie voor het VK tot wel 60 miljard euro kunnen oplopen. De Britten zien dat echter héél anders. Verder moeten de rechten van de Europese burgers in het VK en de Britten woonachtig in de EU geregeld worden. Experts verwachten dat de onderhandelingen na de beëindiging van het EU-lidmaatschap van voorjaar 2019, nog wel tien jaar kunnen aanslepen.
De ’Agenda van Rome’ bevat alles wat de burger zich maar kan wensen en biedt een hemels perspectief. ‘Een Unie die veilig en zeker, welvarend, concurrerend, duurzaam en sociaal verantwoord is en bovendien over het vermogen beschikt om in de wereld een sleutelrol te vervullen en de globalisering vorm te geven’.
De agenda mist echter een verwijzing naar de uitvoering. Premier Rutte wees daarop in Rome. ‘Ik ben als de dood dat wij als Europese Raad binnenkort moeten gaan praten over genoemde mooie plannen en het recente Witboek van Juncker, allemaal bestemd voor over tien jaar. Terwijl de problemen van vandaag blijven liggen. Ik denk dan aan de migrantenstroom uit Afrika. Of neem de gebrekkig werkende interne markt, die massaal nieuwe banen zou kunnen opleveren’.
Dit oordeel doet er echter niets aan af dat Europa véél verder is gekomen dan destijds iemand durfde voorspellen. Geen zes, maar 27 aangesloten landen, een uniforme munt, gezamenlijke grenzen. Het Verdrag van Rome heeft de kaart, het politieke gewicht en het aanzien van Europa blijvend veranderd en dit in ieders voordeel.
Zestig jaar Europese integratie overziend moeten wij tegelijk vaststellen dat het befaamde Verdrag van Maastricht i - 1991, afschaffing nationale munten en verdubbeling aantal aangesloten landen - een brug te ver is geweest. Dat verdrag werd in 1992 bij referendum in Frankrijk op een haar na verworpen, terwijl Duitsland ongelukkig was met het verlies van de sterke D-mark.
Achteraf bezien is begin jaren negentig een breuk met het publiek ontstaan. Met als resultaat vandaag het pijnlijke vertrek uit de Unie van het Verenigd Koninkrijk, besluiteloosheid in de Europese Raad en het dreigend uiteenvallen van het geheel. Kortom, ‘een existentiële crisis’ volgens voorzitter Juncker.