Honderd jaar kiezers: 'Kiezers tussen Indonesië en Nederland'
In de eerste tien jaar na de Tweede Wereldoorlog zag Nederland zijn bevolking groeien als gevolg van de komst van voormalige inwoners van ‘de Oost’: repatrianten en Molukkers. Het betrof allerminst een coherente nieuwe groep kiezers: de eerste groep kon bij aankomst direct stemrecht krijgen maar werd door politieke partijen aanvankelijk over het hoofd gezien, terwijl een deel van de tweede groep misschien wel nooit de stembusgang zou maken.
Sinds de invoering van het actief kiesrecht voor alle mannen boven de 25 jaar – dit jaar precies een eeuw geleden – werd het electoraat meermalen uitgebreid. Zo kregen vrouwen het stemrecht (1919) en werd de kiesgerechtigde leeftijd verlaagd naar 18 jaar (1946-1972). Ook de naoorlogse dekolonisatie, de Europese integratie en de komst van gastarbeiders leverden nieuwe categorieën kiezers op.
De serie ‘Honderd jaar nieuwe kiezers’ – verzorgd door het Centrum voor Parlementaire Geschiedenis i, de afdeling Politieke Geschiedenis van de Radboud Universiteit en de Kiesraad i – brengt wekelijks in kaart hoe deze ‘first time voters’ naar de stembus werden gelokt en wat hun ervaringen waren.