Handelspolitiek EU voortaan agendapunt nationale leiders
De Europese handelspolitiek wordt een zaak van de nationale leiders, ofwel Chefsache. Dit betekent wel een uitholling van het privilege van de Commissie als onderhandelaar.
‘De EU wil naar een handelspolitiek die ook rekening houdt met de zorgen van haar burgers’, besloot de Europese Raad i van 20 en 21 oktober. Tegelijk gaat men ons bedrijfsleven beschermen. ‘Oneerlijke handelspraktijken worden aangepakt’, aldus de conclusies.
Het vluchtelingenprobleem en de spanningen met Rusland over Syrië en de neergestorte MH17 waren andere onderwerpen. Daarover is niets besloten. Italië vindt dat Moskou pesten niks oplost. Duitsland, Frankrijk en het Verenigd Koninkrijk lieten nieuwe sancties dan maar achterwege.
De Turkse vluchtelingenstroom is met 98 procent gedaald. ‘Zodoende voor het eerst na meer dan een jaar geen crisistop’, aldus voorzitter Donald Tusk i.
Inhoudsopgave van deze pagina:
Al zestig jaar is handelspolitiek (het sluiten van verdragen over invoer en uitvoer, quota, keuringseisen, etc.) verregaand de taak van de Europese Commissie i. Zij neemt het initiatief tot onderhandelingen. De Raad van Ministers i schetst daarna het kader en de Commissie voert de gedetailleerde onderhandelingen (bijvoorbeeld met Canada) die altijd jaren duren.
Is er eenmaal overeenstemming dan is een ruwweg driekwart meerderheid van de nationale ministers, plus de instemming van het Europees Parlement i voldoende voor het definitieve fiat. Juristen spreken van 'de exclusiviteit van de communautaire bevoegdheid op handelspolitiek terrein', zeg maar de hoofdrol van 'Brussel'’.
De meeste handelsverdragen zijn tegenwoordig echter 'gemengde akkoorden' waarbij de EU én de Lidstaten volwaardig partij zijn. Ieder EU-land moet dan ratificeren. Er bestaan al circa 250 van zulke verdragen. Die zijn gedurende decennia zonder problemen tot stand gekomen.
Het 'gemengde' karakter voldoet aan de diepgewortelde behoefte bij nationale regeringen om zo weinig mogelijk macht aan 'Brussel' over te dragen. Dat streven drijft vandaag het internationaal handelsberaad naar de Europese Raad. Voor het eerst werd een Europese top totaal overschaduwd door de onverwachte blokkade van slechts één partner (België) van het beoogde handelsverdrag met Canada, CETA geheten.
Tot afgelopen zomer was het onder juristen overigens twijfelachtig of dit wel een gemengd akkoord was. En of de instemming van de 28 regeringen dus wel vereist was. Maar sinds de EU onderhandelt met de Verenigde Staten over TTIP maken de tegenstanders zóveel lawaai dat rond vrijhandel nu de reuk hangt van een kwalijk fenomeen.
Om de heisa over TTIP wat te dempen koos Commissievoorzitter Jean-Claude Juncker i er voor het verdrag met Canada te elfder ure als 'gemengd' aan te merken. Dat gebeurde onder druk vanuit o.a. Frankrijk en Duitsland. Alle 28 EU-landen moeten CETA nu ratificeren. België is een federatie van Vlaanderen, Wallonië en het Brussels Gewest. Eerste minister Charles Michel i kon niet tekenen zolang het Waalse parlement CETA weigerde.
Het is opmerkelijk dat de tegenstanders van CETA en TTIP vrijhandel zo sterk afkeuren. Want vrijhandel komt ten goede komt aan de consument (aan iedereen dus) omdat producten en diensten zo goedkoper worden. Men loopt storm tegen internationale handel waar iedereen van geniet, ook de meest rabiate anti-globalisten. Zij gebruiken vaak zelf goedkopere Koreaanse smartphones, rijden in Japanse auto’s, drinken Chileense wijn en dragen kleren uit de sweatshops van Bangladesh.
Wel is het juist dat de zwakkere bedrijven en sectoren geen internationale vrijhandel aankunnen. Bovendien vreest de linkerzijde dat dergelijke akkoorden sociale voorzieningen en milieuvoorwaarden aantasten. Zij zouden regeringen aanzetten hun belastingen alsmaar te verlagen om concurrerend te blijven. Ten slotte worden bij vrijhandel de multinationale consortia nog dominanter, aldus deze critici.
De media hebben de oktobertop van de Europese Raad geschetst alsof Canada de hoofdschotel was. Het probleem stond echter niet op de agenda. Tegelijk was dwarsliggend Franstalig België de onzichtbare 'elephant in the room', zodat de media-aandacht toch wel logisch was.
Met Canada is het alsnog goed gekomen dank zij koortsachtig beraad van Juncker, de alom aanwezige Europees parlementsvoorzitter Martin Schulz i met zijn SPD-partijgenoot vicekanselier Sigmar Gabriel, Tusk i en Slowakije i als fungerend Raadsvoorzitter. Zij onderhandelden met de sociaaldemocratische premier van Wallonië Paul Magnette. Na zeven jaar onderhandelen tekenden op 30 oktober de Canadese premier Justin Trudeau, Tusk, Juncker en EU-voorzitter premier Robert Fico i van Slowakije in Brussel het verdrag.
Met CETA vervallen 98 procent van de handelsbeperkende tarieven, zegt de Commissie. Totale vrijhandel dus. Het blijft echter afwachten of de ratificering door álle 28 Europese regeringen er werkelijk komt. In Nederland dreigt hierover weer een referendum.
Bovendien is behalve de instemming van België, die van bijvoorbeeld Duitsland onzeker. Vooral de arbitrage waarbij grote investeerders buiten de rechtbanken om via een eigen Investment Court System hun gelijk kunnen halen roept verzet op. Dit systeem staat nu even in de ijskast
Tegen die onheilspellende achtergrond wordt het lot ongewis van het tien keer grotere verdrag TTIP met de VS, waar bovendien aankomend president Donald Trump tegen is. Voor het eerst verknoopt de Europese Raad de internationale handelspolitiek met 'de zorgen van de burgers', aldus de conclusies. Het is vanuit die gedachte dat de 28 nationale leiders handelspolitiek claimen als nieuw agendapunt.
De leiders kiezen unaniem voor vrijhandel. 'Vele miljoenen banen in de EU hangen af van de handel, die een krachtige motor voor groei is en zal blijven. Handel biedt consumenten een ruimere keuze en Europese bedrijven – waaronder kleine en middelgrote ondernemingen – meer kansen', zo luidt de tekst.
Zoals vaker bij politiek gevoelig beraad trekken de leiders al op de volgende bladzijde hun vrijhandelsintenties zelf weer in twijfel. Daar ageren zij tegen de handelspraktijken van bijvoorbeeld China met spotgoedkoop staal. Dat land zit met 340.000 ton overschot, het dubbele van de hele Europese jaarproductie. Hoewel daar de Europese consument van profiteert, beschermt de EU liever haar eigen hoogovens.
De Commissie wil landen die hun producten hier dumpen gaan afstraffen met veel forsere heffingen. ‘Dringend moet er, uiterlijk eind 2016, een alomvattende modernisering van alle (Europese, JW) handelsbeschermingsinstrumenten komen’, aldus de Europese Raad. Krachtige taal waarachter echter grote meningsverschillen verborgen liggen.
Tot nu toe beperkt de lesser duty rule de antidumpingheffing tot het bedrag dat nodig is om de schade voor de Europese producent te compenseren. Twaalf landen waaronder Nederland vinden dat je met grotere superheffingen de eigen consument benadeelt en protectionisme stimuleert. Zij liggen daarom al twee jaar dwars. Afwachten dus of dat genoemde instrument in december wel beschikbaar komt.
Dat handelspolitiek via de Europese Raad Chefsache wordt, weerspiegelt behalve het vitale belang, de interne verdeeldheid hierover. Er zijn nog andere redenen.
De akkoorden van vandaag zijn veelomvattender dan de vroegere afspraken die vooral de douanetarieven regelden. Daarom vereist dit voortaan de betrokkenheid van de hoogste politieke leiders. Onder andere intellectuele eigendom, volksgezondheid, migratie, klimaatbeleid, energiebeleid en zelfs terrorismebestrijding zijn nieuwe onderdelen.
Omdat diverse zwakkere sectoren (zoals de kleine rundveehouders in Wallonië) geen vrijhandel aan kunnen, groeit de betrokkenheid van belangengroepen. Nog een andere reden is dat de achterkamertjes waarin voorheen internationale akkoorden tot stand kwamen niet meer passen in een tijd die om transparantie vraagt.
Gaat het Mark Rutte toch nog lukken het verdrag met Oekraïne i te redden? Eind vorige week leek het erop dat hij de strijd had verloren. De oppositie wenste niet mee te werken aan ratificatie van dit verdrag, dat in april in een referendum door de kiezers (nou ja, de beperkte groep die kwam stemmen) werd afgewezen.
En zonder oppositie – het is de rode draad in het verhaal van Rutte II i – is het kabinet machteloos in de Eerste Kamer, waar de coalitiepartijen VVD en PvdA immers geen meerderheid hebben. Aldus vanuit Den Haag Fons Kockelmans van het ANP kort na de Europese Raad.
Rutte zei in Brussel dat hij zijn collega’s ‘onomwonden’ had verteld in Den Haag weinig ruimte te zien om het verdrag te tekenen. ‘Een Nederlandse nee-stem heeft echter internationale consequenties. Het raakt direct Oekraïne, aan de relatie Oekraïne-Rusland en aan de uitvoering van de akkoorden van Minsk’. Anders gezegd, ‘de champagnekurken zullen ploppen in Moskou’, aldus de premier.
‘Mochten wij niet ratificeren dan is de kans groot dat de meeste bepalingen toch doorgaan, omdat de 27 andere landen dan hun eigen verdrag zullen sluiten’. Volgens Rutte ‘is het onze verantwoordelijkheid, misschien zelfs wel onze plicht om tot het uiterste te gaan om de Nederlandse en de buitenlands politieke belangen op één lijn te brengen’. Zijn inzet: een juridisch bindende oplossing die recht doet aan de Nederlandse bezwaren.
Inmiddels is Rutte in Den Haag volop bezig de oppositiepartijen D66 en CDA over te halen tot alsnog medewerking aan ratificatie. Als dat laatste komende weken wordt bevestigd, wil Rutte de Europese Raad van 15 december winnen met een bindende Nederlandse verklaring als inlegvel bij het verdrag. Daarin staat dat Oekraïne geen EU-lid wordt, extra financiële noch militaire steun krijgt en er geen toeloop komt van hun werknemers naar de EU.
Lukt dit, dan is het omstreden verdrag EU-Oekraïne alsnog gered. Want Oekraïne liet al weten met zo’n verklaring in te stemmen.
Voor het eerst was prime minister Theresa May i in de Europese Raad aanwezig. Zij is koel ontvangen. In een korte verklaring bevestigde zij het vertrek van de Britten. Het bleef even stil daarna. Niemand reageerde. Voorzitter Tusk wilde geen debat dat de kennismaking maar zou verstoren….
Tevoren had president François Hollande i al gezegd dat de EU dwars gaat liggen als de Britten moeilijk doen. Zie als voorbeeld van zulke pesterij de eis vanuit Parijs om de Brexit-onderhandelingen komende jaren in de Franse taal te gaan voeren.
Over de uitwerking van de Brexit valt nog geen verstandig woord te zeggen. Maar hoe gaat dat beraad eigenlijk verlopen? Het Britse High Court besloot dat hun parlement daar volop bij betrokken moet zijn. De Britse regering gaat daartegen nog in beroep. Is dat tevergeefs, zoals experts verwachten, dan compliceert parlementaire betrokkenheid het hele proces.
De regering in Londen is nog steeds van plan na inroeping van het uittredingsartikel 50 i van het EU-verdrag komend voorjaar over de scheiding te gaan onderhandelen. Nu het Britse parlement waarschijnlijk meedoet, moeten May c.s. op verschillende borden schaken. En dit met parlementaire openheid wat onhandig is voor zulk beraad.
Maar ligt dat in Europa wel anders? Voorzitter Schulz heeft er voor gewaarschuwd het Europees Parlement eveneens bij de onderhandelingen te halen. Dat parlement staat echt op vrij werknemersverkeer. ‘Ik weiger een EU met vrij verkeer van vrachtwagens en hedge funds, maar niet voor de burgers’, aldus Schulz in de Europese Raad.
‘Er komt een harde Brexit i, of helemaal geen Brexit’, zo had voorzitter Tusk de Britten op 13 oktober al toegevoegd. May denkt er precies zo over. Zij bedoelt er mee dat beperking van de instroom van goedkope werknemers naar het VK haar eerste prioriteit wordt. Dit punt is belangrijker dan de beoogde Britse toegang tot de lucratieve Europese markt. Verder betekent een ‘harde Brexit’ dat ‘onze rechters voortaan hier zetelen, waardoor het VK geen enkele EU-wetgeving meer accepteert’, aldus May.
Zo gezien betekent Brexit het voortzetten van de onderhandelingen van afgelopen februari in de Europese Raad. Prime minister Cameron i liep toen te pletter op dat vrije werknemersverkeer als niet-onderhandelbaar voor de EU. Juist daardoor verloor Cameron vervolgens het referendum.
Ondanks negen uur vergaderen nam deze Europese Raad geen enkel besluit. Het streven om de illegale migratie via de Middellandse Zee via terugzending in te tomen gaat wel volop door.
(klik op afbeelding voor grotere versie)
Verder zijn alle actuele problemen ontweken, en dit wegens interne tweespalt hierover. Dus de gespannen relatie met grote buren Rusland en Turkije, het volgens kanselier Merkel ‘onmenselijke’ optreden van Rusland en Syrië in Aleppo, het tot nu toe mislukte verdelen van de vluchtelingen, de spanningen met Italië en Griekenland hierover, het uitblijven van een EU-asielsysteem, de gevolgen van het vertrek van de Britten, het uiteenrafelen van Schengen, enz.
Na het voorgaande klinkt het een beetje cynisch, maar het is toch de goede gewoonte van de Europese Raad om de brandende kwesties over te nemen waarop de Ministerraad EU, de Commissie of het Europees Parlement zijn vastgelopen. Zo nu met de handelspolitiek en wel ten koste van Commissie en Europees Parlement, dat heftig protesteerde. ‘De EU is een Unie van Staten, niet van Europese Instellingen’, (Commissie, Europees Parlement) sneerde Tusk op 26 oktober in Straatsburg. Hij voelde zich kennelijk aangesproken.
Interessant is de motivering waarmee de nationale leiders de handelspolitiek naar zich toetrekken: ‘de zorgen hierover van de burgers’. Het is raar maar waar: Europese kwesties komen vaak pas prominent in de populaire media zodra de Europese Raad zich er mee bemoeit! Zie het Canada-verdrag.
De snelle scheidingsprocedure met het Verenigd Koninkrijk waarop de voorzitters Juncker en Schulz van de zomer nog mikten, ligt nu wel achter de horizon. Dit scheidingsproces wordt langdurig en ook voor de EU erg lastig en vervelend. Het ziet er naar uit dat de hoofdrolspelers Merkel en May te zijner tijd in nachtelijke uren de knopen moeten ontwarren en doorhakken.