Richtlijn 2016/1919 - Rechtsbijstand voor verdachten en beklaagden in strafprocedures en voor gezochte personen in procedures ter uitvoering van een Europees aanhoudingsbevel
Inhoudsopgave van deze pagina:
officiële titel
Richtlijn (EU) 2016/1919 van het Europees Parlement en de Raad van 26 oktober 2016 betreffende rechtsbijstand voor verdachten en beklaagden in strafprocedures en voor gezochte personen in procedures ter uitvoering van een Europees aanhoudingsbevelofficiële Engelstalige titel
Directive (EU) 2016/1919 of the European Parliament and of the Council of 26 October 2016 on legal aid for suspects and accused persons in criminal proceedings and for requested persons in European arrest warrant proceedingsRechtsinstrument | Richtlijn |
---|---|
Wetgevingsnummer | Richtlijn 2016/1919 |
Origineel voorstel | COM(2013)824 |
Celex-nummer i | 32016L1919 |
Document | 26-10-2016; datum van ondertekening |
---|---|
Bekendmaking in Publicatieblad | 04-11-2016; PB L 297 p. 1-8 |
Ondertekening | 26-10-2016 |
Inwerkingtreding | 24-11-2016; in werking datum publicatie +20 zie art 13 |
Deadline | 05-05-2021; zie art 10.1 en 32016L1919R(01) 05-05-2022; zie art 10.2 en 32016L1919R(01) |
Einde geldigheid | 31-12-9999 |
Omzetting | 05-05-2019; ten laatste zie art. 12 en 32016L1919R(01) |
4.11.2016 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 297/1 |
RICHTLIJN (EU) 2016/1919 VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD
van 26 oktober 2016
betreffende rechtsbijstand voor verdachten en beklaagden in strafprocedures en voor gezochte personen in procedures ter uitvoering van een Europees aanhoudingsbevel
HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 82, lid 2, onder b),
Gezien het voorstel van de Europese Commissie,
Na toezending van het ontwerp van wetgevingshandeling aan de nationale parlementen,
Gezien het advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité (1),
Na raadpleging van het Comité van de Regio's,
Handelend volgens de gewone wetgevingsprocedure (2),
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Deze richtlijn heeft als doel ervoor te zorgen dat het recht op toegang tot een advocaat, zoals bedoeld in Richtlijn 2013/48/EU van het Europees Parlement en de Raad (3), daadwerkelijk kan worden uitgeoefend door het beschikbaar stellen van bijstand van een door de lidstaten gefinancierde advocaat aan verdachten en beklaagden in strafprocedures en door gezochte personen tegen wie een procedure ter uitvoering van een Europees aanhoudingsbevel loopt uit hoofde van Kaderbesluit 2002/584/JBZ van de Raad (4) (gezochte personen). |
(2) |
Door te voorzien in gemeenschappelijke minimumnormen met betrekking tot het recht op rechtsbijstand aan verdachten, beklaagden en gezochte personen, beoogt deze richtlijn het vertrouwen van de lidstaten in elkaars strafrechtsstelsels te versterken en aldus de wederzijdse erkenning van beslissingen in strafzaken te verbeteren. |
(3) |
In de derde alinea van artikel 47 van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie (het Handvest), in artikel 6, lid 3, onder c), van het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden (EVRM) en in artikel 14, lid 3, onder d), van het Internationaal Verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten (IVBPR) is het recht op rechtsbijstand in strafprocedures overeenkomstig de in die bepalingen genoemde voorwaarden vastgelegd. Het Handvest heeft dezelfde juridische waarde als de Verdragen en de lidstaten zijn partij bij het EVRM en het IVBPR. De ervaring heeft echter geleerd dat dit alleen niet steeds zorgt voor een voldoende mate van vertrouwen in de strafrechtsstelsels van andere lidstaten. |
(4) |
Op 30 november 2009 keurde de Raad een resolutie goed betreffende een routekaart ter versterking van de procedurele rechten van verdachten of beklaagden in strafprocedures (5) („de routekaart”). De routekaart, die uitgaat van een stapsgewijze benadering, vergt de vaststelling van maatregelen met betrekking tot het recht op vertaling en vertolking (maatregel A), het recht op informatie over de rechten en informatie over de beschuldiging (maatregel B), het recht op juridisch advies en rechtsbijstand (maatregel C), het recht te communiceren met familie, werkgever en consulaire autoriteiten (maatregel D) en bijzondere waarborgen voor kwetsbare verdachten of beklaagden (maatregel E). |
(5) |
De Europese Raad heeft zich op 11 december 2009 ingenomen verklaard met de routekaart, en maakte deze tot onderdeel van het programma van Stockholm — Een open en veilig Europa ten dienste en ter bescherming van de burger (6) (punt 2.4). De Europese Raad benadrukte het niet-uitputtende karakter van de routekaart door de Commissie te verzoeken onderzoek te verrichten naar verdere elementen van minimale procedurele rechten van verdachten en beklaagden, en om na te gaan of andere punten, bijvoorbeeld het vermoeden van onschuld, aandacht moeten krijgen teneinde een betere samenwerking op dat gebied te bevorderen. |
(6) |
Tot dusver zijn er vijf maatregelen inzake procedurele rechten in... |
Lees meer
Deze wettekst is overgenomen van EUR-Lex.
Dit dossier wordt iedere nacht automatisch samengesteld op basis van bovenstaande dossiers. Hierbij is aan de technische programmering veel zorg besteed. Een garantie op de juistheid van de gebruikte bronnen en het samengestelde resultaat kan echter niet worden gegeven.
Van deze pagina bestaat een uitgebreide versie met de samenvatting van wetgeving, de juridische context, de Europese rechtsgrond, een overzicht van verwante dossiers en tot slot de betrokken zaken van het Europees Hof van Justitie.
De uitgebreide versie is beschikbaar voor betalende gebruikers van de EU Monitor van PDC Informatie Architectuur.
Met de EU Monitor volgt u alle Europese dossiers die voor u van belang zijn en bent u op de hoogte van alles wat er speelt in die dossiers. Helaas kunnen wij geen nieuwe gebruikers aansluiten, deze dienst zal over enige tijd de werkzaamheden staken.
De EU Monitor is ook beschikbaar in het Engels.