Defensie-unie: meer NAVO of een nauwere samenwerking tussen de lidstaten?

Europa staat voor ongekende uitdagingen op veiligheidsgebied. Zal de traditionele afhankelijkheid van de NAVO i voldoen of moet de EU i meer investeren in haar eigen verdediging en een sterkere samenwerking tussen de lidstaten? Op 24 oktober stemt de commissie Buitenlandse zaken over een verslag waarin wordt opgeroepen tot een permanente en systematische verdedigingssamenwerking tussen de EU-landen i als onderdeel van een Europese defensie-unie. Lees over ons interview met twee prominente EP-leden i.

Het verslag is geschreven door Urmas Paet i (Estland, ALDE), voormalig minister van Buitenlandse Zaken. Hij vindt dat met een meer onafhankelijke EU-defensiestrategie het partnerschap met de NAVO zou veranderen: "Ten eerste zijn er civiele, militaire en humanitaire missies, ten tweede kunnen er situaties zijn waarbij de vlag van de NAVO meer irritatie opwekt dan de EU en ten derde moeten we er rekening mee houden dat niet alle EU-lidstaten i NAVO-leden zijn."

Echter, Geoffrey Van Orden i (VK, ECR), een voormalige hooggeplaatste militaire officier, zei dat de bestaande modellen succesvol zijn en dat de samenwerking met de NAVO moet worden ontwikkeld. "We hebben een sterk functionerende defensieorganisatie: de NAVO," zei hij. "Het staat garant voor de inzet van de Verenigde Staten voor veiligheid Dat is wat belangrijk is, dat is wat de geloofwaardigheid is en dat is wat we nodig hebben om te versterken."

Bekijk onze video voor het hele interview.

REF. : 20161018STO47501