'Hel op aarde': leden in debat over betrokkenheid Rusland bij Syrische conflict
Met de instorting van een door de VS en Rusland bemiddelde wapenstilstand vorige maand, ziet de oorlog in Syrië er weer hardnekkig uit en is het geweld in de afgelopen twee weken geëscaleerd. Tijdens een plenair debat op woensdagmiddag met de Slowaakse minister Ivan Korčok, die namens de Raad i sprak, uitte een aantal leden kritiek op de betrokkenheid van Rusland in het conflict, terwijl anderen opriepen dat de EU een grotere rol moet spelen bij het oplossen van de crisis.
Het conflict in Syrië is zijn zesde jaar ingegaan en heeft het leven gekost aan meer dan een kwart miljoen mensen. Tot 14 miljoen mensen hebben behoefte aan humanitaire hulp in Syrië terwijl bijna vijf miljoen mensen zich in moeilijk te bereiken of belegerde gebieden bevinden.
Ondanks de internationale inspanningen om een wapenstilstand te bereiken, is het geweld in de afgelopen weken geëscaleerd waarbij voornamelijk Aleppo geconfronteerd wordt met zware bombardementen. Volgens Artsen Zonder Grenzen zijn vier van de resterende acht functionele ziekenhuizen in het oosten van Aleppo beschadigd door de bombardementen van de afgelopen dagen.
In een debat in het Europees Parlement i op 5 oktober riepen de leden op tot een einde aan het onacceptabele geweld waarbij velen de schuld bij Rusland en Assad legden.
Cristian Dan Preda i (EVP i, Roemenië) zei over Rusland: "Dit land heeft zich nooit ingezet voor terrorismebestrijding. Poetin heeft gewoon zijn vriend Assad bijgestaan. "Hij drong er bij de EU op aan om de diplomatieke inspanningen in samenwerking met de VS te intensiveren."
Gianni Pittella i, voorzitter van de S&D-fractie, noemde de huidige crisis in Syrië een humanitaire misdaad: "De EU, samen met de VN, moeten alle beschikbare middelen inzetten om deze slachting te stoppen, om een wapenstilstand te krijgen en door te gaan met de onderhandelingen. Dit moet nu worden gedaan, omdat de bombardementen nu aan de gang zijn!"
Charles Tannock i (ECR, Verenigd Koninkrijk) zei: "Na vijf en een half jaar van besluiteloosheid in het westen, is misschien een de-facto verdeling van Syrië nu de enige hoop voor de vrede."
Guy Verhofstadt i, voorzitter van de ALDE-fractie, veroordeelde eveneens de bombardementen op Aleppo door Rusland en riep de EU en de VS op om de krachten te bundelen in het leveren van een gemeenschappelijk initiatief voor Syrië, met inbegrip van een no-fly zone boven Aleppo, en sancties tegen Rusland en Assad voor het overtreden van de VN-resoluties.
Marisa Matias i (GUE/NGL, Portugal) zei dat terwijl de EU alles in het werk moet stellen om terroristen tegen te werken, de eerste prioriteit is “om de slachtoffers en de humanitaire tragedie goed op te lossen".
Rebecca Harms i, medevoorzitter van De Groenen/EVA trad veel leden bij in het leggen van de schuld bij Rusland: "Aleppo is de plaats waar Poetin en Assad een hel op aarde hebben gecreëerd."
Fabio Massimo Castaldo i (EFDD, Italië) beschuldigde de EU van de afwezigheid van de inspanningen in het bereiken van een oplossing voor de crisis: "Aangezien Syrië zich in onze regio bevindt, zijn wij de eersten die de gevolgen van een gebrek aan stabiliteit daar zien. We moeten onze rol in buitenlandse aangelegenheden spelen."
Mario Borghezio i (ENF, Italië) zei: "Europa is er niet, ze zijn niet op de hoogte van wat er gebeurt. Ik betwijfel of de VS iets kan doen. Misschien moeten we ons er van bewust zijn dat alleen Rusland hier werkt..."
Eleftherios Synadinos i (niet-fractiegebonden, Griekenland) zei echter dat de enige oplossing is om "met Rusland te werken en IS te bestrijden." Hij beschuldigde de EU van hypocrisie in haar antwoord op de crisis.
De Slowaakse minister Ivan Korčok voerde het woord namens de Raad: "We moeten alle actoren er van overtuigen dat een politieke oplossing de enige optie is. Geen kant zal deze oorlog op het veld winnen. In deze tijden van wanhoop voor de Syriërs, moeten we de hoop niet verliezen in een politiek proces. "
De Syrische crisis is de ergste humanitaire ramp in de wereld. Met meer dan € 6,8 miljard aan steun van de Unie en haar lidstaten, is de Europese Unie de grootste donor in de internationale reactie op het conflict. Het aantal Syrische vluchtelingen buiten Syrië bedraagt nu bijna vijf miljoen, waarbij de meesten in Turkije, Jordanië en Libanon verblijven, waar een kwart van de bevolking nu vluchteling is.
.
REF. : 20160930STO44539