Voorzichtige stappen richting hereniging Cyprus
Jurgen Broeders, Montesquieu Instituut Den Haag
Zondag 25 september spraken de Grieks-Cypriotische president Anastasiades en de Turks-Cypriotische leider Akinci in New York gezamenlijk met VN-secretaris-generaal Ban Ki Moon. Ze vroegen hem om intensievere persoonlijke betrokkenheid van bij vredesonderhandelingen die ze voeren. De twee leiders hopen nog dit jaar tot een overeenkomst te komen over hereniging van het sinds 1974 verdeelde eiland. Met veel politieke wil en moed moet dat lukken, denken ze. Ban Ki Moon noemde de komende periode 'cruciaal' voor de toekomst van Cyprus.
Waar elders in Europa vooral gesproken wordt over afsplitsing (Verenigd Koninkrijk, Schotland, Catalonië), spraken de twee Cypriotische leiders de afgelopen weken acht keer intensief over hereniging van het eiland in de Middellandse Zee. Ze tonen daarmee in ieder geval de politieke wil om tot een akkoord over een federaal Cyprus te komen. De Verenigde Naties spelen daarbij een bemiddelende rol. Sinds 2004 was het optimisme over een kans van slagen niet meer zo groot als nu.
Mislukte poging
In 2004 werd - in aanloop naar de toetreding van Cyprus tot de EU - eerder een onderhandelingsakkoord bereikt, tot stand gekomen onder leiding van Kofi Annan. Dat werd in een referendum voorgelegd aan de Cyprioten. De Turkse bevolking stemde toen voor de deal; de Griekse inwoners stemden tegen. Ze vreesden oververtegenwoordiging van de Turks-Cyprioten in het parlementaire stelsel en vonden dat de uit het noorden van Cyprus gevluchte Grieken te weinig gecompenseerd werden.
Het resultaat was dat Cyprus in 2004 EU-lid werd als een de facto verdeeld land. De toetreding van Cyprus had moeten bijdragen aan hereniging van het eiland, maar die opzet mislukte dus. Het hele eiland is sindsdien formeel EU-lid, ook al controleert de regering van de Republiek Cyprus het noordelijke deel daarvan niet. Dat noorden wordt gecontroleerd door de Turkse Republiek Noord-Cyprus, dat alleen door Turkije wordt erkend.
Nieuwe kansen
De verkiezing van Mustafa Akinci tot president van het alleen door Turkije erkende Noord-Cyprus, in april 2015, deed de hoop op een oplossing van het conflict herleven. De politicus zet zich al decennia in voor nauwe samenwerking tussen de Turkse en Griekse gemeenschappen op het eiland.
Ook aan Griekse zijde zorgde dat voor hoop. In mei 2015 werden de vredesbesprekingen heropend en afgelopen kerst gaven Akinci en zijn Griekse collega Anastasiades bijvoorbeeld samen een kersttoespraak. In de acht gesprekken die ze afgelopen weken voerden hebben ze belangrijke vooruitgang geboekt in de onderhandelingen, zo verklaarden de twee leiders eerder deze maand.
Succes niet verzekerd
Het is echter nog lang geen uitgemaakte zaak dat de onderhandelingen ook succesvol afgesloten worden. De kwestie heeft inmiddels een lange geschiedenis en kent veel gevoeligheden voor beide partijen. Over veel lastige onderwerpen is nog lang geen overeenstemming bereikt, zo benadrukten ook Akinci en Anastsiades. Denk bijvoorbeeld aan de verdeling van de macht, eigendomsrechten en de aanwezigheid van Turkse troepen. Niet allen de twee Cypriotische gemeenschappen, maar ook Turkije, Griekenland, en het Verenigd Koninkrijk als voormalig kolonisator, moeten het eens worden.
De deadline om nog dit jaar tot een akkoord te komen hebben de onderhandelaars zich niet zomaar opgelegd. Begin 2017 loopt de termijn van Ban Ki Moon af en in de loop van 2017 zal de campagne voor de presidentsverkiezingen in Grieks Cyprus op gang komen. Ook de recente politieke ontwikkelingen in Turkije zetten druk op de onderhandelingen. Vrees bestaat dat Erdogan meer grip op Noord-Cyprus wil krijgen.
Mochten Anastasiades en Akinci het de komende maanden al eens kunnen worden, dan zal het onderhandelingsresultaat weer in een referendum voorgelegd moeten worden aan de bede bevolkingsgroepen.
Belang voor Europa
Hoewel de Europese Unie in het onderhandelingsproces vooral een ondersteunende rol speelt ten opzichte van de Verenigde Naties, is hereniging van Cyprus van belang voor de EU. Voor de EU zou een hereniging betekenen dat er een lelijke smet – de toetreding van een verdeeld land - wordt weggepoetst. ’We need to get this done. Now.’, riep Jean-Claude Juncker dan ook pas over de hereniging van Cyprus in zijn State of the Union-speech.