Een geïntegreerd EU-beleid voor het noordpoolgebied - Vragen & antwoorden

Met dank overgenomen van Europese Commissie (EC) i, gepubliceerd op woensdag 27 april 2016.

De hoge vertegenwoordiger en de Europese Commissie formuleren een geïntegreerde aanpak voor Arctische aangelegenheden.

1. Wat valt precies onder "het noordpoolgebied"?

Het noordpoolgebied wordt op verschillende manieren gedefinieerd, maar in de gezamenlijke mededeling wordt ermee bedoeld het gebied rond de Noordpool, ten noorden van de poolcirkel (66° 32' NB). Het omvat de Noordelijke IJszee en grondgebied van de acht Arctische staten: Canada, het Koninkrijk Denemarken (inclusief Groenland en de Faeröer-eilanden), Finland, IJsland, Noorwegen, de Russische Federatie, Zweden en de Verenigde Staten van Amerika.

2. Waarom is het noordpoolgebied van belang voor de EU?

Hoewel de Europese Unie geen rechtstreekse kustlijn met de Noordelijke IJszee heeft, is zij sterk met het noordpoolgebied verbonden door historische, economische, geografische en handelsbetrekkingen. Een aantal bestaande activiteiten, financieringsonderdelen, projecten en besluiten van de EU zijn nu al van invloed op de duurzame ontwikkeling van de regio.

Er ligt veel werk in het verschiet om de Arctische volle zee te beschermen in het licht van de klimaatverandering en de toenemende menselijke activiteit in de regio. Het duurzame beheer van de Arctische volle zee, die buiten nationale jurisdicties valt, is een mondiale verantwoordelijkheid, en dus ook een taak voor de Europese Unie. Daarnaast zijn drie Arctische staten ook EU-lidstaten: Denemarken, Zweden en Finland. De EU onderhoudt bovendien nauwe betrekkingen met IJsland en Noorwegen in het kader van de Europese Economische Ruimte en landen als Canada en de Verenigde Staten zijn strategische partners van de EU.

3. Hoe staat het milieu in het noordpoolgebied ervoor?

Het noordpoolgebied warmt snel op. Volgens het vijfde beoordelingsverslag van de Intergouvernementele Werkgroep inzake klimaatverandering (IPCC) zijn de permafrosttemperaturen in de meeste regio’s toegenomen sinds het begin van de jaren tachtig en verwacht wordt dat deze ontwikkeling in de toekomst nog doorzet. Dit is een belangrijke reden voor de EU om zich meer in te zetten om klimaatverandering tegen te gaan en het milieu in het noordpoolgebied te beschermen.

Als de opwarming in dit tempo doorgaat, zou er binnen twintig tot veertig jaar sprake kunnen zijn van ijsvrije zomers in het noordpoolgebied. Door het smeltende ijs en de snelle vooruitgang in de offshoretechnologie is er reeds sprake van een toename van de menselijke activiteit in het gebied, zoals scheepvaart, mijnbouw en olie- en gasboringen.

4. Welke internationale wetgeving heeft betrekking op het noordpoolgebied?

Er is een uitgebreid internationaal wettelijk kader dat van toepassing is op het noordpoolgebied, onder andere bestaande uit:

  • Het VN-Zeerechtverdrag (Unclos), waarin de rechtsbevoegdheden van landen in de verschillende maritieme zones zijn vastgelegd. De EU heeft het Unclos ondertekend.
  • De Internationale Maritieme Organisatie (IMO) is een gespecialiseerd agentschap van de Verenigde Naties dat verantwoordelijk is voor de veiligheid en betrouwbaarheid van de scheepvaart en de preventie van mariene verontreiniging door schepen. Alle EU-lidstaten zijn lid van de IMO. De Europese Commissie heeft de status van waarnemer.
  • De Arctische Raad is een internationaal, intergouvernementeel forum dat zich rechtstreeks bezighoudt met duurzame ontwikkeling en milieubescherming in het noordpoolgebied. De raad is in 1996 opgericht en houdt zich niet bezig met geschillen over grenzen of hulpbronnen of andere veiligheidsvraagstukken. De EU is ad-hocwaarnemer bij de vergaderingen van de Arctische Raad. Drie lidstaten zijn lid (het Koninkrijk Denemarken, Finland en Zweden) en zeven lidstaten zijn permanent waarnemer (Frankrijk, Duitsland, Italië, Nederland, Polen, Spanje en het Verenigd Koninkrijk).
  • De Raad voor het Europees-Arctische Barentsz-zeegebied (BEAC) is het forum voor intergouvernementele en interregionale samenwerking in de Barentszregio. De Europese Commissie is volwaardig lid.
  • De noordelijke dimensie is een gemeenschappelijk beleidskader van de EU, Rusland, Noorwegen en IJsland, dat in 1999 werd ingesteld om dialoog en concrete samenwerking te bevorderen op terreinen als economie, cultuur, milieu en vervoer.
  • Het OSPAR-verdrag richt zich op de bescherming van het mariene milieu en de mariene ecosystemen tegen de schadelijke gevolgen van vervuiling, maritieme activiteiten, klimaatverandering en menselijke aanwezigheid.

5. Op welke manier draagt de EU aan de werkzaamheden met betrekking tot het noordpoolgebied?

De EU-belangen in het noordpoolgebied omvatten veel terreinen, waaronder milieu, energie, vervoer en visserij. De EU is al lang actief in de Arctische samenwerking, vooral in het kader van de noordelijke dimensie, samen met Rusland, Noorwegen, IJsland, Finland en Zweden, en van de Raad voor het Europees-Arctische Barentsz-zeegebied. De Europese Unie is ook al jaren ad-hocwaarnemer bij de Arctische Raad en heeft bijgedragen aan diens werk.

De EU levert een van de grootste bijdragen aan Arctisch onderzoek: sinds 2002 is hiervoor 200 miljoen euro uit de EU-begroting ter beschikking gesteld, exclusief individuele bijdragen van EU-lidstaten. Met recente en lopende projecten zijn allerlei vraagstukken onderzocht om de veranderingen in het noordpoolgebied volledig in kaart te brengen. Zo is er een onderzoekslijn naar het effect van klimaatverandering op het ecosysteem en op belangrijke economische sectoren van het gebied. Andere projecten bestuderen de ontwikkeling van de ijskap, gletsjers en ijslagen in de Noordelijke IJszee, waarbij ook wordt gekeken naar het effect dat de afname daarvan heeft op het zeeniveau. Een project waarbij alle Arctische landen betrokken zijn, heeft voor het eerst een geharmoniseerde beoordeling van de bodemgesteldheid in het gebied gemaakt, de bodematlas van het noordelijke poolgebied. Ten slotte richten verschillende projecten zich op de verbetering van de onderzoeksinfrastructuur in het gebied, onder andere door het Interact-netwerk van 70 veldbases verder uit te bouwen.

De handelsvloot van de EU-lidstaten behoort tot de grootste ter wereld en de EU-industrie heeft veel ervaring met scheepvaart, scheepsbouw, satellietnavigatie, opsporing en redding en de ontwikkeling van haveninfrastructuur, en zou een flinke impuls kunnen geven aan groei en ontwikkeling, binnen de strengste milieunormen.

Daarnaast verstrekt de EU via verschillende initiatieven aanzienlijke financiering aan inheemse en lokale bevolkingsgroepen. In de periode 2007-2013 werd voor 1,14 miljard euro aan cofinanciering verstrekt (1,98 miljard euro inclusief de bijdragen van EU-lidstaten). In de periode 2014-2020 zal meer dan 1 miljard euro uit de Europese structuur- en investeringsfondsen worden geïnvesteerd in strategische gebieden zoals onderzoek en innovatie, steun voor kleine ondernemingen en schone energie.

6. Waarom presenteren de Europese Commissie en de hoge vertegenwoordiger deze mededeling vandaag?

In 2014 verzochten het Europees Parlement en de Raad de Commissie en de hoge vertegenwoordiger om een geïntegreerd beleid voor Arctische aangelegenheden te ontwikkelen, en een meer samenhangend kader voor EU-maatregelen en financieringsprogramma’s vast te stellen. Het is evident dat de ontwikkelingen in het gebied een versterkte EU-respons noodzakelijk maken. De klimaatverandering verloopt sneller en ingrijpender dan werd voorspeld en de EU, als op twee na grootste producent van broeikasgassen, is een verantwoordelijke partner bij de aanpak hiervan.

Duurzame ontwikkeling in het noordpoolgebied is zowel noodzakelijk als mogelijk. De EU kan zeker een bijdrage leveren aan meer sociaal-economische weerbaarheid en ondersteuning bieden op het vlak van wetenschap, onderzoek en innovatie. De EU beschikt over aanzienlijke hulpmiddelen, data en onderzoekscapaciteit die kunnen worden ingezet voor vraagstukken van regionaal en internationaal belang. In de vandaag gepresenteerde mededeling komen al deze punten aan bod.

7. Welke maatregelen worden voorgesteld?

Het geïntegreerde beleid omvat 39 acties om het EU-beleid inzake het noordpoolgebied te ontwikkelen op drie terreinen, die onderling verband houden:

A.) Verdere aanpak van klimaatverandering en milieubescherming:

  • De EU heeft zich er reeds toe verbonden haar broeikasgasemissies tussen nu en 2030 met 40% en tegen 2050 met 80% terug te dringen, in vergelijking met het niveau van 1990. De EU streeft naar internationale uitvoering van het klimaatakkoord dat vorig jaar december in Parijs werd gesloten. 20% van de EU-begroting is al gereserveerd voor klimaatmaatregelen voor aanpassing en impactbeperking.
  • De EU wil graag samenwerken met de Arctische staten, inclusief de lokale en inheemse bevolkingsgroepen, en internationale fora om een ambitieuze klimaatagenda voor het noordpoolgebied te ontwikkelen.
  • De EU zal ook bijdragen aan internationale maatregelen om de uitstoot van zwarte koolstof en methaan te beperken.
  • De EU behoudt de huidige omvang van de financiering van Arctisch onderzoek in het kader van Horizon 2020 (gemiddeld 20 miljoen euro per jaar). Voor 2016 en 2017 is al ongeveer 40 miljoen euro uitgetrokken voor projecten inzake waarneming, weer en klimaatverandering op het noordelijk halfrond en de afname van de permafrost.
  • 22 vooraanstaande Europese instellingen die zich bezig houden met Arctisch onderzoek, zullen een integraal Europees poolonderzoeksprogramma ontwikkelen in het kader van het EU-PolarNet-initiatief.
  • De EU zal steun verlenen voor transnationale toegang tot onderzoeksinfrastructuur in het noordpoolgebied (onderzoeksstations en ‑schepen, satellietwaarneming) en open toegang tot data. Het EU-ruimteprogramma Copernicus zal steun verlenen voor internationaal onderzoek naar klimaatverandering in het noordpoolgebied.
  • Een aantal internationale milieuverdragen, zoals het VN-verdrag inzake biologische diversiteit, zijn zeer relevant voor het noordpoolgebied, maar worden nog niet ten uitvoer gelegd door de partijen die ze hebben ondertekend. De EU zal uitvoering aanmoedigen.
  • Tussen nu en 2020 moeten de vervuilende stoffen en zware metalen die nu in de Arctische voedselketen terecht komen, geleidelijk worden afgebouwd.
  • In het kader van het duurzaam beheer van de Noordelijke IJszee steunt de EU de ontwikkeling van een netwerk van beschermde mariene gebieden in het noordpoolgebied. De EU wil graag een internationaal verdrag ontwikkelen om ongereglementeerde visserij in de centrale Noordelijke IJszee tegen te gaan. Op lange termijn moeten de mariene biologische hulpbronnen worden beheerd door middel van een regionale organisatie of overeenkomst voor visserijbeheer.

B.) Duurzame ontwikkeling:

  • Het Europese noordpoolgebied kampt met een gebrek aan investeringen, terwijl een aantal financieringsinstrumenten en diensten van de EU beschikbaar zijn voor innovatie, ontwikkeling van infrastructuur, zoals betere vervoersverbindingen, en ondernemingen (zoals het investeringsplan voor Europa, TEN-T, Innovfin en het Enterprise Europe Network). De Commissie zal zich inspannen om de coördinatie te verbeteren tussen de EU-financieringsprogramma's die relevant zijn voor het noordpoolgebied. Zij zal ook kernprioriteiten voor investeringen en onderzoek aanwijzen en de capaciteitsopbouw bij belanghebbenden faciliteren om zo veel mogelijk financiële steun voor de regio te genereren.
  • Via de ruimteprogramma's en specifieke onderzoeksprojecten kan de EU bijdragen aan de maritieme veiligheid in de regio door surveillance en monitoring van het scheepvaartverkeer en ijsbewegingen (Copernicus) en navigatiediensten (Galileo).

C.) Internationale samenwerking:

  • De EU zal actief blijven in internationale fora die relevant zijn voor het noordpoolgebied, zoals de Arctische Raad, de Raad voor het Europees-Arctische Barentsz-zeegebied en de noordelijke dimensie.
  • De EU zal met al haar Arctische partners samenwerken, niet alleen met derde landen waarvan een deel van het grondgebied tot het noordpoolgebied behoort, maar ook met landen met toenemende belangen in het gebied, zoals China, India en Japan, bijvoorbeeld voor onderzoek en wetenschap.
  • Aangezien het EU-beleid rechtstreeks van invloed is op de regio, wenst de EU te blijven samenwerken met de inheemse bevolkingsgroepen en de plaatselijke gemeenschappen in het noordpoolgebied om ervoor te zorgen dat hun rechten worden geëerbiedigd en dat hun standpunten tot uiting komen in het verdere EU-beleid.

8. Wat zijn de volgende stappen?

Om de coherentie, doeltreffendheid en continuïteit van het EU-beleid inzake het noordpoolgebied te waarborgen, worden nu de Raad van de Europese Unie (de lidstaten) en het Europees Parlement uitgenodigd hun standpunt over deze gezamenlijke mededeling kenbaar te maken.

Meer informatie

http://eeas.europa.eu/arctic_region/index_en.htm

http://ec.europa.eu/maritimeaffairs/policy/sea_basins/arctic_ocean/index_en.htm

MEMO/16/1540

 

Contactpersoon voor de pers:

Voor het publiek: Europe Direct per telefoon 00 800 67 89 10 11 of e-mail