Nieuwe EU-regels voor onderzoekers en studenten uit derde landen: Raad stelt standpunt in eerste lezing vast

Met dank overgenomen van Raad van de Europese Unie (Raad) i, gepubliceerd op donderdag 10 maart 2016.

Op 10 maart 2016 heeft de Raad heeft zijn standpunt in eerste lezing vastgesteld over een ontwerprichtlijn die de Europese Unie aantrekkelijker moet maken voor onderzoekers en studenten uit derde landen. Doel van de richtlijn is de Europese Unie stappen vooruit te laten zetten in de mondiale strijd voor talent en Europa te promoten als mondiaal excellentiecentrum voor studies en opleiding. Hooggeschoolden zijn de belangrijkste troef van de EU om haar concurrentievermogen te versterken, groei te stimuleren en banen te scheppen.

"Talentvolle studenten en onderzoekers zijn van onschatbare waarde voor de Europese kenniseconomie. De richtlijn helpt ons zulke mensen aan te trekken van landen buiten de Europese Unie", aldus Klaas Dijkhoff i, Nederlands staatssecretaris van Veiligheid en Justitie

Geharmoniseerde voorwaarden voor toegang en verblijf

De ontwerprichtlijn voorziet in geharmoniseerde voorwaarden voor toegang tot en verblijf in de EU voor uit derde landen afkomstige onderzoekers, studenten, stagiairs en vrijwilligers die deelnemen aan het Europees vrijwilligerswerk. Daarnaast wordt met de volgende middelen naar een betere situatie voor onderzoekers en studenten gestreefd:

de mobiliteit binnen de EU van onderzoekers en studenten uit derde landen is verbeterd: onderdanen van derde landen die in een lidstaat als onderzoeker werken of er studies volgen, kunnen in bepaalde gevallen door middel van een eenvoudige kennisgeving een deel van hun onderzoek of studies in een andere lidstaat verrichten. Daarnaast is de mobiliteitsperiode voor onderzoekers tot 6 maanden uitgebreid, waardoor de Europese Unie voor onderdanen van derde landen een stuk aantrekkelijker wordt.

Gezinsleden van onderzoekers mogen hen vergezellen en kunnen ook genieten van de verbetering van het recht op mobiliteit in de EU.

Studenten uit derde landen zullen minstens 15 uur per week mogen werken buiten hun studietijd om een deel van hun studiekosten te dekken.

Onderzoekers en studenten uit derde landen mogen na afloop van hun onderzoek of studies nog minstens 9 maanden in de EU blijven om naar een baan te zoeken of een onderneming op te richten.

De lidstaten kunnen besluiten om de nieuwe EU-regels ook toe te passen op onderdanen van derde landen die willen deelnemen aan programma's voor leerlingenuitwisseling of onderwijsprojecten, of op vrijwilligers die niet aan het Europees vrijwilligerswerk deelnemen en au-pairactiviteiten.

Volgende stappen

Verwacht wordt dat het Europees Parlement i tijdens de plenaire vergadering van mei zal overgaan tot een stemming in tweede lezing. Het zal dan het standpunt van de Raad in eerste lezing zonder wijzigingen goedkeuren en aldus het wetgevingsproces beëindigen.

Vervolgens zullen de wetteksten worden bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie. De richtlijn treedt in werking op de dag na de bekendmaking ervan. De lidstaten krijgen dan 2 jaar de tijd om de richtlijn om te zetten in nationaal recht.

Standpunt van de Raad in eerste lezing

Motivering van de Raad


1.

Relevante EU dossiers