Verklaring van de hoge vertegenwoordiger namens de EU over de recente ontwikkelingen in de Zuid‑Chinese Zee

Met dank overgenomen van Raad van de Europese Unie (Raad) i, gepubliceerd op vrijdag 11 maart 2016.

De EU is gehecht aan een rechtsorde voor de zeeën en oceanen die stoelt op de beginselen van het internationale recht, zoals weergegeven in het Verdrag van de Verenigde Naties inzake het recht van de zee (Unclos). Daartoe behoren de instandhouding van de maritieme veiligheid, beveiliging en samenwerking, de vrijheid van scheepvaart en het recht van overvliegen.

De EU neemt geen standpunt in over de aanspraken op delen van de Zuid‑Chinese Zee of daarin gelegen eilanden, maar spoort alle partijen die aanspraken hebben aan om geschillen op vreedzame wijze op te lossen, duidelijk te maken waarop hun aanspraken zijn gebaseerd en bij het doen gelden van hun aanspraken het internationale recht, zoals Unclos en de erin opgenomen arbitrageprocedures, te respecteren.

De EU is ongerust over de opstelling van raketten op eilanden in de Zuid‑Chinese Zee. Het tijdelijk of permanent stationeren van een troepenmacht of militaire uitrusting op betwiste plaatsen in zee tast de regionale veiligheid aan en kan een bedreiging vormen voor de vrijheid van scheepvaart en het recht van overvliegen, en dat baart grote zorgen. De EU vraagt daarom alle partijen die aanspraken hebben om af te zien van militarisering in het gebied, van geweld of het dreigen daarmee en van eenzijdige acties.

De EU stimuleert de verdere inzet van vertrouwenwekkende maatregelen die erop gericht zijn onderling vertrouwen en veiligheid in de regio op te bouwen. De EU betuigt haar volledige steun voor de regionale processen onder leiding van ASEAN en ziet uit naar een snelle voltooiing van de gesprekken over een gedragscode, die verder zal bijdragen tot een op regels gebaseerde regionale en internationale orde. In dit verband herhaalt de EU haar aanbod om beste praktijken inzake maritieme veiligheid te delen.

De kandidaat‑lidstaten Montenegro* en Albanië*, het land van het stabilisatie‑ en associatieproces en mogelijke kandidaat‑lidstaat Bosnië en Herzegovina, en het EVA‑land Liechtenstein, dat lid is van de Europese Economische Ruimte, alsmede de Republiek Moldavië, sluiten zich bij deze verklaring aan.

----------

  • Montenegro en Albanië blijven deelnemen aan het stabilisatie‑ en associatieproces.