Verordening 2016/300 - Geldelijke regeling voor hoge ambtsdragers van de EU
Inhoudsopgave van deze pagina:
officiële titel
Verordening (EU) 2016/300 van de Raad van 29 februari 2016 tot vaststelling van de geldelijke regeling voor hoge ambtsdragers van de EUofficiële Engelstalige titel
Council Regulation (EU) 2016/300 of 29 February 2016 determining the emoluments of EU high-level public office holdersRechtsinstrument | Verordening |
---|---|
Wetgevingsnummer | Verordening 2016/300 |
Celex-nummer i | 32016R0300 |
Document | 29-02-2016; Datum goedkeuring |
---|---|
Bekendmaking in Publicatieblad | 04-03-2016; PB L 58 p. 1-12 |
Inwerkingtreding | 04-03-2016; in werking zie art 26 |
Einde geldigheid | 31-12-9999 |
4.3.2016 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 58/1 |
VERORDENING (EU) 2016/300 VAN DE RAAD
van 29 februari 2016
tot vaststelling van de geldelijke regeling voor hoge ambtsdragers van de EU
DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 243 en artikel 286, lid 7,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
De Raad moet de salarissen, vergoedingen en pensioenen van hoge ambtsdragers („ambtsdragers”) van de EU, met inbegrip van de voorzitter van de Europese Raad (1), de voorzitter en de leden van de Commissie (2), de hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid (3), de presidenten, rechters, advocaten-generaal en griffiers bij het Hof van Justitie van de Europese Unie (4), de voorzitter en de leden van de Rekenkamer (5) en de secretaris-generaal van de Raad (6), benevens alle vergoedingen welke als beloning kunnen gelden, vaststellen. |
(2) |
Het is passend dat financiële en andere voordelen de grote verantwoordelijkheid van ambtsdragers weerspiegelen. Daarom kunnen deze verschillen van die in het Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie („het Statuut”). |
(3) |
Enkele aanpassingen van de bestaande financiële en andere voordelen van ambtsdragers zijn evenwel nodig om de institutionele ontwikkelingen in de Unie in aanmerking te nemen en de structuur van de geldelijke regeling te moderniseren, met name door, waar nodig, rekening te houden met de wijzigingen die zijn aangebracht bij Verordening (EU, Euratom) nr. 1023/2013 van het Europees Parlement en de Raad (7) („het Statuut”). In het licht van de hervorming van het Statuut moeten er enkele wijzigingen worden aangebracht in Verordening nr. 422/67/EEG, nr. 5/67/Euratom. Evenzo moet Verordening (EEG, Euratom, EGKS) nr. 2290/77 (8) worden geactualiseerd om rekening te houden met de hervorming van het Statuut. Aangezien zowel Verordening (EEG, Euratom, EGKS) nr. 2290/77 als Verordening nr. 422/67/EEG, nr. 5/67/Euratom, die de geldelijke regeling voor diverse ambtsdragers regelen, ingrijpend moeten worden gewijzigd, is het ter wille van de duidelijkheid, de transparantie en een goede wetgevingspraktijk dienstig de twee verordeningen samen te voegen. |
(4) |
Teneinde op het gebied van de geldelijke regeling een evenwicht tussen personeelsleden van de EU en ambtsdragers te waarborgen, moeten er maatregelen worden genomen om de behandeling van ambtsdragers gelijk te trekken met die van personeelsleden van de EU in situaties waarin laatstgenoemden hebben geprofiteerd van een gemoderniseerde structuur van de geldelijke regeling, zoals met betrekking tot automatische actualiseringen van vergoedingen en de mogelijkheid om zich aan te sluiten bij het gemeenschappelijk stelsel van ziektekostenverzekering, ook na de beëindiging van het mandaat. |
(5) |
Voorts is het wenselijk het jaarlijkse pensioenopbouwpercentage en de pensioengerechtigde leeftijd af te stemmen op de wijzigingen van het Statuut, het toepasselijke opbouwpercentage te bepalen onder verwijzing naar het Statuut, en te zorgen voor automatische aanpassing aan toekomstige wijzigingen van het Statuut. |
(6) |
Andere wijzigingen moeten ervoor zorgen dat de duur van het recht van gewezen ambtsdragers op de maandelijkse overbruggingstoelage rechtstreeks overeenstemt met de diensttijd. Deze duur mag evenwel niet minder dan zes maanden en niet meer dan twee jaar bedragen, met dien verstande dat de overbruggingstoelage voor ambtsdragers ervoor moet zorgen dat, gedurende een beperkte periode direct na de beëindiging van het mandaat, een bepaald niveau van financiële zekerheid wordt gewaarborgd tot de volgende betaalde baan met een vergelijkbaar niveau van bezoldiging, of een andere bron van inkomsten, zoals het pensioen. |
(7) |
Ook moeten de toelagen en... |
Lees meer
Deze wettekst is overgenomen van EUR-Lex.
Dit dossier wordt iedere nacht automatisch samengesteld op basis van bovenstaande dossiers. Hierbij is aan de technische programmering veel zorg besteed. Een garantie op de juistheid van de gebruikte bronnen en het samengestelde resultaat kan echter niet worden gegeven.
Van deze pagina bestaat een uitgebreide versie met de juridische context, de Europese rechtsgrond, een overzicht van verwante dossiers en de betrokken zaken van het Europees Hof van Justitie.
De uitgebreide versie is beschikbaar voor betalende gebruikers van de EU Monitor van PDC Informatie Architectuur.
Met de EU Monitor volgt u alle Europese dossiers die voor u van belang zijn en bent u op de hoogte van alles wat er speelt in die dossiers. Helaas kunnen wij geen nieuwe gebruikers aansluiten, deze dienst zal over enige tijd de werkzaamheden staken.
De EU Monitor is ook beschikbaar in het Engels.