Advies raad van state, nader rapport - Verklaring dat er grond bestaat een voorstel in overweging te nemen tot verandering in de grondwet van bepalingen over onderwijs

ADVIES RAAD VAN STATE

Aan de Koningin

's-Gravenhage, 19 mei 1988

Bij Kabinetsmissive van 15 maart 1988, nr. 105, heeft Uwe Majesteit, op voordracht van de Minister van Binnenlandse Zaken, bij de Raad van State ter overweging aanhangig gemaakt een tweede nota van wijziging op het voorstel van wet tot verandering ir de Grondwet van bepalingen over onderwijs (Wetsvoorstel 19032), met toelichting. In de toelichting worden voor de voorgestelde wijziging als argumenten aangevoerd het regeerakkoord en de wetgevingstraditie. Met verwijzing naar het advies dat de Raad van State in deze aangelegenheid op 15 mei 1985 heeft uitgebracht (kamerstukken II 1984/85, 19032 A), merkt het college het volgende op. Het regeerakkoord moge afspraken bevatten over toekomstige wetgeving, als zelfstandig en zakelijk argument ter motivering van wetsvoorstellen kan het geen dienst doen. De Raad heeft daar al eerder op gewezen in zijn advies over het wetsvoorstel Algemene wet gelijke behandeling (kamerstukken II 1987/88, 20501 B). Ook het beroep op de wetgevingstraditie mist overtuigende kracht. Met name is daarmee niet duidelijk gemaakt dat in de Grondwet de

NADER RAPPORT

Aan de Koningin

's-Gravenhage, 29 juni 1988

Blijkens de mededeling van de Directeur van Uw Kabinet van 15 maart 1988, nr. 105, machtigde Uwe Majesteit de Raad van State zijn advies betreffende de bovenvermelde nota van wijziging rechtstreeks aan mij te doen toekomen. Dit advies, gedateerd 19 mei 1988, nr. W01,88.0126, moge ik U hierbij mede namens de Minister-President, Minister van Algemene Zaken en de Ministervan Onderwijs en Wetenschappen aanbieden.

Het is geenszins de bedoeling het regeerakkoord als zelfstandig argument ter motivering van deze nota van wijziging te laten dienst doen. Beoogd is slechts kenbaar te maken dat de nota van wijziging conform de desbetreffende tekst van het regeerakkoord luidt. Naar aanleiding van het advies van de Raad is de toelichting op dit punt verduidelijkt. Voorts heeft het advies van de Raad aanleiding gegeven tot aanvulling van de toelichting op het punt van de argumentatie voor het voorstel vervat in de nota van wijziging.

voorgestelde beperkingen moeten worden vastgelegd. De Raad geeft daarom in overweging de toelichting te wijzigen en aan te vullen. De Raad van State kan er zich mede verenigen, dat de tweede nota van wijziging wordt ingediend bij de Tweede Kamer der Staten-Generaal, nadat aan het vorenstaande aandacht zal zijn geschonken.

De Vice-President van de Raad van State, W. Scholten Een exemplaar van de met het vorenstaande in overeenstemming gebrachte nota van wijziging met toelichting, zoals ik die thans aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal zal zenden, is hierbij gevoegd.

De Minister van Binnenlandse Zaken, C. P. van Dijk