Voorstel van het lid Wiebenga C.S. tot splitsing van het voorstel van rijkswet 19 554 (r 1308) op basis van artikel 137, vijfde lid, van de grondwet - Verandering in de Grondwet van bepalingen inzake de verdediging

Inhoudsopgave van deze pagina:

1.

Tekst

I VOORSTEL VAN RIJKSWET

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten: Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat de Rijkswet van 27 maart 1986 (Stb. 121) heeft verklaard, dat er grond bestaat het daarbij vastge stelde voorstel in overweging te nemen tot verandering in de Grondwet van bepalingen inzake de verdediging;

Zo is het, dat Wij, de Raad van State van het Koninkrijk gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, de bepalingen van het Statuut voor het Koninkrijk in acht genomen zijnde, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk wij goedvinden en verstaan bij deze:

ARTIKEL I

De Grondwet ondergaat de in de artikelen II en III omschreven veranderingen.

ARTIKEL II

In de Grondwet worden de artikelen 97, 98, 99, 101 en 102 vervangen door:

Artikel 97

  • Ten behoeve van de militaire verdediging van het Koninkrijk, het vervullen van internationale taken met gebruik van militaire middelen en de hulpverlening door militairen is er een krijgsmacht. Ter zake kunnen plichten worden opgelegd volgens bij de wet te stellen regels. 2 De regering heeft het oppergezag over de krijgsmacht. 3. Volgens bij de wet te stellen regels kunnen voorts plichten worden opgelegd ten behoeve van de civiele verdediging.

Artikel 98

De wet regelt vrijstelling van militaire dienst wegens ernstige gewetensbezwaren.

ARTIKEL III

Aan de Grondwet wordt het volgende additionele artikel toegevoegd:

Artikel XXX

Totdat ter zake bij de wet een voorziening zal zijn getroffen, blijft artikel 101 van de Grondwet naar de tekst van 1 983 van kracht.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad, het Publicatieblad van de Nederlandse Antillen en in het Afkondigingsblad van Aruba zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven

De Minister-President, Minister van Algemene Zaken, De Minister van Binnenlandse Zaken,

De Minister van Defensie,

19554 (R 1308)

Verandering in de Grondwet van bepalingen inzake de verdediging

II VOORSTEL VAN RIJKSWET

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten: Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat de Rijkswet van 27 maart 1 986 (Stb. 121) heeft verklaard, dat er grond bestaat het daarbij vastge stelde voorstel in overweging te nemen tot verandering in de Grondwet van bepalingen inzake de verdediging; Zo is het, dat Wij, de Raad van State van het Koninkrijk gehoord, en met gemeen overleg der Staten Generaal, de bepalingen van het Statuut voor het Koninkrijk in acht genomen zijnde, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

ARTIKEL I

De Grondwet ondergaat de in artikel II omschreven verandering.

ARTIKEL II

Artikel 100 van de Grondwet vervalt.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad, in het Publicatieblad van de Nederlandse Antillen en in het Afkondigingsblad van Aruba zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven

De Minister-President, Minister van Algemene Zaken, De Minister van Binnenlandse Zaken,

De Minister van Defensie,

 
 
 

2.

Meer informatie