Motie van de leden Brinkhorst en Roethof - Verklaring dat er grond bestaat een voorstel in overweging te nemen tot verandering in de Grondwet van bepalingen betreffende de wetgevende macht en de algemene maatregelen van bestuur, alsmede tot opneming van bepalingen betreffende andere voorschriften
Inhoudsopgave van deze pagina:
Nr. 21
MOTIE VAN DE LEDEN BRINKHORST EN ROETHOF
Voorgesteld 12 juni 1980
De Kamer,
gehoord de beraadslaging; overwegende, dat een zodanige behandeling van begrotingswetten gewenst is, dat de Kamer zich meer expliciet kan uitspreken over beleidsvoornemens die ten grondslag liggen aan de voorgestelde uitgaven;
voorts overwegende, dat een verbetering zou kunnen worden gevonden in een andere presentatie van de artikelsgewijze specificatie van de begroting en de toelichting daarop, zodat ook stemmingen over beleidsvoornemens en onderdelen meer gericht kunnen plaatsvinden in de Kamer;
van mening, dat de Kamer zich zodoende beter zou kunnen uitspreken over de hoofdlijnen van het regeringsbeleid;
verzoekt de Regering te bevorderen, dat een zodanige opstelling van beleidsvoornemens in de begrotingswetten plaatsvindt, dat de Kamer de hoofdlijnen van beleid kan amenderen, en gaat over tot de orde van de dag.
Brinkhorst Roethof Tweede Kamer, zitting 1979-1980, 15047 (R 1099), nr. 21