Vergelijkend overzicht van de artikelen inzake adeldom en ridderorden volgens het ontwerp van rijkswet, de voorstellen van de staatscommissie cals/oonner en de grondwet - Verklaring dat er grond bestaat een voorstel in overweging te nemen tot verandering in de Grondwet van de bepalingen inzake adeldom en ridderorden
Inhoudsopgave van deze pagina:
Nr.5
Vergelijkend overzicht van de artikelen inzake adeldom en ridderorden volgens het ontwerp van Rijkswet, de voorstellen van de Staatscommissie Cals/Oonner en de Grondwet
Wetsontwerp
Staatscomm issie
Grondwet
Artikel 5.2.12 Adeldom wordt verleend bij koninklijk besluit.
Artikel 5.2.13 Ridderorden worden bij de wet ingesteld.
(Geen bepaling)
(Geen bepaling)
Artikel 74 De Koning verleent adeldom. Vreemde adeldom kan door geen Nederlander worden aangenomen.
Artikel 75 Ridderorden worden door een wet, op het voorstel des Konings, ingesteld.
(Geen bepaling)
(Geen bepaling)
Artikel 76 Vreemde orden, waaraan geen verplichtingen verbonden zijn, mogen worden aangenomen door de Koning en, met zijn toestemming, door de Prinsen van zijn Huis. In geen geval mogen andere Nederlanders of de vreenv delingen, die in Nederlandse staatsdienst zijn, vreenv de ordetekenen, titels, rang of waardigheid aannemen, zonder bijznder verlof van de Koning.
(Geen bepaling)
Additioneel artikel XI Totdat terzake bij de wet een voorziening zal zijn getroffen, blijven de volgende bepalingen van de Grondwet naar de tekst van 1963 van kracht: a b. • • • • ._. c. artikel 74.
(Geen bepaling)
Tweede Kamer, zitting 1979-1980,15883 (R 1129), nrs. 1-5