De stemming over de motie-Wiebenga c.s., waarin de Regering wordt verzocht wetsontwerp nr. 13992 in te trekken (gedrukt stuk Eerste Kamer, zitting 1979-1980, nr. 11c). - Handelingen Eerste Kamer 1979-1980 06 mei 1980 orde 2
Inhoudsopgave van deze pagina:
Aan de orde is de stemming over de motie-Wiebenga c.s., waarin de Regering wordt verzocht wetsontwerp nr. 13992 in te trekken (gedrukt stuk Eerste Kamer, zitting 1979-1980, nr. 11c).
De Voorzitter: Ik geeft gelegenheid tot het afleggen van stemverklaringen.
De heer Kolthoff (PvdA): Mijnheer de Voorzitter! Uit het debat van verleden week zal duidelijk zijn geworden, dat wij erg grote waar-de hechten aan de gemeenten, het lokale bestuur in het algemeen. In het licht van de discussie van toen, kan ik mij voorstellen dat men bezwaren heeft tegen de inhoud van wetsontwerp 13992. Anderzijds zijn wij van mening dat het, gelet op de positie van onze Kamer, minder juist zou zijn de Minister te vragen een wetsontwerp in te trekken dat op dit moment nog onderwerp van beraadslaging in de Tweede Kamer uitmaakt. Ik maak van de gelegenheid gebruik om te verklaren dat wij onze stem aan wetsontwerp 13990 zullen onthouden op gronden die ik 14 dagen geleden al uit de doeken heb gedaan. D De heer Van Kleef (PPR): Mijnheer de Voorzitter! De Eerste Kamer moet zich naar het gevoelen van onze fractie bepalen tot de herziening van de door de Tweede Kamer aanvaarde wetsontwerpen. Wij zijn dus tegen de motie waarmee deze Kamer de Regering tracht te nopen het wetsontwerp in te trekken, op grond van dezelfde overwegingen die 14 dagen geleden door de Minister van Binnenlandse Zaken naar voren zijn gebracht. Daarom zal onze fractie tegen deze motie stemmen. Vervolgens sluit ik mij in zoverre aan bij hetgeen de heer Kolthoff heeft gezegd, dat ook ons stemgedrag inzake wetsontwerp 13990 zal worden bepaald door hetgeen 14 dagen geleden hierover door ons naar voren is gebracht.
De motie-Wiebenga c.s. wordt met 35 tegen 28 stemmen aangenomen. Vóór hebben gestemd de leden: Heijne Makkreel, Vonhoff-Luijendijk, Van Tets, Voute, Van Hemert tot Dingshof, Baas, Veen, Zoutendijk, Schlingemann, Teijssen, Van Someren-Downer, Wiebenga, Van Hulst, De Vries, Vrouwenvelder, Feij, Von Meijenfeldt. Van Kuik, Franssen, Vogt, Netjes, Tjeerdsma, Horbach, Van der Werff, Steenkamp, Van der Werf-Terpstra, Oudenhoven, Terwindt, W. F. de Gaay Fortman, Gooden, Letschert, Diepenhorst, Christiaanse, Kaland en de Voorzitter.
Tegen hebben gestemd de leden: Van Krimpen, B. de Gaay Fortman, Zoon, Van Waterschoot, Van Kleef, Trip, Fischer, Umkers, Van Veldhuizen, Van der Meer, Oskamp, Nagel, Kolthoff, Tummers, Post, Broeksz, Kremer, Vonk-van Kalker, Lamberts, Van de Rakt, Simons, Mol, Uijen, d'Ancona, Tunders, Kloos, Steigenga-Kouwe en De Rijk.