Voorlopig verslag van de vaste commissie voor algemene zaken en huis der koningin - Verklaring dat er grond bestaat een voorstel in overweging te nemen tot verandering in de Grondwet van bepalingen inzake openbare lichamen voor beroep en bedrijf en andere dan in de Grondwet genoemde lichamen met verordenende bevoegheid
Inhoudsopgave van deze pagina:
VOORLOPIG VERSLAG VAN DE VASTE COMMISSIE VOOR ALGEMENE ZAKEN EN HUIS DER KONINGIN Vastgesteld 25 september 1979
In het algemeen konden de leden van de V.V.D.-fractie zich verenigen met het onderhavig wetsontwerp. Enige aarzeling hadden zij intussen met betrekking tot een gedeelte van het gestelde in artikel 7.12 lid 1 en lid 2. Gesteld dat het acceptabel zou zijn, dat openbare lichamen voor beroep en bedrijf ook krachtens de wet kunnen worden ingesteld -het gangbare wettelijke stelsel wordt hierdoor als het ware achteraf grondwettelijk «gedekt» -dan vroegen zij zich toch af, of het nu wel zo wenselijk is, dat ook de andere openbare lichamen krachtens de wet kunnen worden ingesteld en verordenende bevoegdheid kunnen verkrijgen. Juist deze andere openbare lichamen kunnen veelsoortig van aard zijn en met bijzondere taken zijn belast. In dit verband noemden zij als voorbeeld de ingepolderde gebieden waar nog geen gemeente functioneert of een lichaam als Rijnmond. De aan het woord zijnde leden vonden het ongewenst, dat behalve de openbare lichamen voor beroep en bedrijf ook de andere openbare lichamen nu krachtens de wet, derhalve bij voorbeeld bij algemene maatregel van bestuur kunnen worden ingesteld en verordenende bevoegdheid kunnen verkrijgen. Te meer, waar artikel 162 van de huidige Grondwet juist ten aanzien van deze andere lichamen de wetgever zelf bevoegd maakt. Zij zouden een nadere uiteenzetting van de Regering op dit punt zeer op prijs stellen.
De voorzitter van de commissie, Teijssen De griffier van de commissie, Liesveld Eerste Kamer, zitting 1979-1980,13994, nr. 5