Voorlopig verslag van de vaste commissie voor algemene zaken en huis der koningin - Verklaring dat er grond bestaat een voorstel in overweging te nemen tot verandering in de Grondwet van de bepaling inzake de regeling van delen van het recht in algemene wetboeken en tot opneming van een bepaling inzake algemene regels van bestuursrecht
Inhoudsopgave van deze pagina:
VOORLOPIG VERSLAG VAN DE VASTE COMMISSIE VOOR ALGEMENE ZA-KEN EN HUIS DER KONINGIN Vastgesteld 4 september 1980
De leden van de fractie van de P.v.d.A. betreurden het dat het amendementvan het lid van de Tweede Kamer, de heer Roethof (stuk nr. 10), dat in-voeging van «administratief procesrecht» in het tweede lid van artikel 5.2.8 beoogde, in de Tweede Kamer is verworpen. Deze leden wilden in dit verslag volstaan met het stellen van de volgende vraag: Past de mogelijkheid, die artikel 5.2.8 tweede lid biedt om bij algemene maatregel van bestuur of zelfs ministeriële verordening bestuursregels te stellen aangaande bevoegdheden van besturen van lagere publiekrechtelijke organen in ons (grond)wettelijk systeem, dat immers inhoudt dat samenstelling, inrichting en bevoegdheden van deze organen worden geregeld bij de wet in formele zin?
De leden van de fractie van het C.D.A. hadden na uitvoerige schriftelijke en mondelinge behandeling van het wetsontwerp in de Tweede Kamer geen behoefte aan een schriftelijke voorbereiding van de openbare behandeling in de Eerste Kamer. Zij stelden zich voor bij die behandeling aandacht te schenken aan het in artikel 5.2.8, eerste lid gehuldigde codificatiebegrip en aan de in het tweede lid voorgeschreven organieke wet houdende algemene regels van bestuursrecht. De leden van de fractie van de P.P.R. behielden zich het recht voor bij de openbare behandeling nader in te gaan op met dit wetsontwerp verband houdende onderwerpen.
De wnd. voorzitter van de commissie, Van Someren-Downer De griffier van de commissie, Dijkstra-Liesveld Eerste Kamerzitting 1979-1980,15046, nr. 139