Gewijzigd ontwerp van wet - Verklaring dat er grond bestaat een voorstel in overweging te nemen tot verandering in de Grondwet van de bepalingen inzake uitzonderingstoestanden

Inhoudsopgave van deze pagina:

1.

Tekst

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Zitting 1979-1980 Nr. 129

15681

Verklaring dat er grond bestaat een voorstel in overweging te nemen tot verandering in de Grondwet van de bepalingen inzake uitzonderingstoestanden GEWIJZIGD ONTWERP VAN WET 27 juni 1980

Wij Juliana, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz., enz., enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten: Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat er grond bestaat een voorstel in overweging te nemen tot verandering in de Grondwet van de bepalingen inzake uitzonderingstoestanden; Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

ARTIKEL I

Er bestaat grond het hierna in de artikelen ll-IV omschreven voorstel tot verandering in de Grondwet in overweging te nemen.

ARTIKEL II

In een in de Grondwet op te nemen hoofdstuk 5, Wetgeving en bestuur, par. 2, Overige bepalingen, wordt het volgende opgenomen:

Artikel 5.2.6

  • De wet bepaalt in welke gevallen ter handhaving van de uit-of inwendige veiligheid bij koninklijk besluit een door de wet als zodanig aan te wijzen uitzonderingstoestand kan worden afgekondigd; zij regelt de gevolgen. 2. Daarbij kan worden afgeweken van de grondwetsbepalingen inzake de bevoegdheden van de besturen van provincies, gemeenten en waterschappen, van de grondrechten geregeld in de artikelen 1.6, voor zover dit de uitoefening buiten gebouwen en besloten plaatsen van het in dit artikel omschreven recht betreft, 1.7,1.8, 1.9, 1.11, tweede lid en 1.12, alsmede van artikel 6.2, eerste en derde lid. 3. Terstond na de afkondiging van een uitzonderingstoestand en voorts, zolang deze niet bij koninklijk besluit is opgeheven, telkens wanneer zij zulks nodig oordelen beslissen de Staten-Generaal omtrent het voortduren daarvan; zij beraadslagen en besluiten ter zake in verenigde vergadering.

Eerste Kamer, zitting 1979-1980,15681,nr. 129

ARTIKEL III

Aan de Grondwet worden de volgende additionele artikelen toegevoegd:

Artikel A 5.2.6. 1. Artikel 201, vierde lid, van de Grondwet naar de tekst van 1972 blijftgedurendevijf jaren of een bij of krachtens de wette bepalen kortere termijn van kracht. Artikel A 5.2.6. 2. Bij wetten, als bedoeld in artikel 5.2.6., eerste lid, kan gedurende vijf jaren na de inwerkingtreding van dat artikel worden afgeweken van artikel 1.14, tweede lid.

ARTIKEL IV

De artikelen 201, vierde lid, 202 en 203 van de Grondwet vervallen.

Lasten en bevelen, dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst, en dat alle ministeriële departementen, autoriteiten, colleges en ambtenaren, wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven

De Minister-President, Minister van Algemene Zaken, De Minister van Binnenlandse Zaken, De Staatssecretaris van Justitie,

De Ministervan Defensie,

Eerste Kamerzitting 1979-1980,15681, nr. 129

 
 
 

2.

Meer informatie